Wit aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1. d4 Wit kan lopen met de pion, want zwart krijgt de oppositie niet.
Na 1. Ke6 Kc5 moet wit weer terug: 2. Ke5 Kc6 Dit schiet niet op.
1... Kd7 Op 1... Kc7 volgt 2. Ke6 Zwart krijgt de oppositie niet.
2. Kd5 *
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1... Ke7 Zwart pakt de oppositie.
2. Kf5 Kf7 En opnieuw de oppositie. Remise.
*
|
Wit aan zet: kies alleen uit A, B of C
(A) (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
*
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1... Kg6 Zwart voorkomt dat wit een sleutelveld bezet. Wit krijgt de oppositie ook niet.
2. Kf4 Kf6 Remise.
*
|
Wit aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1. Kb6 Wit komt net op tijd om zijn pion te dekken en blijft met zijn koning vóór de pion.
1... Ke6 2. Kc6 Een sleutelveld voor wit.
*
|
Wit aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1. Kc7! Een zet om te onthouden.
1. b6+? Ka8 is remise! Immers: 2. b7+ Kb8
1... Ka8 2. Kb6! 2. b6 is niet zo'n goed idee.
2... Kb8 3. Ka6! Opnieuw een zet om te onthouden. Alleen als de koning naar links gaat (met een b-pion) (en met een g-pion naar rechts, dus naar de h-lijn) kan wit het winnen.
3... Ka8 4. b6 Kb8 5. b7 Kc7 6. Ka7 1-0
|
Wit aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1. Kf5 Wit bezet een sleutelveld.
1... Kf7 Maar heeft zwart dan niet de oppositie ? Nee, want wit speelt
2. g4 Wit heeft de oppositie en wint.
*
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1... Ke5 Alleen zo komt zwart vóór zijn pion.
1... Kg5? 2. Kg3 is remise.
2. Kg3 Ke4 3. Kf2 Kf4 Zwart heeft de oppositie.
*
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1... f5 Dit is het snelst.
2. Kf2 Kf4 Zwart wint.
*
|
Wit aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1. fxe3 Niet goed is 1. Kxe3? Ke5 Remise.
1... Ke6 2. Ke4 Wit verovert een sleutelvelop de volgende zet, bijvoorbeeld na
2... Kd6 3. Kf5 Wit wint de partij.
*
|
Zwart aan zet
(A) Kies (A) Wit staat gewonnen (B) Het is remise (C) Zwart staat gewonnen
1... Kf5! Zwart loopt naar rechts.
1... Ke5 2. Kd3 wordt remise. Zwart komt niet vóór zijn pion.
2. Kd3 Kg4 3. Ke2 Kg3 Met een gewonnen stelling:
4. Kf1 Kf3 5. Ke1 Kg2 Zwart wint.
*
|