Jeugdschaakpagina Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6
|
|||||||||||||
Een koning mag recht en schuin in alle richtingen. Hij mag maar één stap doen, niet meer. De koning mag naar alle velden met een blauwe stip. Hoeveel velden zijn er?
De koning is het allerbelangrijkste stuk. Hij is oneindig veel punten waard: zonder de koning is er helemaal geen schaakspel. De andere stukken kunnen alleen iets doen zolang hun koning in leven is. Daarom MOET de koning zorgen dat hij niet geslagen wordt. Dat is een verplichte regel. Gaat de koning per ongeluk naar een veld waar hij geslagen kan worden, dan moet hij terug naar waar hij vandaan kwam en de speler moet een andere zet doen. Op de velden met een rode stip kan de koning geslagen worden: daar mag hij dus niet naartoe. De velden met een blauwe stip zijn wel veilig. Onderzoek de plaatjes nauwkeurig:
Als een vijandelijk stuk op het punt staat om de koning te slaan (dat heet schaak) en er is voor de koning geen enkele veilige oplossing meer, dan geeft hij zich over. Uit eerbied wordt de koning niet geslagen. Hij is gevangen genomen en dat is genoeg. Het spel is uit. De koning staat schaakmat. Om een schaakpartij te winnen moet je de koning dus bedreigen (schaak zetten) en zorgen dat de koning geen bescherming meer heeft:
We bekijken een echte schaakpartij. Zwart heeft een sterk leger. De witte koning is alleen. Zwart probeert de witte koning gevangen nemen te nemen (schaakmat te zetten). Klik op de gekleurde zetten. |
|
Jeugdschaakpagina Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |