|
Je staat stukken voor en je tegenstander kan bijna niets meer doen. Nu moet je alleen de koning nog mat zetten. En dan gebeurt het. Opeens is het pat. De tegenstander kan geen enkele zet meer doen en hij staat niet schaak. Je hebt zojuist de allerdomste zet gedaan. Om te voorkomen dat de partij per ongeluk pat wordt, gaan we hier de allerdomste zet oefenen. Zet de koning pat! Vergis je niet, om de domste zet te vinden moet je slim zijn. In de volgende puzzels zijn steeds twee mogelijkheden. Je kunt de koning schaakmat zetten. Zoek die mogelijkheid. Dan weet je wat je eigenlijk zou moeten doen. Maar er is ook een zet die je in een echte partij NOOIT zou moeten doen. Pat. En dat is hier het goede antwoord. Dus, speel de domste zet! |
Wit speelt en zet pat |
Wit speelt en zet pat |
||||
Wit speelt en zet pat |
Wit speelt en zet pat |
||||
Zwart speelt en zet pat |
Wit speelt en zet pat |
||||
Zwart speelt en zet pat |
Zwart speelt en zet pat |
||||
Wit speelt en zet pat |
Zwart speelt en zet pat |
|
Je hebt nu geoefend wat je NIET moet doen in een echte schaakpartij. Als je tegenstander bijna geen stukken meer heeft, kan het opeens pat worden. Zorg ervoor dat hij nog een zet kan doen, of met zijn koning, of met zijn andere stukken. Als je het laatste stuk van je tegenstander slaat, dan is pat een gevaar. Als het laatste stuk van je tegenstander vast komt te staan, dan is pat een gevaar. Heeft je tegenstander geen stukken meer, of kunnen zijn stukken niet meer bewegen, zorg er dan voor dat zijn koning nog kan bewegen. Of zet de koning schaak. |