In de puzzels sta je schaak. Je moet daar iets tegen doen. Kijk wat de beste zet is. Slaan is meestal goed, maar niet altijd. Probeer punten te winnen als je kunt. Probeer geen punten te verliezen, als dat niet nodig is. Of probeer zo weinig mogelijk punten te verliezen. Soms is er geen keus en kun je maar op een manier het schaak opheffen. |
Zwart aan zet 1... Kxd5 Zwart slaat de toren. Dat is veilig. * |
Zwart aan zet 1... Kh4 De koning moet weg. Zwart mag de dame niet slaan. De dame staat gedekt. * |
||||
Zwart aan zet |
Zwart aan zet 1... Kc7 Zwart heeft geen keus. De koning moet weg. * |
||||
Wit aan zet |
Zwart aan zet |
||||
Wit aan zet 1. Txg7 Wit slaat het paard. * |
Zwart aan zet 1... Kg8 De koning moet weg. * |
||||
Wit aan zet |
Zwart aan zet 1... Kg8 De koning moet weg. Zwart mag de gedekte toren niet slaan. * |
||||
Wit aan zet |
Wit aan zet 1. Pxe1 Het paard slaat de toren. Er is trouwens geen andere zet om het schaak op te heffen. * |
||||
Wit aan zet 1. Tg2 Wit heeft geen keus. De toren moet ertussen. * |
Zwart aan zet |
||||
Zwart aan zet |
Wit aan zet 1. Txb5+ Wit slaat de loper. De koning mag niet terugslaan. * |