ONZE VROEGSTE VOOROUDERS 12 oktober 1999 menukaart egyptische dodenboek inleiding Computer-generated image of what an intermediate between a human and a chimpanzee face might look like (after Nancy Burston and David Kramlich, from C. A. Pickover, Computers and the Imagination: Visual Adventures Beyond the Edge (Alan Sutton, Stroud, 1991)) - Dawkins (zj)
Enkele tientallen miljoenen jaren geleden werd de aarde bevolkt door een hominoïde, de gemeenschappelijke voorouder van aap en mens. Onze voorloper was een vegetariër. Ongeveer zeven miljoen jaar geleden begon de pre-hominide zich van de andere apen ('pongidae') af te scheiden. Er trad een specialisatie op. Apen hebben nu grotere hoektanden, hun herseninhoud is relatief klein. Onze voorouder, een boombewoner, werd tussen twaalf en zeven miljoen jaar geleden om nog onvoldoende opgehelderde redenen tweevoetig. Zijn herseninhoud nam toe en hij kreeg grijpvermogen, een kleiner hoofd en hij verloor zijn beharing. Geleidelijk aan ontwikkelde zich een omnivoor dieet, aldus Barkas (1979). Volgens Colin Spencer, auteur van The Heretic's Feast, a History of Vegetarianism, kwam vlees relatief laat op het menu, pas zo'n anderhalf miljoen jaar geleden toen homo erectus met jagen begon. Misschien is het nodig om bij Spencers anderhalf miljoen jaar één, of zelfs twee miljoen jaar op te tellen, gezien een aantal recente vondsten (zie 'Skeleton find could rewrite human history' of 'Fossil find may be missing link'). Volgens Spencer zouden onze voorouders australopithecus robustus en australopithecus afarensis twee miljoen jaar geleden nog overwegend herbivoren zijn geweest, met dien verstande dat "they could have easily supplemented their diet whith termites, snails and lizards, for such a small amount of flesh would not change or show up on the dental fossils; but there is certainly no evidence of these two hominids as predators or hunters". Spencer speculeert dat onze vroege voorouders bewust afzagen van geweld om aan hun voedsel te komen: "This, I believe, was a conscious decision. They must have observed carnivores killing and gorging on their prey, must have known that meat counted as food ... yet they refused to kill even small mammals". De huidige mens zou volgens Spencer nog steeds niet volledig zijn aangepast aan zijn 'nieuwe', omnivore menu. Dit lijkt wat speculatief. Is anderhalf miljoen jaar onvoldoende voor het lichaam om zich aan te passen? Spencer leidt dit af uit het gegeven dat plantaardig voedsel voor de mens nog steeds veel gezonder is dan vlees. Toen onze voorlopers begonnen met vlees eten, ging het om relatief zeer kleine hoeveelheden. Maar de jacht kwam veel later op gang tijdens de grote klimaatsveranderingen in de ijstijden: "in evolutionary terms this is a very short period and the evidence is that our bodies have not fully adapted to the change", aldus Spencer. De natuurgeneeskundige arts Peter D'Adamo speculeert dat de mens zich al in enkele tienduizenden jaren heeft aangepast. Dat is een ander uiterste. Zo zou 'pas' 50.000 jaar gelden bloedtype O zijn ontstaan, en nog recenter ontstonden de bloedtypen A en B. Bloedytpe O zou veel baat hebben bij dierlijke eiwitten, terwijl het meer recente bloedtype A een 'natuurlijke' vegetariër zou zijn. Grande & Leckie (1996) gaan weer ver terug in de tijd, lang voordat de eerste bewijzen van kannibalisme en jacht opduiken: "The ancestors in question lived long before any modern human predecessors. The National Geographic Society's recent report on Neanderthal life in glaciated Europe, for example, cites evidence of cannabilism and reliance on hunting for food. However, these primate cousins were relatively recent in hominid history. Our original ancestors predate them by eons, long before the last great ice age. The early hominids were much more similar to modern day chimpanzees and gorillas." Een ding staat inmiddels vast. De stelling dat de mens en zijn voorlopers zuivere herbivoren zouden zijn geweest, zoals biologen als John Ray en Carolus Linnaeus nog dachten omdat het menselijk lichaam lijkt op dat van planteneters, is onhoudbaar. Het misverstand kon ontstaan doordat men niet steeds duidelijk een onderscheid heeft gemaakt tussen de simplificaties omwille van de taxonomie der soorten - een classifictie met behulp van ja/nee-vragen (herbivoor/carnivoor) - en het feitelijk veel genuanceerder dieet binnen de geklassificeerde groepen. Een bijkomende complicerende factor is dat er geen eenduidig verband bestaat tussen anatomie en fysiologie van bepaalde lichaamsdelen en organen zoals gebit en darmen en enerzijds, en hun functie anderzijds (Scott 1997). Er valt over de evolutie van het menselijk voedsel veel te zeggen. De volgende tabel geeft een overzicht van vondsten en theorieën. De gegevens spreken elkaar soms tegen (vergelijk ook de de Timeline van Kevin L. Callahan, 1997):
Men is het er tegenwoordig ruwweg over eens dat onze voorouders, zeker vanaf zo'n twee miljoen jaar geleden, omnivoren (alleseters) waren, 'opportunistic feeders' die alles aten wat beschikbaar was (Scott, Garn & Leonard, Humphrey). Wel bleef de verhouding vlees/plantaardig voedsel lange tijd relatief klein: "there is consensus that the Pleistocene diet consisted overwhelmingly of vegetable material" (Grande & Leckie). Hier volgen zeven typen argumenten waaruit in totaliteit een beeld naar voren komt dat onze voorvaderen ominivoren of, zo men wil, semi-vegetariërs waren. De indeling in zeven typen is overgenomen uit Scott (1997). (1) Overeenkomsten met chimpansees Barkas (1979): "Tot de jaren zestig werden chimpansees als volslagen vegetariërs geclassificeerd. Toen werd uit directe waarnemingen van Jane van Lawick-Goodall duidelijk dat chimpansees van het Gomberivier Reservaat in Ganganijika zo nu en dan vleeseters waren. ... [ze maakten] gemiddeld twaalf keer per jaar een prooi buit: ... wilde zwijnen, bavianen, junglevarkens, jonge en volwassen Colobo-apen, en zo nu en dan een roodstaartaap of mandril. Om aan vlees te komen organiseren de chimpansees jachtpartijen van ongeveer vijfendertig mannetjes, die hun prooi aanvallen en doden, en de slachtoffers verscheuren. Een gevolg van het vleeseten is het toenemen van agressief gedrag. De chimpansees worden bezitterig en verdedigend wat betreft hun aandeel in het vlees ... Chimpansees eten ook mieren, termieten, rupsen en allerlei soorten larven van torren en wespen géén bewijs van vleeseten of het maken van gereedschappen kunnen vinden. Deze bevindingen ... laten zien dat we niet met de juist tegenovergestelde generalisering moeten komen dat álle chimpansees ... alleseters zijn ... Directe observaties van gorilla's in het wild hebben tot op heden alleen maar een bevestiging van hun vegetarisme opgeleverd ... Het is opvallend dat gorilla's ... in gevangenschap in dierentuinen wel vlees eten als hun dit voorgezet wordt ... Het is duidelijk dat de verschillende eetgewoonten van gorilla's en chimpansees geen scherp omlijnd argument opleveren voor wat de 'natuurlijke' voeding van de mens zou moeten zijn, want apen worden, evenals mensen, direct beïnvloed door veranderingen in hun omgeving. Bovendien kunnen apen even selectief zijn in hun dieet (als mensen)." Spencer (zj) over het onderzoek van Goodall: "Over a span of 10 years, the 50 or so chimpanzees killed and ate 95 mammals. They were all tiny - the young of bushpigs, bushbuck and baboons and most weighed 10lbs or less. It works out at 2.4 grams per individual per day, about the size of a pea. Their tiny victims were stumbled over by accident and there was no concerted plan to hunt and kill. Of all the living primates humans are the only one to eat large animals, the rest being almost entirely herbivorous. ... There can be no doubt that our metabolism, built up through these millions of years, is best sustained by a vegan and then a vegetarian diet, in that order." Humphrey (1994): "Recent reseach shows that chimpanzees at least will attack and kill small animals and will eat carrion if they find it. The chimpanzee is thought to be our closest animal relative." Scott (1997): "There are very few frugivores amongst the mammals in general, and primates in particular. The only apes that are predominantly fruit eaters (gibbons and siamangs) are atypical for apes in many behavioral and ecological respects and eat substantial amounts of vegetation. Orangutans are similar, with no observations in the wild of eating meat. Gorillas are more typically vegetarian, with less emphasis on fruit. Several years ago a very elegant study was done on the relationship between body size and diet in primates (and some other mammal groups). The only primates on the list with pure diets were the very small species (which are entirely insectivorous) and the largest (which specialize in vegetarian diet). However, the spectrum of dietary preferences reflect the daily food intake needs of each body size and the relative availability of food resources in a tropical forest. Our closest relatives among the apes are the chimpanzees (i.e., anatomically, behaviorally, genetically, and evolutionarily), who frequently kill and eat other mammals (including other primates)." (2) Archeologie Potts (zj): "As far back as it can be traced, clearly the archeological record indicates an omnivorous diet for humans that included meat. Our ancestry is among the hunter/gatherers from the beginning. Once domestication of food sources began, it included both animals and plants ... It now appears that the kind of wear [2.5 million years old, found in Ethiopia] we see on the edges that it was the actual flakes, the slivers of rock that were used, and they were used for a variety of things like butchering animals, perhaps sharpening sticks to dig up plant or foods that were underneath the ground, and a variety of tasks like that." Louter (1997): "Door een aantal spectaculaire archeologische opgravingen in Afrika [wordt] het argument dat de mens vroeger als fructivoor leefde van tafel geveegd. Momenteel luidt de consensus onder paleoantropologen dat de opkomst van de mensheid nauw is verbonden met de stenen mesjes die tweeëneenhalf miljoen jaar geleden opdoken. De op dierenbotten gevonden sporen van dit soort mesjes hebben duidelijk gemaakt dat het vlees al behoorlijk lang op het menu van de mens staat." (3) Celtypen Scott (1997): "Cell Types Relative number and distribution of cell types, as well as structural specializations, are more important than overall length of the intestine to determining a typical diet. Dogs are typical carnivores, but their intestinal characteristics have more in common with omnivores. Wolves eat quite a lot of plant material." (4) Fermentatievaten Scott (1997): "Nearly all plant eaters have fermenting vats (enlarged chambers where foods sits and microbes attack it). Ruminants like cattle and deer have forward sacs derived from remodeled esophagus and stomach. Horses, rhinos, and colobine monkeys have posterior, hindgut sacs. Humans have no such specializations." (5) Gebit Scott (1997): "De mens is een omnivoor vanwege zijn "more generalized anatomical and physiological traits, especially the dentition (teeth) ... Although evidence on the structure and function of human hands and jaws, behavior, and evolutionary history also either support an omnivorous diet or fail to support strict vegetarianism, the best evidence comes from our teeth. The short canines in humans are a functional consequence of the enlarged cranium and associated reduction of the size of the jaws. In primates, canines function as both defense weapons and visual threat devices. Interestingly, the primates with the largest canines (gorillas and gelada baboons) both have basically vegetarian diets. In archeological sites, broken human molars are most often confused with broken premolars and molars of pigs, a classic omnivore. On the other hand, some herbivores have well-developed incisors that are often mistaken for those of human teeth when found in archeological excavations ... The New York Times, May 15, 1979. According to Dr. Alan Walker, a Johns Hopkins University anthropologist, Homo Erectus, the species immediately ancestorial to our own Homo Sapiens, had evidence of an omnivorous diet. Every Homo-Erectus tooth found was that of an omnivore. However, a small sample of teeth from the human-like species during a 12 million year period leading up to the Homo-Erectus period, indicates the earlier species may have been a fruit eater. Even if this species, way before our own, lived on a fruit diet, they probably would not have consumed what we consider typical fruits. Hundreds of plants produce fruits that are tougher, more substantial foods than what we eat today." (6) Speekselklieren Scott (1997): "These indicate we could be omnivores. Saliva and urine data vary, depending on diet, not taxonomic group." (7) Darmen Scott (1997): "Intestinal absorption is a surface area, not a linear problem. Dogs (which are carnivores [hij bedoelt waarschijnlijk: 'omnivores', JV]) have intestinal specializations more characteristic of omnivores than carnivores such as cats. The relative number of crypts and cell types is a better indication of diet than simple length. We are intermediate between the two groups." Grande & Leckie (1996): "David Popovich has been studying the micro-nutrient content of the wild vegetation consumed by gorillas. He has found that much of the energy and nutrient value that gorillas are able to derive from such a diet comes from colonic fermentation. Their studies on human subjects have shown that humans may also be able to rely on colonic fermentation. Thus, a diet consisting of substantial quantities of fruits, vegetables and nuts - no pasta or starches - will provide adequate protein, B-12 and amino acids (the building locks of protein). Gorillas and chimpanzees have little trouble digesting cellulose thanks to the presence of the ciliate Troglodytella in their intestines. However, chimps and gorillas in captivity begin to lose their Troglodytella when they are fed cooked food. Thus, it is reasonable to assume that humans lost their intestinal cilia when they started cooking with fire." De mens is dus een alleseter. Niet-vegetariërs concluderen hieruit misschien dat er daarom niets mis is met vlees. En vegetariërs wijzen er op dat het gegeven dat de mens een omnivoor is, ook betekent dat hij geen dierlijke eiwitten nodig heeft. Bovendien aten onze voorouders relatief kleine hoeveelheden vlees. Michiel Louter gaat een stap verder. Hij baseert zich op Richard Leaky, die meent dat vlees toch nodig was: Hoogstwaarschijnlijk is de mens zelfs mens geworden juist dóór het eten van vlees, zo concludeert de toonaangevende antropoloog Richard Leaky in The Origin of Humankind uit 1994. Tegelijk met het verschijnen van de stenen mesjes begon het volume van het brein immers explosief te groeien, iets dat volgens Leaky alleen kon gebeuren door het beschikken over 'een extreem rijke bron aan calorieën, proteïne en vet. Alleen door het toevoegen van een aanzienlijke hoeveelheid vlees aan zijn dieet kon de vroege mens zich "veroorloven" om zijn brein zodanig te laten groeien. - Louter (1997) Of de veronderstellingen van de 'toonaangevende antropoloog' Leaky ook door diens vakgenoten worden gedeeld, heb ik niet kunnen achterhalen. Spencer is het er in elk geval niet mee eens. Hij geeft vier argumenten tegen de (niet vaak meer gehoorde) stelling dat onze voorouders zuivere carnivoren zouden zijn geweest. Drie daarvan zijn ook van toepassing op de veronderstellingen van Leaky. 1) "If there was a correlation between the consumption of red meat and the enlargement of brain cells, big cats would have the largest brains and be the dominant species in the world today?" (Dit argument lijkt onzuiver. Vlees zou, onder bepaalde omstandigheden en in combinatie met andere factoren, voor een bepaalde diersoort een noodzakelijke voorwaarde voor de groei van de hersenen kunnen zijn, maar het is geen voldoende voorwaarde, net zo min als bijvoorbeeld het hersenvolume een absolute maat is voor intelligentie. In dat geval zou een olifant slimmer moeten zijn dan een mens. Maar dat neemt niet weg dat er toch een correlatie tussen intelligentie en hersenvolume kan bestaan.) 2) "If early humans had relied on meat alone they would have gone without most of the time." (Dit argument bestrijdt de opvatting dat de mens een pure carnivoor zou zijn.) 3) De groei van de menselijke intelligentie kan verklaard worden door noodzaak van kennistoename: "men and women must have gathered a huge encyclopaedia of knowledge. It was the women and children who searched for and gathered herbs, flowers and seeds, recognising their effect on the human body ... the Amerindian tribes of the Amazon and Orinoco basins have an intimate knowledge of the plants of the rain forest ... This storing of a vast amount of information early on in our prehistory must have required greater and greater intelligence ... 4) Om de hersenen (de cerebrale cortex) te laten groeien zijn twee soorten 'neurale vetzuren' vereist, 'Omega 3' en 'Omega 6', in een uitgebalanceerde combinatie. Beide stoffen komen zowel voor in allerhande plantaardig voedsel als in de combinatie vlees met vis. Veel carnivoren krijgen echter te weinig Omega 3, "which is why carnivores cannot become of superior intelligence by eating large quantities of meat alone". Skeleton find could rewrite human history We laten de discussies voor wat ze zijn. Een relativering tot slot. Regelmatig leest men in bijvoegsels en opiniebladen hoe recente archeologische vondsten en nieuwe onderzoekstechnieken leiden tot drastische bijstellingen van onze kennis van de evolutie van de mens. Daarbij valt op hoe weinig solide de extrapolaties verbonden met vorige opgravingen en technieken klaarblijkelijk steeds waren (zie 'Skeleton find could rewrite human history' en 'Oudste mens leefde nog veel langer geleden'). De nieuwere vondsten leiden er meestal toe dat dateringen verder terugschuiven in de tijd. Veel blijft onduidelijk. Het is bovendien verwarrend en vermoedelijk onjuist om van dé voorouders van dé mens te spreken. Veel waarschijnlijker is het dat er verschillende mensachtige varianten naast elkaar hebben bestaan ("De Toumaï-schedel heeft kenmerken die moderner zijn dan die van sommige veel jongere mensachtigen, en schudt daarmee de stamboom van de mensachtigen door elkaar") en dit geldt dan ook voor hun voedselpatroon. Ook is het denkbaar dat een vooroudergroep in een specifieke omgeving herbivoor is gebleven/geworden terwijl diezelfde groep zich elders ontwikkelde tot omnivoor, afhankelijk van de omstandigheden. Scott: "The archeological record does not give a clear, linear story of human development. Also, in the earlier stages of our development, there were obviously several humanoid species existing as co-contemporaries and it is not always clear which one is the direct ancestor of modern Man. You should remember that there is a lot of variation between fossil types classed as the same species, even those from similar periods of time. It seems unlikely that there was a uniformity of characteristics and lifestyle amongst all humans alive at any one time until H sapiens sapiens became the dominant species. Our history is much more of a patchwork of sub-species and differing ways of life. Finally, the experts themselves frequently disagree over what particular fossil finds may mean and how they fit into our 'family tree'." Recent hebben de genetici Harris en Hey (New Jersey) afgeleid dat homo sapiens sapiens al 200.000 jaar verdeeld is in twee groepen. Zij analyseerden het PDHA1-gen en vonden een verschil tussen enerzijds Afrikaanse en anderzijds Aziatische en Europese groepen. "Dit betekent dat de ontwikkeling van de vroeg-moderne mens (homo sapiens) tot de huidige moderne mens (homo sapiens sapiens c.q. Cro-Magnon-mens) in gescheiden populaties tegelijkertijd heeft plaatsgevonden" (NRC 20-3-99). Ellen Bartlett "Ik had een aantal gefossieleerde sporen van een carnivoor gevonden ..." (Berger) Apen en mensen: biologie en beschaving
In de nieuwsgroep alt.animals.ethics.vegetarian woeden regelmatig discussies over de verschillen en overeenkomsten tussen mens en dier. Iemand grapte: "NEWSFLASH! Humans are animals." Een ander, zich T. Rex noemende poster: "Apes, being more intelligent, probably evolved from Darwinists". Wij hebben ons tot nu toe vooral beziggehouden met het voedsel van de eerste mensen en mensachtigen. Een andere invalshoek is de vraag in hoeverre mensen en apen op elkaar lijken. Deze vraag is van belang in de discussies over het vegetarisme. Immers, indien het onderscheid tussen mens en dier kleiner zou blijken te zijn dan men altijd heeft aangenomen, dan kan dit gevolgen hebben voor de wijze waarop wij dieren zien en behandelen. De oude Grieken wisten reeds hoezeer mens en dier in bepaalde opzichten op elkaar lijken, bijvoorbeeld wat betreft het vermogen om tekens te gebruiken. Zij concludeerden "dat dieren tekens met een betekenis (semantiek) konden gebruiken maar geen syntaxis (grammatica) kenden" (Sorabji, geciteerd naar Serpell zj). Niet alleen met taal, ook met rekenen komen dieren uit de voeten. Meerkoetvrouwtjes tellen hun eieren om vast te stellen of hun nest compleet is, meent de ecoloog Bruce Lyon (Parool 5 april 2003). Het genetische verschil tussen apen en mensen is klein: 99.4% (99.6% volgens een andere bron) van het erfelijk materiaal in onze cellen is identiek aan dat van chimpansees. Zo'n getal moet men wel op zijn waarde weten te schatten. Want geldt iets soortgelijks niet ook voor de elementaire bouwstenen van een XT en een Pentium processor? Uit verschillende disciplines komen steeds meer aanwijzingen dat de taal en het vermogen om te redeneren en concepten te hanteren, geen unieke menselijke vermogens zijn, zoals 'men' altijd heeft gedacht. Toen verzorgers in een dierentuin waterkranen openzetten, realiseerde Kakowet, een bonobo aap, dat een aantal spelende jonge aapjes in een aangrenzend vertrek zouden verdrinken. Ze waarschuwde de oppassers en hielp zelf mee de baby-apen te redden. "The ability to look at the world through someone else's perspective -- in this case, to realize the babies would be in the path of rushing water and cannot swim -- is incredibly advanced thinking once thought unique to humans", aldus Frans de Waal. Ook blijken mensapen hun soortgenoten uitstekend te kunnen bedriegen en misleiden. Volgens de evolutionair psycholoog Richard Byrne wijst dit op een gemeenschappelijke biologische talige basis bij mensen en mensapen (Van der Helm 1999). Dit resultaat is in overeenstemming met hersenscans van Bill Hopkins, verricht op tien soorten apen. Het bleek dat oran oetangs, gorilla's, chimpansees en bonobo's 'left-brained' zijn: het planum temporale, verantwoordelijk voor de taalfuncties en rechtshandigheid, is in de linker hersenhelft sterker ontwikkeld, net als bij de mens. Voor de 'lagere' apen geldt dit niet (Neergaard). Niet slechts wat betreft de cognitieve vermogens lijken apen en mensen op elkaar. Er is ook een grote affectieve overeenkomst: "in one appalling experiment, monkeys were deprived of their mothers. The result? 'They have shown many signs of extreme neuroticism and even psychosis. Most of them spend their time sitting passively staring out into space, not interested in other monkeys or anything else. Some of them tensely win themselves into tortured positions, and others tear at theri flesh with their teeth ... These are all symptoms found in human adults confined in institutions for the insane'" Robbins (1987:38-39). Het belang van een gezonde affectieve relatie geldt voor bijna alle dieren, niet alleen zoogdieren. Kan men hieruit al concluderen dat dieren, net als mensen, zowel zeer gelukkig als zeer ongelukkig kunnen zijn? Een ogenschijnlijk groot biologisch verschil tussen mensapen en mensen is dat ze van elkaar geen nakomelingenen kunnen krijgen. Echter, volgens Richard Dawkins (zj) zijn er slechts enkele tussenvormen nodig om aap en mens zo te koppelen dat nakomelingenschap weer mogelijk is. Die tussenvormen zijn uitgestorven maar hebben ooit bestaan. Een dergelijke koppeling (of 'ring') kan men in de natuur waarnemen bij meeuwensoorten, verspreid over een groot gebied. Alle aangrenzende soorten kunnen onderling wel nakomelingen krijgen en zo is er indirect toch uitwisseling van genetische informatie mogelijk over de gehele keten of ring. De 'ring' van Dawkins lijkt een biologische toepassing van de Wittgensteiniaanse taalfamilie. Ook de betekenissen van woorden in de natuurlijke taal kunnen op eenzelfde continue wijze binnen een taalfamilie aaneengeschakeld zijn (historisch of anderszins), zodat tussen het ene en het andere 'uiteinde' (een taalfamilie is eigenlijk open en er is dus geen absoluut uiteinde) relatief grote verschillen bestaan terwijl er toch een duidelijk onderliggend verband is. Dawkins betoogt nu dat ons denken, in het bijzonder wanneer het normen en waarden betreft, een dergelijke continuïteit dikwijls niet opmerkt of niet wil zien. Net als in de rechtbank zijn er slechts twee mogelijkheden: de verdachte is schuldig óf onschuldig. Daartussenin is niets. Hier is sprake van een 'mind-gap', een missing link in een discontinue logica. Dawkins beweert dat wij niet slechts op apen (mensapen) lijken, niet slechts van de apen 'afstammen', maar dat we feitelijk Afrikaanse apen zijn: "The word 'apes' usually means chimpanzees, gorillas, orangutans, gibbons and slamangs. We admit that we are like apes, but we seldom realise that we are apes. Our common ancestor with the chimpanzees and gorillas is much more recent than their common ancestor with the Asian apes - the gibbons and orangutans. There is no natural category that includes chimpanzees, gorillas and orangutans but excludes humans ... In truth, not only are we apes, we are African apes." Mensen lijken meer op chimpansees, dan chimpansees op Gibbon-apen - Dawkins (zj) We kunnen al het bovenstaande in enkele zinnen kort samenvatten: onze vroegste voorouders waren een overwegend van plantaardig voedsel levende ondersoort van de Afrikaanse apen totdat zo'n twee à drie miljoen jaar geleden toen de jacht begon, vlees een steeds belangrijker onderdeel van het menu werd. Zeker in de laatste paar honderd duizend jaar ontwikkelde 'de' mens zich tot een omnivoor en jager. DE OUDSTE BESCHAVINGEN
De mens is een aap, zegt de bioloog. Maar hij is een beschaafde aap. (Een aap is ook beschaafd, zegt trouwens Frans de Waal.) Door werktuigen, landbouw, kennisoverdracht, symbolen, spel, ambacht, religie, geboden, taboes, experiment, boeren slimheid, ijver en ambitie ontsteeg hij zijn biologische determinanten. De 'beschaving' zelf werd de belangrijkste determinant van de menselijke ontwikkeling. |