Witte koning alleen - Alle zwarte stukken


De witte koning staat er alleen voor. Je zult zien dat zwart de partij snel kan winnen.

1. Ke5 a5 2. Kd4

Wit kan met zijn koning alleen niet veel doen. Hij loopt een beetje rond.

2... a4 3. Ke4 a3 4. Ke3 a2 5. Kf2 a1=D

De zwarte pion promoveert tot dame. De witte koning mag nu niet meer naar onderen. Want daar zou de dame hem kunnen slaan. Een koning mag NOOIT naar een veld waar hij geslagen kan worden. Je kunt ook zeggen dat de koning niet binnen het bereik van een vijandelijk stuk mag komen. Een koning die geslagen kan worden staat schaak. En een koning mag zichzelf niet schaak zetten.

6. Kg3 Ta2

Opnieuw mag de koning niet naar onderen, nu vanwege de toren. Dan maar opzij:

7. Kf3 Dc3+

Nu bedreigt de dame de koning. Zie je het? De koning is in gevaar. Je zegt dat de dame de koning schaak zet. De koning kan niet naar onderen, daar staata hij schaak vanwege de toren. Hij mag ook niet op deze rij blijven staan. En dus moet hij naar boven, waar hij niet meer schaak staat:

8. Kf4 Ta4+

Opnieuw schaak. En opnieuw moet de koning naar boven.

9. Kf5 Dc5#

Opnieuw schaak! We controleren wat de koning nog kan doen. Hij mag niet naar onderen vanwege de toren. Hij mag niet naar links en rechts vanwege de dame. Hij mag ook niet naar boven: dan kan hij geslagen worden door een van de pionnen. De koning staat schaak en er is nergens veiligheid. De koning kan zichzelf ook niet beschermen met andere stukken want die heeft hij niet. De koning kan de dame die hem schaak heeft gezet, ook niet slaan. De koning staat schaak en er is niets meer aan te doen. Het is schaakmat. Einde partij. Zwart heeft gewonnen. De koning wordt ook nú niet geslagen. Soms leggen schaakspelers de koning neer, als teken van overgave.

*