| 
 Zwart aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1... Kxh4  Alleen zo wint zwart. Wit krijgt geen oppositie.
    1... gxh4 wint niet, vanwege de randpion:  2. Kg1 en wit gaat de hoek in. Remise.   
2. Kf2 Kh3 *
 
 
 
 | 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1. Kc1  Wit dreigt de hoek in te gaan. 
1... Ka2     1... a3 2. Kb1 Remise. De witte koning kruipt naar de hoek. Met een randpion is dat altijd remise.   
2. Kc2  Maar nu komt de zwarte koning niet meer weg van de a-lijn: 
2... a3 3. Kc1 Kb3  Als zwart toch weggaat, dan bereikt wit de hoek: 
4. Kb1  Remise.
*
 
 
 
 | 
| 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1. Kc2!  De verre oppositie. Zo voorkomt wit, dat zwart de oppositie pakt.   Andere zetten zijn niet goed: 
1. Kc3? Kc5 Zwart wint. 
1. Kd3? Kd5 Zwart wint. 
1. Ke3? Kc5! 2. Kd3 Kd5 Zwart wint.   
1... Kc5 2. Kc3  Remise.
*
 
 
 
 | 
 Zwart aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1... Kg8!  Verre oppositie. Alleen zo houdt zwart het remise.
   Na 1... Kg7? krijgt wit de gewone oppositie: 2. Kg5 en zwart verliest. Zoek zelf uit hoe.   
2. Kg4 Kf8! 3. Kf4 Ke8! 4. Ke4 Kd8! 5. Kd4 Kc8!  Steeds verre oppositie. Na de volgende zet van wit kan zwart eindelijk naar voren met zijn koning met een gewone opposistie.
*
 
 
 
 | 
| 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 | 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1. Kxa5  Wit moet deze pion slaan. Meer dan remise zit er voor wit echter niet in.
    1. Kxa6? verliest na 1... Kb4 2. Kb6 Kxa4 3. Kc5 Kb3 en de pion loopt door.   
1... Kb3 2. Kxa6 Kxa4 *
 
 
 
 | 
| 
 Zwart aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1... Ke6  Zwart neemt de verre oppositie in. Na 
2. Kf3  volgt 
2... Kf5 *
 
 
 
 | 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 | 
| 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 | 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 | 
| 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1... Kh1!  Gespeeld met een speciale bedoeling.
    1... Kg3 helpt sowieso niet, vanwege 2. Kg1 en wit promoveert, zwart niet.   
2. b6 h2!  Er dreigt pat. 
3. Ke2     3. b7 is meteen remise.   
3... Kg1 4. b7 h1=D 5. b8=D  Het staat precies gelijk. Zwart kan veel schaakjes geven, maar niet meer winnen bij goed spel van zwart.
*
 
 
 
 | 
 Wit aan zet 
 (A)  Kies     (A)   Wit staat gewonnen    (B)   Het is remise    (C)   Zwart staat gewonnen 
 
 
 
1. Kf1!  Zo houdt wit het remise. Alle andere zetten verliezen. Onderzoek het zelf. 
1... h3 2. Kg1  En de koning gaat naar de hoek. Zwart moet nu nog remise maken. Lukt dit?? 
*
 
 
 
 |