Koning achter pion - remise
De witte koning staat achter zijn pion. Dit is een nadeel. Als zwart het goed speelt, dan kan wit de stelling niet winnen.
21. Kd6
De koning gaat naast zijn pion staan. Nu heeft zwart maar één goede zet. Hij moet tegenover de witte koning gaan staan:
21... Kd8!
Koning tegenover koning met één veld ertussen: dit heet ze 'oppositie'. Zwart neemt de oppositie in. Daardoor kan de witte koning niet naar voren, ook niet schuin naar voren.
Na 21... Kf8? speelt wit 22. Kd7 en het is makkelijk te zien dat de witte pion promoveert.
Je zou denken dat wit nu kan gaan lopen met zijn pion. Laten we eens kijken:
22. e7+
Wit is bijna aan de overkant. Maar zwart speelt
22... Ke8!
Wit kan niet promoveren en hij moet zijn pion blijven dekken. Dit kan maar op een manier:
23. Ke6
Maar nu is het pat!
Conclusie
De stelling met de koning achter de witte pion is remise. Als wit op de zesde rij naast zijn pion gaat staan, dan moet zwart wel tegenover de witte koning (kunnen) gaan staan. Als wit daarna doorloopt met zijn pion, wordt het pat.