| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het leuke bij schaken is dat je iets kunt winnen. Je kunt stukken slaan en verzamelen op een rij naast het schaakbord. Je tegenstander doet hetzelfde. Zo zie je hoeveel stukken je al hebt. Je kunt de waarde van alle geslagen stukken bij elkaar optellen, en ook die van van je tegenstander. Dan weet je wie er de meeste punten heeft. Hoe meer punten je voor staat, hoe sterker jouw leger. Hierboven zie je een rij witte en zwarte stukken. Ze zijn geslagen. Nu zijn er slimme manieren om snel het verschil in waarde te zien tussen alle geslagen witte en zwarte stukken in de rijen. Denk daar eens over na. Of ga je eerst alle punten tellen? Wat is het verschil in waarde tussen de twee rijen? En wie staat er voor, wit of zwart? Bedenk dat de witte stukken door zwart zijn geslagen, en dat de zwarte stukken in de rij juist door wit werden geslagen. Hieronder vind je een schaakpartij waarin veel stukken worden geslagen. De vraag is steeds wie er voor staat en hoe groot de voorsprong is. Klik weer op de vetgedrukte zetten. En beantwoord de vragen. |
|
Tel de punten... of moet je nog leren tellen?? |