jeugdschaakpagina
de meer | nicolaas maes | linnaeus | winterkoninkje



REGELS SCHOOLSCHAAKCOMPETITIE


  1. In een normale schaakles speelt iedereen precies 1 partij voor de competitie. Wie wint krijgt 1 punt. Bij gelijk spel (remise) krijgen beide spelers een ˝ punt. Verlies is 0 punten. Na elke competitieronde wordt het puntentotaal opgeteld en de ranglijst opgehangen in de school. Iedereen kan zien waar hij op de ranglijst staat. Bijvoorbeeld:
     Ronde   1   2   3   4
     Remy    1   2   3   4 
     Eva     0   1   1˝  2˝
     Nick    1   1   2   2˝
     Skip    0   1   1   2
     Elco    1   1   1   1˝
     Jonas   0   ˝   1˝  1˝
     Benno   -   ˝   ˝   1
     ...
    Aan het einde van elke schaakcursus zijn de nieuwe schoolkampioen, de groepswinnaars en de winnaars uit Stap 1, 2, 3, enz. bekend. Daarna begint een nieuwe competitie met nieuwe kansen.

  2. De wedstrijdleider (scheidsrechter) bepaalt tegen wie je speelt. Als je veel partijen wint word je meestal ingedeeld tegen sterke tegenstanders. Klagen hierover helpt niet. Het kan best zijn dat je in een competitie twee, of zelfs drie keer tegen dezelfde speler moet schaken. Iedereen speelt zo veel mogelijk op zijn eigen niveau.

  3. a) Een partij is pas afgelopen als de scheidsrechter de eindstelling heeft gezien en gecontroleerd. Ruim dus niet meteen de stukken op, maar haal de scheidsrechter erbij.
    b) Je hebt gewonnen als je je tegenstander schaakmat hebt gezet (en de scheidsrechter de matstelling heeft gecontroleerd).
    c) Het is remise (gelijk spel) als het pat is (en de scheidsrechter de patstelling heeft gecontroleerd). Het is ook remise als beide spelers onvoldoende stukken over hebben om mat te zetten (bijv. koning+loper tegen koning).
    d) Arbitreren. Als de speeltijd voorbij is en de partij is niet afgelopen, dan beslist de scheidsrechter wie er wint. Meestal (maar niet altijd!) wordt de beslissing bepaald door het volgende:
    - Je hebt gewonnen als je 3 of meer punten hebt dan je tegenstander en je verliest als je 3 of meer punten minder hebt dan je tegenstander.
    - In andere gevallen is het remise.
    Maar de scheidsrechter kan een andere beslissing nemen. Denk aan een pion die bijna aan de overkant is en niet kan worden tegengehouden. Als het verder gelijk staat, wint de speler met de vrijpion. Of denk aan eejn speler met 4 punten minder dan zijn tegenstander: maar hij kan mat geven of met een trucje een stuk winnen, of door zetherhaling remise afdwingen (Stap 3). Soms, als de stelling onduidelijk en ingewikkeld is, laat de scheidsrechter nog enkele zetten doorspelen.
    Je mag rustig over elke zet nadenken maar niet treuzelen. Als je met opzet de partij vertraagt (omdat je 3 of meer punten voor staat bijvoorbeeld), kan de scheidsrechter in je nadeel beslissen.

  4. Kleur. Willen twee spelers allebei wit of allebei zwart, dan wordt er geloot om de kleur met twee pionnen van verschillende kleur.

  5. Aanraken en loslaten.
    Als je niet aan zet bent, mag je de stukken niet aanraken.
    Als je aan zet bent dan geldt:
    a) Heb je een stuk aangeraakt, dan moet je ermee zetten (tenzij je met dat stuk geen zet mag doen vanwege schaak).
    b) Als je een stuk hebt losgelaten, dan is de zet voltooid: je mag niets meer aan de stelling veranderen (tenzij je schaak zou komen te staan).
    c) Als je een stuk van je tegenstander aanraakt, dan moet je het slaan (tenzij je schaak zou komen te staan).

  6. Je mag alleen protesteren op het moment dat er een probleem is. Als twee spelers een probleeem, een meningsverschil of zelfs ruzie hebben (omdat zij niet weten wie er aan zet is bijv of als de stand op het bord niet klopt), dan moeten zij er onmiddellijk de scheidsrechter bijhalen. Doen zij dit niet en spelen zij door, dan kunnen zij later niet meer protesteren.

  7. Wie onsportief, oneerlijk, luidruchtig of vervelend is kan zijn partij verliezen of punten aftrek krijgen.

  8. Spelen met een schaakklok. Je hebt verloren als je vlag gevallen is (ook al sta je totaal gewonnen). Je moet de klok indrukken met dezelfde hand als waarmee je je zet hebt gedaan.

  9. In alle moeilijke gevallen die niet in dit reglement staan, beslist de scheidsrechter.



Dit reglement is niet volledig. De officiële schaakregels staan op de website van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB).





jeugdschaakpagina
de meer | nicolaas maes | linnaeus | winterkoninkje