|
|
|
|
Het schaakspel zit vol valkuilen en listen. Krijg je een stuk cadeau, vertrouw het dan niet meteen. Als je toch slaat, dan kan er opeens een sterk antwoord volgen. Zo is het niet goed om een toren te pakken als je tegenstander daarna een pion laat promoveren. Hij krijgt dan een dame. En ps ook op voor pat als je net het laatste stuk van de tegenstander slaat. Soms mag je niet slaan omdat je dan schaak komt te staan. En soms kun je beter een stuk slaan dat minder waard is dan een ander stuk met een hogere waarde. Ook bij een tweevoudige aanval is het lang niet altijd het beste om als eerste te slaan met het stuk dat het minste waard is. En soms, als je iets slaat, dan vergeet je de verdediging. Sla dus niet met een stuk dat iets belangrijks verdedigt. Anders ga je mat of je verliest iets waardevols. In de puzzels zit steeds een verleiding. Trap er niet in en zoek het gevaar. Speel dan de beste zet. |
Wit aan zet |
Wit aan zet |
||||
Wit aan zet
|
Zwart aan zet |
||||
Wit aan zet |
Wit aan zet |
||||
Wit aan zet
|
Wit aan zet |
||||
Zwart aan zet
|
Zwart aan zet
|
||||
Wit aan zet |
Zwart aan zet |
1. 
