Wit paard - Zwart paard


Paarden gaan als de hoofdletter L. Ze mogen ook nog springen. Let op: het paard slaat het stuk waar hij overheen springt niet. Dat stuk blijft gewoon staan. Het paard springt er alleen maar overheen. Zo:

1. Pb5

Hup, over een eigen pion. Zwart doet hetzelfde:

1... Pg4

Hup.

2. Pc3

Hup.

2... Pf6

Hup.

3. Pd5

Hup.

3... Pe4 4. Pf4

Trouwens, paarden kunnen over alle stukken springen, ook over een dame of een koning. Het witte paard springt hier over de zwarte pionnen. Zwart springt over de witte pionnen:

4... Pc3 5. Pg6 Pb5 6. Ph4 Pa3

Dat was springen. Nu proberen de paarden om de pionnen ook echt te slaan:

7. Pxf5

Kijk daar ging een pion er af. En nog meer:

7... Pxc4 8. Pg3

Soms moet een paard eerst een stapje terug om iets te kunnen slaan.

8... Pe3 9. Pxh5

Het zwarte paard kan nog geen pion slaan. Het moet een tussensprong maken:

9... Pc2 10. Pf6 Pxb4 11. Pe4 Pc2 12. Pxg5 Pxd4 13. Pf7 Pb3 14. Pxe5

Wit is als eerste klaar. Het spel gaat verder.

14... Pc5 15. a5 Pb3 16. Pc4 Pxa5

Onverstandig, want kijk wat wit nu doet:

17. Pxa5

Wit heeft het spel gewonnen.

*