Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina











TWEEVOUDIGE AANVAL (D)


Een stuk van de tegenstander staat gedekt. Maar twee stukken vallen het aan. Twee aanvallers zijn sterker dan één verdediger. Je kunt slaan. Als de tegenpartij terugslaat (niet verplicht), dan kun je nog een keer slaan. Met een tweevoudige aanval kun je punten winnen. Zoek het stuk dat je twee keer aanvalt. En bedenk met welk stuk je als eerste slaat. Dit is belangrijk. Meestal, maar niet altijd, is het het beste om eerst te slaan met het stuk dat het minste waard is. Maar het ligt aan de situatie.











Zwart aan zet

13... Pxe5 *








Wit aan zet

12. Dxf4 exf4 13. Txf4 *








Zwart aan zet

1... T8xe6
Zwart mag niet slaan met de andere toren.
*








Wit aan zet

1. Lxf7# *








Zwart aan zet

15... Dxe4 *








Zwart aan zet

6... Dxd4! *








Zwart aan zet

9... Dxh7 *








Wit aan zet

21. Dxe6+! *








Wit aan zet

10. dxc6 *








Wit aan zet

9. Pxe5 9. Lxe5 *








Zwart aan zet

4... Dxh1+ 5. Pxh1 Txh1+
Zwart heeft nog geen punten gewonnen. Maar er zit een staartje aan:
6. Kd2 Txa1 *








Wit aan zet

6. Txd5+! exd5 7. Lxd5
Wit heeft twee pionnen gewonnen voor een toren en hij staat dus punten achter. Maar wit wint er nog een toren bij:
7... Le5 8. Lxa8 *

Opnieuw oplossen? Druk op F5 (pagina vernieuwen).





Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina