Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina









KLEIN PLAN (a)


Als er geen tactische truc in de stelling zit waarmee je direct wint, dan komt een klein plan in aanmerking. Zorg voor een goede pionnenstructuur, of verbeter de pionnenstructuur als het kan. Probeer de pionnenstructuur van tegenstander juist te verzwakken. Een duo in het centrum is sterk en geef dit centrum niet zomaar op. Dubbelpionnen kunnen een nadeel zijn, evenals geïsoleerde pionnen. Vrijpionnen kunnen sterk zijn. Verbonden vrijpionnen zijn nog sterker. Een pionnenketen heeft een of meer zwakke punten, die niet door ander pionnen gedekt worden. Probeer zo'n zwakte aan te vallen.

Stukken moeten een nuttige taak hebben, liefst allemaal, ook de koning. De koning is een sterke aanvaller in het eindspel, en helemaal in een pionneneindspel. Laat stukken samenwerken en zorg dat ze voldoende bewegingsvrijheid krijgen. Zoek goede velden, zoek open lijnen, val binnen op de 7e of de 8e rij met een toren of dame. Val zwakke punten van de tegenstander aan. Dwing hem tot verdedigen.

Om zulke dingen gaat het in een 'klein plan'. Voorkom dat de tegenstander een goed klein plan heeft. Laat de stukken voor je werken. Voorkom dat de stukken van je tegenstander gaan werken. Ruil ze desnoods af.










Zwart aan zet

1... Lxa3 2. bxa3
Zwart heeft de witte pionnen verzwakt, en haalt weldra zijn toren erbij.
*








Wit aan zet

1. hxg3
Naar het centrum slaan is hier het beste. De witte pionnenketen blijft verbonden en heeft geen zwaktes. Bovendien krijgt wit een open lijn voor zijn toren. Allemaal kleine voordeeltjes.
*








Wit aan zet

1. Pf4+ Pxf4 2. gxf4
De witte pionnenstructuur is enorm verbeterd. Wit staat gewonnen.
*








Wit aan zet

1. Pf6
Na deze zet heeft zwart grote problemen. Hij zwarte paard mag het witte paard niet slaan, dus het moet weg. Maar dan slaat wit op d7, en daarna gaat het naar f8. Pion g6 gaat er ook nog af.
*








Wit aan zet

1. Pg2! Kd7 2. Ph4
Wit heeft zijn aanvalsdoel gevonden.
*








Zwart aan zet

1... Ke7
Activeer de koning!


1... Kf7 is ook goed, het idee is hetzelfde

2. Kg2 Kf6 3. Kg3 Kg5
Zwart wint een pion.
*








Wit aan zet

1. Ke3
Wit verdedigt zijn sterke centrum en voorkomt dat de zwarte torens actief worden.
*








Wit aan zet

1. Kd2
Wit voorkomt dat de zwarte toren binnenvalt op e2.
*








Zwart aan zet

1... f6!
Zwart verdedigt zijn centrum.
*








Zwart aan zet

1... Pb5
Het paard vindt een aanvallende taak ...
2. Kd2 Pc3 3. Lf5 Pxa2
*








Wit aan zet

1. d6!
Wit bezorgt zwart een lastige dubbelpion en maakt ruimte voor zijn toren. Wit wint zijn geofferde pion spoedig terug:
1... exd6 2. Ta5
Wit heeft twee verbonden vrijpionnen.
*








Wit aan zet

1. Le3! Als zwart slaat dan krijgt wit een dubbelpion. Dit is een klein nadeel. Maar de witte voordelen zijn belangrijker. Wit krijgt een extra pion in het centrum, waardoor d4 mogelijk wordt. De toren op de f-lijn wordt actief vanwege de open f-lijn. Zwart kan geen stuk meer op d4 plaatsen. En wit ruilt ook nog eens een van sterke stukken van zwart af, de loper op c5. Al een goed klein plan. Wit hoeft niet bang te zijn dat zwart slaat (instructievoorbeeld Handleiding Stap 3). *

Opnieuw oplossen? Druk op F5 (pagina vernieuwen).





Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina