LUIGI CORNARO 15 mei 1998 menukaart erasmus leonardo
Met Luigi Cornaro (1464-1566) ontstaat binnen het vegetarisme een duidelijke "scheiding van sentiment en spijsvertering", met Cornaro aan de kant van de spijsvertering: hij werd vegetariër uitsluitend om redenen van gezondheid. "He was adietitian rather than a thinker and humanist, and though he eshewed meat he did not consider the plight of animals themselves." (Spencer) Barkas schildert de ideeën van Cornaro, afkomstig uit een rijke Venetiaanse familie, tegen de achtergrond van een heropleving van de voedingsleer in het vijftiende eeuwse Italië en het ontstaan in de zestiende eeuw van de botantie als een zelfstandige wetenschap, eveneens in Italië. Zij brengt deze heropleving onder andere in verband met de hernieuwde aandacht voor Aristoteles en de nadruk hierin op het concrete. Rijkdom en lichamelijk genot zijn legitieme geluksmiddelen. Maar evenzeer, zegt Barkas, krijgen bij Aristoteles slaven, vrouwen en dieren een ondergeschikte positie toebedeeld. Cornaro, die honderd twee jaar oud werd, debuteerde op drieëntachtigjarige leeftijd met het essay Een verhandeling over sober leven. Later volgden nog twee kranige essays: Kort begrip van een sober leven en Aansporing tot een sober en geregeld leven. Hij werd er een beroemdheid mee en zijn geschriften werden in later eeuwen vertaald in Groot-Brittanië en Amerika. Cornaro leed als jongeman aan vraatzucht, een in zijn tijd veelvorkomende kwaal. Hij kreeg last van maagpijnen, kolieken, jicht, koorts en had eeuwig dorst. Op zijn veertigste jaar gaven de doktoren hem op. Met grote tegenzin begon hij toen een eenvoudig dieet te volgen en reeds na enkele dagen verbeterde zijn toestand. Binnen een jaar was hij geheel genezen. Cornaro begon toen pas echt te leven. Hij ging experimenteren met zijn voeding en levensstijl. Zo ontdekte hij dat wijn, meloen, vruchten, sla, varkensvlees, gebak onaangenaam waren voor zijn maag. Voortaan at hij zo weinig mogelijk, en hij weerde vlees uit zijn menu. Ook vermeed hij extreme temperaturen, nam tijdig rust en zocht de zon en de frisse lucht op. Cornaro geloofde dat ieder zijn eigen dokter zou kunnen zijn: "The reason is, that any man, by repeated trials, may acquire a perfect knowledge of his own constitution, the kinds of food and drink which agree with him best." Ook dacht hij dat stemmingen van melancholie en gevoelens van haat een slechte uitwerking op zijn lichamelijke toestand hadden. Maar, hoewel moeilijker te controleren, dacht hij de uitwerking hiervan toch te kunnen verminderen door een sober en harmonieus leven, door zangkunst, zelfontplooiing en positief denken: "I can turn misfortune to advantage and derive additional benefit from reverses". Op zeer hoge leeftijd besteeg Cornaro moeiteloos zijn paard en hij beklom steile heuvels met het gemak van jonge man. Hij bleef uiterst creatief en goed-gehumeurd, had plezierige dromen en geen last van slapeloosheid. Zijn zintuigen waren scherper dan ooit, zijn geest bleef helder en Cornaro bleef tot aan zijn dood met sonore stem reklame maken voor een sober leven. Bronnen -Barkas (1979) -Cornaro (zj) -Hart (zj) -Spencer (1993) menukaart erasmus leonardo |