PYTHAGORAS
het akkoord der zielen




18 juli 1999

menukaart
socrates
zarathoestra



Pythagoras



      Zolang mensen massaal dieren slachten, zullen zij ook elkaar vermoorden. Inderdaad, hij die het zaad zaait van moord en ellende kan geen vreugde en liefde oogsten - Pythagoras



Toen de Vegetarian Society in 1847 in Engeland werd opgericht was het begrip vegetariër pas net in omloop. Het woord 'vegetariër' werd voor het eerst in 1842 gebruikt. Voor die tijd werden vegetariërs dikwijls Pythagoreeërs genoemd of aanhangers van het systeem van Pythagoras, naar de eerste uit de oudheid bekende vegetariër (Giehl).

Pythagoras (c.582/70 - 496 v.C.) werd geboren op het eiland Samos (aan de kust van het huidige Turkije) en zou, door leergierigheid gedreven, lange reizen door de oudheid hebben gemaakt (Egypte, Syrië, Babylonië). Later richtte hij een school of broederschap op in Croton, een Griekse kolonie in Zuid-Italië. Uit deze school ontstond een mystiek-rituele cultus, gewijd aan Apollo, god van de wijsheid en schone kunsten.




Tempel gewijd aan Apollo, Corinthië,
6e eeuw v.C. Fotofragment: Dick Cretcher



De twee duizend volgelingen, waaronder zes honderd geïnitieerde mannen en vrouwen, beschouwden de uitspraken van hun leermeester zonder meer als beslissend, aldus De Strycker (1980). De Pythagorische commune onderhield een aantal 'negatieve' regels. Men onthield zich van bepaalde vleessoorten en bonen. De groep werd verjaagd en Pythagoras trok zich daarna terug uit Croton. Er is van Pythagoras geen werk bewaard gebleven. Het is daarom onmogelijk om zijn ideeën en die van zijn volgelingen uit elkaar te houden. Bovendien is de leer van Pythagoras door zwijgen omgeven. De eerste generatie Pythagoreeërs heeft waarschijnlijk niets op papier gezet. Van de geïnitieerden werd geëist dat zij eerst vijf jaar zouden luisteren en zwijgen. In de school gold een regel van geheimhouding. Wellicht mede hierom ontstonden er vanaf de vierde eeuw v.C. wonderbaarlijke legenden over de eigenzinnige Pythagoras. Ze vinden hun weerslag in biografieën vanaf die tijd. Louter (1997) zal wel uit deze bronnen putten wanneer hij Pythagoras portretteert als een geniale zot: "Pythagoras was niet zomaar een Griekse filosoof, maar eentje die op hol geslagen ossen met een simpel handgebaar tot bedaren kon brengen, in een oogopslag kon zien hoeveel vissen zich bevonden in een willekeurig vissersnet en bovendien wist dat de som van de kwadraten van de rechthoekszijden van rechthoekige driehoeken gelijk is aan het kwadraat van de overliggende zijde, ook wel hypotenusa genoemd. Bovendien had Pythagoras al deze kunststukken, althans volgens zijn leerlingen, slechts te danken aan het niet eten van vlees ... Pythagoras geloofde ... dat men door vlees te eten zijn eigen familie opat. Bekend is het verhaal hoe Pythagoras eens tegen een man die een jong hondje aan het afranselen was, zei: 'Stopt u daar mee, alstublieft, want ik hoor in het geblaf de angstkreten van een onlangs gestorven vriend.' Pythagoras achtte ontsnapping uit deze cyclus mogelijk door een streng ascetisch leven, dat men diende te beginnen door eerst minimaal vijf jaar onafgebroken te zwijgen. Zowel vlees als bonen waren taboe, evenals het aanraken van witte hanen, het dulden van zwaluwen onder zijn dak en het kijken in spiegels die zich bevonden naast een brandende lamp." We zullen het portret aanvullen met de aantekeningen van Beck (zj): "Latere biografen schrijven dat hij zich zijn vorige levens herinnerde en dat hij in één van zijn levens in de Trojaanse oorlog had gevochten. Xenophanes vertelt hoe hij een einde maakte aan het afranselen van een jonge hond omdat hij de ziel van een vriend herkende ... Hem werden ook wonderen en herlderziende gaven toegedicht, inclusief het op verschillende plaatsen tegelijk aanwezig zijn. Hij zou zich nooit overmatig hebben overgegeven aan de begeerten en nimmer iemand gestraft hebben uit woede. Volgens latere verslagen zou zijn leer veel steden in Italië en Sicilië hebben helpen bevrijden. Hij leerde de jongeren hun ouders te respecteren en de volwassenen om de goden te vereren. Zijn methode was hoofdzakelijk educatief met als doel de ontwikkeling van de geest door studie en inzicht. Hierom moedigde hij zelfcontrole aan. In plaats van zich een wijze te noemen, zocht hij naar de wijsheid in vriendschappen en hij noemde zich om die reden, mogelijk als eerste, een filosoof. Philia betekent vriendschap, sophia wijsheid. Het leven, zei hij, was als de spelen, en de beste rol is die van de toeschouwer. De meeste mensen jagen eigenbelang en roem na, maar de filosoof zoekt naar de waarheid."

Pythagoras leerde dat dieren een onsterfelijke ziel hebben. Daarom verdienden ze hetzelfde respect als mensen. Hij was een vegetariër "zijn leven lang of voor het grootste deel" (Kirst zj). Dit zeggen ook de biografen van Pythagoras, met uitzondering van Aristoxenus. Het is ook denkbaar, maar niet zeker, dat Pythagoras pas vegetariër werd na zijn verblijf in Egypte waar hij over de zielsverhuizing hoorde. Maar veel over de invloeden op Pythagoras blijft onduidelijk. Het is niet eens zeker of hij wel in Egypte is geweest. En het is ook niet zeker dat de leer van de zielsverhuizing uit Egypte afkomstig is (Green & Groff 1996-8).

De zielsverhuizing van het ene lichaam naar het andere was volgens Pythagoras mogelijk in twee richtingen: van dier naar mens, en andersom, van mens naar dier. De ziel reist in een cyclus van duizenden jaren door het dierenrijk. Daarna begint alles van voren af aan. "Opmerkelijk is in deze leer de continuïteit tussen verschillende aspecten of graden van het leven" (De Strycker). In de gehele geschiedenis van het 'vegetarisme' treedt dit thema van de continuïteit op de voorgrond, waardoor mens en dier op allerlei manieren en in allerlei opzichten met elkaar in een verband staan. In allerlei varianten duikt het op, of dit nu de leer van de zielsverhuizing is, het relativiteitsdenken van Prediker, Plotinus' keten van het zijn, het romantisch-empathisch levensgevoel, Darwins evolutietheorie of de morfische velden van Rupert Sheldrake. Voor de pythagoreeërs was daaorm de getalswiskunde zo belangrijk. Daarmee konden de relaties tussen de verschijningsvormen in de wereld worden onderzocht en in verbanden vastgelegd. Kon men doordringen tot de geheimen van de getallen, dan kende men de geheimen van het hele universum en de bestemming van de mens (Cosio).

Vindt het westers vegetarisme nu dus zijn oorsprong in de leer van de zielsverhuizing? Wat Pythagoras betreft wordt algemeen aangenomen dat dit zo is. "Pythagoras was de allereerste Griek die het dogma van het bestaan van de ziel verbreidde". En deze theorie was inherent aan het Pythagorisch vegetarisme, aldus Spencer. Ook anderen wijzen op het hechte verband tussen de (vegetarische) leefregels van de pythagorische gemeenschap en de zielsverhuizing.

Waarom geloofde Pythagoras in de zielsverhuizing? Is het denkbaar dat aan zijn 'overtuiging' iets anders voorafging? Een besef van verbondenheid? Een ongearticuleerd voorweten of zekere grond-intuïties? Een sterk eenheidsverlangen misschien, waardoor de vegetarische 'wereldbeschouwing' hem de juiste toescheen? Of, - maar dit hoeft met het vorige niet in strijd te zijn - valt het pythagorische systeem te begrijpen als een fusie van invloeden zoals die van zijn Syrische leermeester Pherekydes bijvoorbeeld, op zijn beurt beïnvloed door 'de geheime boeken van de Phoeniciërs'? Pherekydes staat aan de basis van het Eros-concept: een harmonische eenheid van tegenstellingen. Maar men kan ook denken aan de invloed van zijn vele andere leermeesters zoals Thales en Anaximander, beiden bekend met de sterrenkunde en wiskunde van Babylon, destijds een vooraanstaand centrum van kennis. Thales, die naar Egypte reisde, behoorde net als Pherekydes tot de Zeven Wijze Mannen (Sofoi) van wie de spreuken als gezaghebbend werden aangehaald. Hij onderwees de bezieling van alle materie (panpsychisme) in een goddelijk universum en hij hield de ziel voor onsterfelijk. Verder is gewezen op de invloed van Hesiodes en de grote invloed van het orfisme waarin de mystieke wezensgemeenschap tussen mens en de godheid kenmerkend is. Dan heeft men nog gedacht aan de invloed van Zarathoestra en het Iraans dualisme waarin de wereld wordt voorgesteld als een actieve strijd tussen Goed en Kwaad. Andere mogelijkheden zijn de magische offerrituelen van de Egyptische priesters aan wie Pythagoras, door hen aanvankelijk afgewezen, geheimhouding zou hebben moeten beloven, en het Indisch hindoeïsme, doorgegeven vanuit Perzië (vergelijk Spencer, Barkas, De Strycker, Beck, Shand, Huig & Scheurleer). Kortom, het lijkt onmogelijk om de achtergronden van het pythagorisch vegetarisme preciezer te traceren. Maar de uitvinder zal hij niet geweest zijn.

De leer van de zielsverhuizing was in Pythagoras' tijd niet uitzonderlijk. Maar geen vlees eten ging wel in tegen heersende codes. Vlees was ook een statussymbool, 'geassocieerd met de Herculiaanse kracht en de dapperheid van atleten'. Spencer: "It was difficult, in fact, for the Greeks to consume anything without offering the best portions to a god. How then could Pythagoras ... be accepted and revered by their society, how could they commune with and praise the gods?"

Pythagoras was een originele en eigenzinnige persoonlijkheid. Hij werd gedreven door een sterk verlangen naar kennis, zuiverheid en harmonie en meende dat de ziel door muziek, contemplatie en het beoefenen van de wetenschappen gezuiverd werd. Wie de wiskunde kon begrijpen, had toegang tot een hogere, belangeloze wereld van abstracties. Bij het beoefenen van deze deugden 'ontdekte' Pythagoras de muzikale intervallen (quint, kwart, terts, etc.) en overeenkomstige evenredigheden in wiskunde en kosmologie. Omdat de akkoorden of consonanties afhankelijk zijn van bepaalde getalsverhoudingen besloten de Pythagoreeërs dat alles getal is. Zo ontstond het idee van een muziek der sferen: "Aangezien de hemellichamen zich met grote snelheid door de ruimte verplaatsen, verwekken zij klanken die naar gelang van hun afstand tot het centrum verschillen en aan de acht noten van de gamma beantwoorden" (De Strycker). Men beweerde dat Pythagoras de grondtoon van het universum kon horen. Is het onaannemelijk dat Pythagoras - die tevergeefs had geprobeerd te bewijzen dat alles verklaard kon worden met behulp van uitsluitend gehele getallen - vanuit eenzelfde gevoel voor harmonie, heelheid en verbondenheid tussen alle elementen van de schepping werd aangetrokken tot een 'religieus beleden' vegetarisme als een eeuwig akkoord der zielen?

De volgende dichtregels, overgenomen en (vrij) vertaald uit Anthology of Poetry, schreef Ovidius toe aan Pythagoras:


    Als men zich voedt met vlees van sterfelijken,
    met bloed aan de kiezen levend brood vermaalt,
    verslindt men dan niet zijn vrienden,
    is dit geen barbaars Cyclopisch feest?
    Want Aarde, je voorziet ruimschoots in behoeften
    in luxe zelfs, verkwistend als je bent.
    Hoe gemakkelijk een onschuldige maaltijd aan te richten,
    en, zonder bloed, hoeveel overvloediger het genot.


Pythagoras had in heel de Griekse wereld een groot aanzien en hij gold als een groot geleerde. Hij is bijzonder invloedrijk geweest. De latere vegetariërs wisten hoezeer zij van Pythagoras afhankelijk waren. Een van hen was Empedocles.




EMPEDOCLES



      Alle dieren, beesten en vogels, waren toen tam en vriendelijk voor mensen en alom heersten er gevoelens van vriendschap.

      Zij vereerden koningin Cypris met offerandes van pure myrrhe en zoete wierook, en plengoffers van bruine honing. Het altaar stonk niet naar stierenbloed, want het gold als een zonde om dieren van het leven te beroven en hun lichamen te eten.


Empedocles van Agrigentum (Sicilië, c.495/2 - c.435/2 v.C.) was niet minder eigenaardig en veelzijdig dan Pythagoras. Hij was bioloog, arts, staatsman, dichter, denker, magiër. Empedocles had dezelfde sterke neiging naar het kosmische en religieuze en hij was bovendien profetisch aangelegd. Maar ook was hij praktisch ingesteld. "He combined scientific study with a mystical religion of the Orphic type, but he differed from Pythagoras in the direction his scientific inquires took, focusing on medicine, rather than mathematics. That accounts for the physiological interest that arks his speculations. The skill which he possessed in medicine and natural philosophy allowed him to perform many wonders, which he passed upon the multitude for miracles. He pretended to drive away noxious winds from his country and thereby put a stop to epidemic diseases. He is said to have checked, by the power of music, the madness of a young man who was threatening his enemy with instant death; to have restored a woman to life who had lain breathless thirty days; and to have done many other things, equally astonishing, after the manner of Pythagoras" (Internet Encyclopedia).
Als politicus was Empedocles betrokken bij de stichting van een kolonie (Turii) in Sicilë en hij werd hierom verbannen, zoals ook Pythagoras uit zijn kolonie was verbannen. Hij weigerde de traditionele Delphische kroon en koningsmantel, hem aangeboden door de mensen van Agrigentum nadat hij de heersende oligarchie ten val had gebracht. In plaats daarvan stichtte hij een democratie.
Hij werd vereerd als magiër en genezer, zelfs als godheid:

Zodra ik in de bloeiende steden aankom met mannen en vrouwen in mijn gevolg, begint men mij te vereren; de menigten die mij volgen vragen mij naar de weg; sommigen verlangen wonderen, terwijl anderen, door landurige ziekten gekweld, mij smeken om een woord van genezing.

Over zijn dood ging een bijzonder verhaal. Empedocles zou zich in de brandende krater Edna hebben gestort opdat niemand zou weten hoe hij aan zijn einde kwam en men hem voor een god zou aanzien. Maar zijn geheim werd ontdekt toen de vulkaan een van zijn sandalen uitspuugde.

Empedocles schreef twee onvolledig bewaarde leerdichten. Over de natuur stelt de wereld voor als bestaande uit vier onveranderlijke zuivere elementen of 'wortels': vuur, lucht, aarde en water. Alles wat tijdelijk is, is samengesteld uit de elmenten. Het wordt door krachten van Liefde en Haat bijeengehouden of juist gescheiden. Alles voltrekt zich in een grote cyclische beweging. Opmerkelijk is Empedocles' consequente toepassen van een hermeneutisch principe 'dat wij het gelijke door het gelijke kennen'. Het principe werd door hem fysiologisch toegepast: "Empedocles (kon) zich niet bij de opvatting van Alcmeon aansluiten, voor wie de hersens de zetel van het bewustzijn waren, maar kende deze rol toe aan het bloed, en wel aan het zuiverste bloed, dat onmiddellijk het hart omgeeft ... De voorwerpen buiten ons zenden ononderbroken uitwasemingen uit die langs de kanaaltjes of poriën van onze zintuigen binnendringen en zo opgenomen worden in het bloed; dit vloeit regelmatig van uit het hart naar de periferie van het lichaam om daarna naar het hart terug te ebben. Hoe ieder zintuig zijn eigen uitwasemingen opvangt, wordt met nauwkeurige, soms tamelijk bevreemdende details uitgewerkt" (De Strycker).

Voor ons is het tweede leerdicht, de Zuiveringsriten, belangrijkst. Hierin is het mechanistische denken afwezig. Daarvoor in de plaats komen de pythagorische noties van de onsterfelijke ziel, de zielsverhuizing, de zuivering en het vegetarisme. Vroeger, ten tijde van Aphrodite, leefden de mensen in een staat van onschuld. Maar begonnen ze bloed te vergieten. Voor die zonde moesten de zielen drie keer tienduizend 'seizoenen' uitboeten. In het volgende citaat blijkt hoezeer het vegetarisme van Empedocles verbonden is met de zielsverhuizing en dualistisch denken waarbij het leven in een sterfelijk lichaam gezien wordt als een zware straf.

Er bestaat een orakel van de Noodzakelijkheid, een oud gebod der goden, dat wanneer de demonen met hun handen bloed hebben aangeraakt of betrokken zijn geweest bij conflicten en vijandigheden, zij verstoten zullen worden uit de woningen der gezegenden en drie maal tienduizend perioden zullen ronddolen en steeds opnieuw geboren moeten worden in de lichamen van alle sterfelijke levensvormen, het ene moeizame pad na het andere moeizame pad afleggend. De Lucht drijft hen de Zee in, en de Zee werpt hen weer op het droge; de Aarde brengt hen in de stralen van de brandende Zon en gooit hen op in de dwarrelingen van de Lucht. Zo nemen de elementen hen van elkaar over en alle verwerpen hen. Ik ben een van deze ongelukkigen, een banneling, een dolende. Want ik stel ik mijn vertrouwen op de blinde drift.


De gegevens over Empedocles zijn voor een belangrijk deel ontleend aan De Strycker (1980) en de Internet Encyclopedia (1996). De Empedocles-citaten zijn vrij vertaald uit Burnet (zjb). Met dank aan Ron Stoffers die gegevens toestuurde van historische vegetariërs.


Bronnen

-Anthology of Poetry (zj)
-Burnet (zjb)
-Bussanich (1997)
-Cosio (1995)
-Dierenbevrijding (zj)
-Beck (1997)
-FAQ rec.food.veg (1997) (#)
-Giehl (1979)
-Green & Groff (1996-98)
-Huig & Lunsingh (1994)
-Internet Encyclopedia of Philosophy (1996)
-Kirst (zj)(#)
-Louter (1997)
-MacKinnon (1996)
-Shand (zj)
-Spencer (1996)
-De Strycker (1980)



menukaart
socrates
zarathoestra