Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6






DOORSLAGVARIANT (1)


In de opening worden stukken ontwikkeld, aangevallen en gedekt, soms tweevoudig of drievoudig. Zo ontstaat er een geladen stelling, spanning. Nu is er een belangrijke regel die zegt: Hef de spanning niet zonder reden op. Gemakzuchtig stukken ruilen betekent verlies van invloed en mogelijkheden. Ik ga er van uit dat je deze regel kent.
Toch blijft spanning dikwijls niet bestaan. Het is als bij de opbouw van onweerswolken op een warme zomerdag. Opeens kan het gebeuren dat met een grote klap de spanning zich ontlaadt in een knetterende donderslag. Zoiets komt ook voor in het schaakspel. Opeens wordt er over en weer geslagen. Een bijzondere manier waarop de spanning in een partij zich kan ontladen is de doorslagvariant, een reeks slagzetten met hetzelfde stuk. Het stuk dat slaat wordt daarbij niet teruggelslagen. In plaats daarvan slaat de tegenstander elders op het bord. Beide partijen vervolgen al slaande hun weg door de vijandelijke stelling en reageren niet op elkaar.

De doorslagvariant is eigenlijk een reeks tussenzetten. Ik ga ervan uit dat je weet wat een tussenzet is. Stel dat je dame wordt aangevallen. Je kunt je daartegen verdedigen, maar soms is het beter om zelf een tegenaanval uit te voeren. Dat moet dan wel een dwingende zet zijn, bijvoorbeeld schaak of een matdreiging. Zo'n dwingende zet is een tussenzet. En een doorslagvariant is een reeks van tussenzetten waarbij beide partijen om en om stukken van elkaar slaan met hetzelfde stuk. We bekijken enkele voorbeelden.











 










 










 










 










 










 










 










 










 










 










 






Conclusies


Hoe kun je doorslagvarianten vinden? En waar moet je op letten als je met een doorslagvariant te maken krijgt?

• Om te beginnen, het is goed om te weten dat je niet op elke aanval hoeft te reageren. Ga op zoek naar een tegenaanval en probeer een doorslagvariant te ontdekken. Ze komen vaker voor dan je zou denken. Verder:
• In veel doorslagvarianten zijn het de pionnen die doorslaan. Maar alle stukken kunnen verwikkeld raken in een doorslag, ook bijvoorbeeld een koning en een loper die beurtelings pionnen roven.
• Zoek naar het langste doorslagpad voor beide partijen en tel de punten, voor beide partijen. Je hebt dan een eerste aanwijzing of doorslaan iets kan opleveren. Tel eerst het pad van de ene partij, daarna het pad van de andere partij: dat is makkelijker dan om en om tellen. Bepaal voor elke zet of doorslaan gedwongen is. Zo ja, dan is de doorslagvariant gemakkelijk uit te rekenen.
• Zoek ook naar zijwegen in de doorslag. Een zijweg kan aantrekkelijk zijn, ook al is het niet de langste weg.
• Beoordeel de stelling aan het einde van een doorslagvariant nauwkeurig. Dikwijls zit er een venijnig staartje, een stille zet, een lastige dreiging of een onverwachte wending aan de doorslag, waardoor een van beide partijen in het nadeel komt. Soms is de doorslagvariant vrij makkelijk te vinden, maar de stelling erná juist moeilijk.
• Degene die als eerste begint met een doorslag is niet automatisch in het voordeel.
• Een doorslagvariant kan een dameoffer bevatten; dikwijls wordt een dame (samen met een of twee pionnen) geofferd voor drie lichte stukken, of voor twee lichte stukken en een toren. In het middenspel zijn drie stukken meestal sterker dan een dame.
• Een doorslagvariant kan 'onzuiver' zijn. Zoek tussenzetten die de doorslag onderbreken of doorbreken. Schaken is geen dammen. Slaan is niet verplicht en meerslag gaat niet voor damslag. Een sterke tussenzet kan aan de doorslag abrupt een maken.
• Een doorslag begint dikwijls met een aftrekaanval, een tegenaanval of met een andere tussenzet, waarna er over en weer stukken komen in te staan en doorslaan voor beide partijen aantrekkelijk of zelfs gedwongen is. Zoek naar zulke mogelijkheden.




Oefening
Les
Oefening
Oefening
Stap 5: doorslagvariant a
Stap 6: Doorslagvariant (2)
Stap 6: doorslagvariant b
Stap 6: doorslagvariant c







Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |