Zuckerman - Levy

New York 1974


1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Le7 5. e5


De eerste aanvalspoging.

5... Pe4


Zwart laat zich zijn aanvalskansen niet afnemen en springt naar voren. Of dit de beste zet is, weet ik niet. Het wordt erg spannend.

6. Lxe7 Pxc3 7. Dg4!


Een goede tussenzet. Wit kan het paard slaan, maar hij is uit op groter wild.

7... Dxe7 8. Dxg7


De tweede tussenzet, een consequentie van de vorige zet.

8... Db4!


Maar ook zwart heeft een tussenzet en bouwt aan zijn aanvalskansen. Dit is ongeveer hetzelfde idee als wit had twee zetten eerder. Opvallend aan deze partij is dat beide spelers steeds met ongeveer dezelfde plannen komen, zoals je nog zult zien. Dat ligt aan de aard van de stelling. Wit heeft kansen op de koningsvleugel, zwart op de damevleugel. De spannende vraag is nu wie van de twee het snelste is. Op dit moment dreigen er gevaarlijke dingen voor wit.

8... Tf8? was sowieso niet goed vanwege 9. bxc3 Wit heeft een pion en zwart geen kans op aanval. Pion h7 is zwak en de zwarte toren staat passief op f8.

9. Dxh8+


Wit heeft een toren gewonnen. Maar hij moet daarvoor de prijs nog betalen.

9... Kd7


Een moeilijke keuze.

9... Ke7 was ook mogelijk. Dit was misschien wel beter. In ieder geval is 10. Dxc8? Pe4+ 11. c3 Dxb2 (dreigt ... Dd2#) 12. Pf3 Dxa1+ 13. Ke2 Db2+ 14. Ke3 Dc1+ 15. Kd3 Dxc3+ slecht voor wit vanwege 16. Ke2 Pa6! 17. Dxb7 (17. Dxa8 is nog erger.) 17... Pb4 en de zwarte aanval slaat door.

10. Ld3


Wit doet er goed aan om een stuk te ontwikkelen. Zo verhoogt hij opnieuw zijn aanvalskracht. De loper heeft ook een belangrijke verdedigende taak.

Twee andere mogelijkheden waren:

A) 10. bxc3 Dxc3+ 11. Ke2 Dxc2+ 12. Kf3 Dc3+ 13. Kg4 Dxd4+ 14. f4 Dxa1 15. Lb5+ c6 16. Ld3 (er dreigt Df8)

B) 10. Pf3 Pe4+ 11. Ke2 Pc6! 12. Ke3 Pxd4 13. Ld3 (13. Pxd4 Dd2+ 14. Kf3 Dxf2+ 15. Kg4 Dxd4) 13... Pf5+ 14. Ke2 (14. Kf4 Pxf2+ 15. c4 Pxd3+ 16. Kg5 h6+ 17. Kh5 Pf4+ 18. Kg4 Dxc4) 14... Pd4+ met herhaling van zetten.

10... Dxb2 11. Td1 Pxd1


Ook zwart heeft nu geoogst. Een heel nieuwe stelling is ontstaan. En een nieuwe race.

12. Kxd1 Dxa2 13. Dxh7


Het zal duidelijk zijn, vanaf nu denken beide partijen aan hun vrijpionnen, de h-pion en de a-pion. Wie komt als eerste? Je zou zeggen dat wit beter moet staan. Hij heeft twee stukken ontwikkeld en dreigt Dxf7. Maar de vraag is of de witte koning veilig genoeg staat. Aan de andere kant, de zwarte koning staat ook niet helemaal lekker ...

13... a5


Zwart vertrekt als eerste. Gaat wit ook lopen met zijn pion? Of moet hij eerst verwarring stichten in het zwarte kamp? Op zichzelf is het niet belangrijk om pion f7 te winnen. Maar er volgen schaakjes en matdreigingen. Bovendien, wil de h-pion ooit eens aan de overkant komen, dan moet de dame toch een keer weg van h7. Dus vandaar nu meteen

14. Dxf7+ Kc6


Alles draait om de vrijpionnen in combinatie met de andere dreigingen. Er mag niet geaarzeld worden.

15. h4


Ook wit gaat lopen.

De computer geeft hier een sterke zet aan, die bij nader inzien goed te begrijpen valt. Sterk is 15. Kd2! Dit is een plan van een ander type. Wit zet eerst zijn koning veilig en dreigt zijn stukken (paard en toren) er snel bij te halen. Als de witte toren eenmaal gaat meeverdedigen, komt de zwarte pion nooit meer aan de overkant. Wit begint dus met de zwarte a-pion tegen te houden, en pas daarna gaat hij zelf een keer lopen met zijn h-pion. 15... Db1 Zwart moet wel pennen, omdat er anders Pe2 of Pf3 volgt. 16. Df8! a4 Niet goed, maar laat mooi de bedoeling van wits vorige zet zien.(Ook na 16... Pd7 17. Da3! bereikt wit zijn doen: hij kan gaan lopen met de h-pion, als hij wil.) 17. Dxc8 b6 (Er dreigde 18. Dxe6#) 18. Dxe6+ Kb7 19. Dxd5+ Ka7 20. Db5 Na dameruil komt zwart niet meer tot promotie. Ook niet als de dame vlucht naar de a-lijn. Wit heeft een stuk meer en staat gewonnen. Terug naar de partij.

15... a4 16. De8+?


Maar dit is niet goed.

16... Ld7


16... Kb6 17. Dxc8

17. Df8


Wit wil van twee walletjes eten: de penning vasthouden op de achtste rij én lopen met de h-pion.

17... b6!


Nu komt zwart tenminste veilig te staan. De penning van wit stelt na ... Kb7 niets meer voor. Wit heeft tijd verloren en loopt opeens achter in de race. De zwarte koning staat veilig, de witte niet. De zwarte pion is verder dan de witte.

18. h5?


En dit is al verliezend. Wit hoopt de race alsnog te winnen. Maar zwart heeft dieper gerekend:

We bekijken opnieuw een variant die de computer aangeeft. Het beste voor wit lijkt 18. Kd2! Deze zet is nu niet meer zo sterk als op zet 15. Maar misschien dat wit zich er net mee redt. Bijvoorbeeld 18... Da1! (18... Db1 19. Da3!) (18... a3? 19. Pe2!) 19. h5 a3 20. h6 a2 21. h7 Db1 (21... Dxd4? 22. Pe2!) 22. h8=D a1=D Hier blijkt waarom het belangrijk is dat de zwarte koning veilig staat. Zwart heeft aanvalskansen en wit niet. 23. Ke3! Een laatste poging om veiligheid te bereiken. Het lukt nog ook: 23... De1+ (23... Dc1+? 24. Kf3 Dg5 25. Ph3!) 24. Kf3 Dxd4 25. Kg3 We zullen de variant van déze race maar niet verder uitwerken. De stelling is onduidelijk. De race is nog niet gelopen.

De partij ging als volgt verder. Zwart kreeg het makkelijk:

18... Db1+ 19. Ke2 a3 20. h6 a2 21. h7 a1=D


Zwart is nét een zet eerder gearriveerd ...

22. h8=D Dd1+


... en zwart geeft nét een zet eerder schaak ...

23. Ke3 Dac1#


... en mat! De race is gelopen.

0-1