De antropogene CO2-uitstoot van meneer Janse*

Sinds het begin van de industriële revolutie halverwege de negentiende eeuw, is de CO2-concentratie in de atmosfeer met ruim dertig procent* gestegen. Men twijfelt niet* aan de antropogene oorzaak van deze toename. Dit betekent dat mensen 'verantwoordelijk' zijn voor de toegenomen CO2. Minder duidelijk is hoe groot het effect van de extra CO2 bij de opwarming van de aarde is, of hoeveel graden het warmer wordt als bijvoorbeeld de CO2-concentratie in de atmosfeer zou verdubbelen. Over deze kwestie werden de laatste jaren pittige debatten gevoerd. De wetenschappelijke tegenstellingen hebben de media gehaald en er werd soms stoere taal gesproken. Ook klimaatsceptici kwamen ruimschoots aan het woord. Er staat ontzaglijk veel op het spel en het klimaatdebat is volledig gepolitiseerd.*

Wij zullen de klimaatdiscussie hier echter niet volgen. Laten we - for the time being - slechts aannemen dat de aarde inderdaad opwarmt als gevolg van een versterkt* CO2-effect.* In dat geval is de heer Janse, de hoofdpersoon in dit verhaal die u zo aantonds zult ontmoeten, met zijn leefpatroon daadwerkelijk een veroorzaker van de opwarming van de aarde.* De vraag is dan wat Janse daartegen kan doen.

Maar eerst de feiten. Hoeveel CO2 stoot een gemiddelde wereldburger uit in de aardatmosfeer?

Antropogene uitstoot van CO2* per wereldburger per jaar
fossiele brandstoffen | ontbossing

mondiale fossiele CO2-uitstoot 7.109 ton per jaar*
wereldbevolking* 6,56.109 personen*
CO2 per persoon = 7/6.56 1,07 ton per jaar per persoon
mondiale CO2-uitstoot door ontbossing 2.109 ton per jaar*
CO2-uitstoot door ontbossing per persoon = 2/6,56 0,30 ton per jaar
totale CO2-uitstoot per persoon 1,37 ton per jaar


De gemiddelde aardbewoner zullen we nu gaan vergelijken met meneer Janse, woonachtig in de woonkern H. ergens in het midden van Nederland. Dagelijks gaat Janse met de auto naar zijn werk in de stad A. De afstand H-A bedraagt 110 km. Janse rijdt in een middenklasser met een voor zijn type auto gemiddeld dieselgebruik.* Hoeveel CO2 brengt Janse jaarlijks in de atmosfeer, uitsluitend door zijn woonwerkverkeer?

Jaarlijkse CO2-uitstoot als gevolg van het woonwerkverkeer van Janse

woonwerkafstand 110 km
totaal aantal afgelegde kilometers per werkdag Janse 220 km
Janse werkt 5 dagen per week = 5/7 x 365,24 werkdagen per jaar 260,89 werkdagen per jaar
vakantiedagen Janse per jaar (-20 werkdagen) 240,89 werkdagen per jaar
overwerk Janse per jaar (1 werkdag) 241,89 werkdagen per jaar
in uren opgenomen vrije dagen: 3
Janse ging dus nog drie extra dagen naar zijn werk en werkte minder op andere dagen
244,89 werkdagen per jaar
ziekteverzuim Janse: 9 dagen 235,89 werkdagen per jaar
woonwerkverkeer Janse in km/jaar = 239,89 dagen x 220 km 52776 km per jaar
Janse rijdt alleen naar zijn werk - bezettingsgraad = 1
(hij heeft geen medepassagiers)
1 persoon
CO2-emissiefactor diesel bij gem. bezettingsgraad van 1,6 personen 0,11 kg CO2/km*
CO2-emissiefactor diesel van Janse 1,6 x 0,11 0,176 kg C02/km
jaarlijkse CO2-emissie diesel van Janses woonwerkverkeer = 0,176 x 52776 km 9289 kg CO2 per jaar
jaarlijkse extra brandstofgebruik als gevolg van files = 45/60 x 1,5 x 239,54
Janse staat dagelijks 45 min. in de file
extra brandstofgebruik als gevolg van files = 1,5 liter per uur*
269,5 liter per jaar
jaarlijkse extra CO2-emissie files = 2,62 x 269,4825
CO2-emissie factor 1 liter diesel= 2,62 kg per liter diesel
706 kg CO2 per jaar*
totale jaarlijkse CO2-emissie Janse woonwerkverkeer als gevolg van files = 706 + 9289 9995 kg CO2 per jaar
verhouding CO2-emissie Janse tov totale emissie gem. wereldburger = 9995 / 1070 9,341
verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk* is = 9/4 x 9,183 21,02


Door met de auto naar zijn werk te gaan brengt Janse ruim 9 keer meer CO2 in de atmosfeer dan de gemiddelde wereldburger met zijn totale CO2-uitstoot. Die wereldburger zit zelf een factor 2,25 (9/4) te hoog ten opzichte van wat wenselijk* wordt geacht (Archer 2006): "If we were to cut emissions by about half, from a total of 9 down to about 4 Gton C per year, the CO2 concentration of the atmosphere would stop rising for awhile."

Ten opzichte van de wenselijk geachte uitstoot van een wereldburger, zit Janse een factor 21 te hoog alleen al vanwege zijn woonwerkverkeer. Dat is fors.

Janse is nu op zijn werk aangekomen. Over een uurtje of acht kan hij weer naar huis zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn CO2-factor. Maar Janse heeft nog niets uitgevoerd. Wij zien hem zijn auto uitstappen en over het parkeerterrein naar het kantoorpand lopen. Hij gaat naar binnen door de automatische draaideur (CO2), groet de receptioniste, pakt een kop koffie uit de automaat (CO2), loopt door de verlichte gangen (CO2) naar de lift (CO2), en arriveert in zijn voor(CO2)verwarmde(CO2) en geventileerde (CO2) werkkamer, pakt de krant (CO2) uit zijn tas, leest wat, neemt plaats achter zijn PC (CO2), begint een e-mail te tikken, enzovoort (CO2), enzovoort (CO2). Janse werkt. Bij alles wat hij doet loopt een CO2-tellertje mee. Dat gaat van rikketikketik, nu eens iets sneller, dan weer iets langzamer. Maar het tellertje staat nooit stil. Zelfs als hij alleen maar ademt of even zit na te denken, is Janse wat zijn CO2-uitstoot betreft - dit moet men wel steeds netjes blijven toevoegen - schadelijk aanwezig op de planeet. Janse ademt zuurstof in en kooldioxide (CO2) uit. En dat moeten we nu juist niet hebben.*

We zullen Janse niet de hele dag blijven volgen. Hij zou nog kunnen denken dat wij hem bespieden of afluisteren, terwijl we alleen maar een onderzoekje doen. Beneden in de hal wachten wij Janse op. We besluiten onze onderzoeksdoelstelling naar beneden bij te stellen en ons Janse-onderzoek te beperken tot diens autogebruik. Deze Janse-specifieke gegevens kunnen we later altijd nog samenvoegen bij de niet-verkeergerelateerde CO2-gegevens van de gemiddelde Nederlander uit zijn sociale klasse. Zo krijgen we toch de hele Janse in één getal.

Voor de zaak gaat Janse regelmatig op bezoek bij werkrelaties. Jaarlijks rijdt hij nog eens 28.000 km. Soms zit Janse samen met een collega in de auto. Die hogere bezettingsgraad is gunstig voor de CO2-balans van Janse en zijn collega.

Thuis, in de privésituatie, gebruikt Janse de auto liever niet. Hij rijdt al zo veel voor zijn werk. Bovendien, het moet gezegd, Janse is milieubewust, en een natuurliefhebber bovendien. Liever pakt hij de fiets als het even kan, en als het weer het toelaat. Toch rijdt Janse privé jaarlijks nog zo'n 12.000 km. De grootste post is hier familiebezoek. De bezettingsgraad ligt echter vrij hoog, ruim boven de 2 en dat is weer relatief gunstig.

We kunnen nu de totale CO2-balans voor het autogebruik van Janse opmaken waarin woonwerk, werk en privé bij elkaar zijn opgeteld.

totale jaarlijkse CO2-uitstoot van Janse door gebruik van de auto

totale jaarlijkse CO2-emissie Janse woonwerkverkeer
zie hierboven
9995 kg CO2 per jaar
gemiddelde bezettingsgraad autogebruik op het werk 1,2
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik op het werk: 1/1,2 x 28.000 x 0,176 kg C02/km 4107 kg CO2 per jaar
gemiddelde bezettingsgraad autogebruik privé 2,2
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik privé: 1/2,2 x 12.000 x 0,176 kg C02/km 906 kg CO2 per jaar
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik woonwerk, werk en privé: 906 + 4107 + 9995 15008 kg CO2 per jaar
verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van de gemiddelde wereldburger = 15008 / 1070 14,03
Verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk is 31,56


Met zijn autogebruik zit Janse 14 keer hoger dan de totale CO2-productie van een gemiddelde aardbewoner en een factor 31,5 te hoog ten opzichte van wat wenselijk wordt geacht. Als CO2 het klimaat opwarmt, en als daaraan iets moet gebeuren, dan heeft Janse een probleem. Hoe moet hij dat probleem oplossen?

Maar we zijn nog niet klaar met het autogebruik van Janse. Zijn auto moet nog geproduceerd worden, gerepareerd, gewassen, onderhouden en uiteindelijk gesloopt. Daaraan zijn kosten verbonden en opnieuw een portie CO2 (bouw en sloop zijn samen goed voor 3% energieverlies, MIRA 2006). Ook hebben wij verlichting en apparaten aan boord nog niet meegenomen. De airco is de grootste energieverslinder. Maar Janse gaat daar zuinig mee om. Veel autobezitters realiseren zich niet dat een airco het brandstofgebruik aanzienlijk laat oplopen, soms tot wel 20% van het totale brandstofgebruik. Bij zuinig gebruik is 10% een normale waarde. Deze percentages gelden - neem ik aan - voor elke gereden kilometer dat de airco aan staat. Op jaarbasis zou het extra brandstofgebruik dan uitkomen op 3 tot 10%. Zelfs als de airco niet wordt gebruikt, kost dit jaarlijks nog 30 liter brandstof, puur door het gewicht van het apparaat. Een VROM-brochure Uw autoairco, het milieu en uw portemonnee adviseert: "Vergeet niet de ramen te sluiten bij het aanzetten van de airco. Want deze heeft alleen effect met gesloten ramen." Kennelijk is het nodig om zoiets triviaals te vermelden. Diezelfde brochure vermeldt ook iets minder bekends. Als het koudemiddel van een airco weglekt, dan heeft dit een broeikas-effect vergelijkbaar met 6000 km autorijden. Dit aspect valt echter niet onder het CO2-hoofdstuk, maar onder 'overige broeikasgassen'. We zullen het niet meetellen. Op een airco zou al met al een hoge milieuheffing moeten zitten, als het tenminste nodig is om aan alles een prijskaartje te hangen omdat de consument anders niet 'geprikkeld' wordt. Enige kennis van de milieukosten van autogebruik zou eigenlijk een verplicht onderdeel van het rijexamen moeten zijn, en een bijvak op school. Vanaf de vierde klas natuurkunde kunnen leerlingen de berekeningen in dit stuk zelf maken. Maar veel automobilisten, ook de hoog opgeleide, realiseren zich bijvoorbeeld niet dat rijden op zachte banden het brandstofgebruik aanzienlijk doet toenemen (bronnen zijn niet eensluidend, het scheelt 2%, 4% of 10%). Sommige automobilisten hebben wel die kennis, maar staan toch niet graag 's winters regelmatig hun bandenspanning te controleren op een winderig tankstation, zeker niet als ze haast hebben, wat meestal het geval is. Ook het rijgedrag is bepalend voor het brandstofgebruik. Zo is hard optrekken bij een stoplicht om tweehonderd meter verder abrupt te remmen, nogal verspillend. Rijden en stilstaan in een drukke de stad is sowieso slecht. Hetzelfde geldt voor snelheden boven de 90 km/uur. Op internet klagen autobezitters dat hun nieuwe aanschaf, die voor 1:20 werd aangeprezen in de praktijk slechts 1:13 blijkt te halen. Dat is 54% meer brandstof dan in de folder vermeld staat. Wie een auto van de zaak heeft, krijgt daarbij dikwijls een gratis tankpasje. Ook Janse heeft zo'n pasje. En hoewel hij er geen misbruik van maakt, is zo'n regeling natuurlijk geen 'prikkel' om het zuinig aan te doen. Tot slot - dit is geen volledige opsomming -, ook de publieke voorzieningen zijn nog niet meegenomen. De wegen moeten worden aangelegd en onderhouden. Ook daaraan hangt een CO2-prijskaartje (asfalteren, stoplichten, verlichte borden met fileaanduiding, enzovoort).

Welk traject legt ruwe olie af voordat die in de tank van Janse zit? Op een olieveld ergens in het Midden-Oosten gaat 10% energie verloren door het affakkelen van methaan.* Bij het olietransport naar een haven gaat 2% (van de beginhoeveelheid) verloren. Van daaruit naar een raffinaderij 6%. Bij het transport van raffinaderij naar benzinepomp gaat nog eens 2% verloren. In het hele traject gaat er 20% af van de oorspronkelijke hoeveelheid aangeleverde energie (MIRA 2006). Die 20% komt vrij in de vorm van extra CO2 en leggen wij lafhartig op het bord van meneer Janse.

Voor wat de hierboven genoemde aspecten en factoren betreft, zit Janse aan de zuinige kant. Hij kent de feiten en houdt er zo veel mogelijk rekening mee. Maar het effect van zijn milieubewuste rijgedrag is marginaal. Dus ook hij ontkomt niet aan zo'n extra 30% die we moeten optellen bij zijn 'kale' CO2-uitstoot.



EINDUITSLAG CO2-uitstoot van Janse's auto

kale CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk is 31,56
extra factoren 30%
totale CO2-factor: 130% x 31,20 41,03


Het totale autogebruik van Janse komt daarmee op 41* keer de totale wenselijk geachte uitstoot van een wereldburger. Dat is heel veel. Het betekent bijvoorbeeld dat 80 wereldburgers eerst hun eigen CO2-uitstoot met een factor 2,25 moeten zien te reduceren om op een wenselijk niveau te komen. Maar daarna moeten ze het nog halveren om het jaarlijks brandstofgebruik van Janse te compenseren. Dit zullen ze niet leuk vinden. Als deze mensen bij Janse in de straat zouden wonen, zouden zij hem op zaterdagochtend om 7.00 uur eens uit zijn bed moeten trommelen met claxons en spandoeken met daarop leuzen als "Janse word wakker!" en "Janse sta op!" Maar in de straat van Janse wonen gezinnetjes die in dezelfde situatie zitten als Janse zelf. Onze 80 wereldburgers wonen verspreid over de globe en voor het grootste deel in arme landen. Het zou zeer milieubelastend zijn om hen per vliegtuig naar de woonkern H. te halen. Over het vliegverkeer van Janse hebben we het nog niet gehad. Slechts een enkel feitje. Een retourvlucht binnen Europa komt uit op gemiddeld 300 kg CO2. Een retourtje Verenigde Staten komt uit op 1200 à 2000 kg CO2, afhankelijk van de bestemming (M01). Voor alle niet-verkeergerelateerde CO2-uitstoot (huis, hobby, enzovoort), moet Janse nog een flink bedrag bijtellen. We zullen de hele Janse maar niet verder uitsplitsen. Een dieselauto die 1/15 rijdt bij een snelheid van 120 km/uur heeft een vermogen van 80.000 Watt. Daar kan geen spaarlamp tegenop. Het scheerapparaat en de electrische tandenborstel van Janse zijn dan ook geen noemenswaardige posten. Janse heeft een zuinige CV-ketel en dat is goed. Maar op vrijdagavond gaat hij naar de sauna en dat genereert weer veel warmte (CO2). Op internet vind je talloze rapporten en tabellen met zeer specifieke gegevens. Deze calculator geeft snel een aardig beeld. Of bekijk deze lijst huishoudelijke apparaten, of deze van milieucentraal.nl . We moeten ook het impliciete energiegebruik van alle door Janse aangeschafte producten en diensten niet vergeten. Gelukkig woont Janse niet in Zeeland, want in die provincie ligt de CO2-uitstoot per inwoner maar liefst op 40 ton per jaar.

Je vraagt je af of er in Nederland wel mensen bestaan met een wenselijke CO2-factor. Misschien de daklozen in de grote steden. Zij slapen in kartonnen dozen en één keer per week nemen ze een douche bij het Leger des Heils. Maar dat is geen aantrekkelijk bestaan.

Janse, die een technische studie deed, heeft in de jaren tachtig gewerkt als milieuambtenaar. Sinds begin jaren negentig zit hij bij een milieuadviesbureau dat overheden en bedrijven als klant heeft. Vanwege zijn technische knobbel weet hij heel goed hoe de CO2-vork in de autogebruiksteel zit. (Wat een lelijke vergelijking.) Het rekensommetje dat wij zojuist voltooiden is voor Janse een fluitje van een cent. Toen een jongere collega hem eens wees op zijn jaarlijkse autokilometers, heeft Janse zich er als volgt uitgered: "Door het werk dat wij doen realiseren overheidsinstellingen en bedrijven een energiebesparing van 4 tot soms wel 20 procent. Ruwweg levert dat een energiebesparing op die overeenkomt met 2000 keer mijn jaarlijkse CO2-emissie. Deze prestatie komt op rekening van ons hele bureau waar wij met vijf man werken. Een vijfde deel is mijn aandeel en daarmee maak ik zo'n 400 keer mijn CO2-uitstoot goed." Dat was een handig staaltje redeneren.

Het weerwoord van Janse lijkt op de argumenten voor de verhandelbare emissierechten, waarbij de rijke landen (Janse) de minder ontwikkelde landen (wereldburgers zonder auto) helpen om hun CO2-uitstoot terug te dringen, zodat de rijke landen hun eigen CO2-uitstoot kunnen handhaven of zelfs iets opschroeven.* Zodra in eigen land de brandstofkraan wordt dichtgedraaid, zou er onmiddellijk economische schade dreigen ('oververhitting'). De gedachte achter de emissieruil is dat er in arme landen gemakkelijker een grote CO2-winst geboekt wordt tegen veel lagere kosten omdat men in die landen nog zeer inefficiënt en milieu-onvriendelijk produceert. Het netto-effect van de emissieruil is dus positief en draagt bij aan de bescheiden milieudoelstellingen van het Kyoto-protocol die de rijke landen kunnen halen zonder al te grote economische schade. Je kunt zeggen dat de emissieruil tot doel heeft om een economisch-klimatologisch optimum te bereiken. Je zou ook kunnen zeggen dat het klimaatbeleid pas gestalte kan krijgen als het meelift op een krachtig bloeiende economie. Of dat de zorg voor het klimaat in een sterke economie moet leiden tot een 'win-win-situatie'.* Dit is precies wat Bush en andere Amerikaanse presidenten altijd hebben bepleit. Maar ook de Nederlandse staatssecretaris Van Geel (CDA) van VROM (het ministerie voor Milieuzaken is afgeschaft tijdens Balkenende I) kwam met een variant: "In een situatie van economische tegenspoed zoals de laatste jaren, betekent dat misschien op korte termijn 'milieu: nu even niet!'" (CDA-duurzaamheidsdebat op 4 september 2004).

Klimaatbeleid is dus alleen mogelijk als de economie soepel blijft draaien. Daar hoort ook de verplichte groei bij. Lijkt dit pleidooi niet op de redenering van Janse? Janse voelt zelf wel aan dat zijn redenering slechts de halve waarheid is. Eigenlijk komt het er op neer dat men het een niet wil opgeven en toch het ander bereiken. Dit geldt ook voor Janse. Hij heeft een gezin te onderhouden. Moet hij soms zijn baan opgeven en zijn kinderen van de tennisclub halen? En wat levert dat dan op? Dat een ander er met de baan van Janse vandoor gaat?

Als de gehele Nederlandse beroepsbevolking uit alleen maar Janses zou bestaan die ieder hun schadelijke autogebruik 400 keer compenseerden, dan zouden alle zevenmiljoen Janses - die toch slechts een schijntje vormen op de totale mondiale beroepsbevolking van enkele miljarden zielen - het wereldklimaat doen afkoelen tot het niveau van een ijstijd.* Dit is een volstrekt hypothetische mogelijkheid. De werkelijkheid is dat er maar zeer beperkt plaats is voor mensen als Janse. Wereldwijd kunnen er misschien zo'n zevenduizend man in milieuadviesbureaus terecht. Want er moet ook geproduceerd worden. Er moet olie uit de grond. Er moeten containers vervoerd, er moeten aardappels geoogst enzovoort. De oliemaatschappij waar Janse zijn diesel tankt en de autofabriek waar Janse zijn auto kocht, beweren dan ook terecht dat Janse zonder hun producten niet eens op zijn werk aankomt. En je moet het nog breder zien. Iedereen die economisch actief is, draagt direct of indirect bij aan de mogelijkheid dat Janse zijn werk kan doen. Zo helpen alle economisch actieven Janse en elkaar in een groot synergisch systeem, waarbinnen iedereen van iedereen afhankelijk is. Binnen dat systeem heeft Janse niet meer recht van spreken dan een ander. Wie zich buiten het systeem begeeft (Janse neemt ontslag) heeft helemaal geen recht van spreken meer, geen stem en ook geen invloed op het gedrag van anderen. Janse is een radertje in een groot geheel. De 'vervuilende', maar hard werkende burgers van ons land creëren het surplus om mensen als Janse aan een baan te helpen waardoor hij op zijn beurt mag proberen om iets aan de CO2-uitstoot te doen, maar zó dat de bedrijven doorgaan met produceren en groeien. Dit is nodig omdat wij anders onze concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland verliezen. Dan zakt het systeem in elkaar en verdwijnt het surplus waaruit Janse wordt betaald. Van het terugdringen van de CO2-emissies alleen kan niemand leven. Janse weet het. Het klinkt bizar, maar als je zo zuiver doorredeneert, dan zou je zelfs kunnen stellen dat niet de werkenden, maar de ouden van dagen, de gehandicapten, de langdurig zieken en werklozen het schadelijkst zijn omdat zij namelijk wel consumeren maar niets produceren. Dankzij de improductieven neemt het surplus af. Eenzelfde redenering gaat op voor de vrij levende dieren in het veld, de konijnen in de duinen, de ratten in de dijken en de vogels in de lucht. Deze 'schadelijke' dieren stoten CO2 uit zonder daarvoor een wederprestatie te leveren, of het moet hun vermaakswaarde zijn voor degenen die op zondagmiddag gaan wandelen in de vrije natuur. De landbouwdieren daarentegen zijn wél nuttig omdat zij voedsel leveren aan degenen die de economie hier draaiende houden, dit ondanks de astronomische flatulentie van bijvoorbeeld koeien: goed voor 14% van de mondiale uitstoot van het broeikasgas methaan.* Veel nuttiger nog dan landbouwdieren zijn daarom de bomen en planten die CO2 consumeren en daarvoor schijnbaar belangeloos zuivere zuurstof terugschenken aan de planeet.*

Alles werkt dezelfde kant op. Als de voet groeit, wringt de schoen. Wat kun je doen? Je kunt de schoen niet weggooien, want dat sta je op blote voeten. Je kunt de voet niet amputeren. Je kunt alleen maar nieuwe schoenen kopen. Dat is de normale oplossing. Iedereen doet mee aan het proces van productie en vervuiling. Men wil het een zonder het ander op te geven. Men wil ook steeds meer. We zijn niet alleen gewend aan luxe, maar ook aan groei van luxe. Van die groei willen we wel iets inleveren. Maar terugval (krimp) of stilstand (nulgroei) zijn volstrekt onacceptabel, zelfs ondenkbaar. Je kunt je niet voorstellen dat de baas van Shell op de eerstkomende aandeelhoudersvergadering glunderend aankondigt dat er voor de komende jaren gewerkt wordt aan een jaarlijkse krimp van 5%. Of dat de minister van Economische Zaken zou zeggen: "Economie, nu even niet." Kijk hoe trots regeringen rapporteren over hun groeicijfers. En omgekeerd, hoe jaren van economische malaise worden gezien als jaren van tegenspoed, werkloosheid en algehele misère, waarvoor ministers schaamtevol rekenschap hebben af te leggen. Het valt niet te ontkennen dat het leven er in veel opzichten inderdaad aangenamer op wordt wanneer de economie blijft groeien. Ook is er dan in theorie meer geld en aandacht voor belangrijke zaken als zorg, onderwijs, cultuur of ontwikkelingssamenwerking, ook voor milieuvriendelijke technologie. In arme landen is economische groei bittere noodzaak en je kunt alleen maar hopen dat de winsten uit de groei niet in de zakken verdwijnen van een corrupte elite. Toch is er een snel groeiend besef dat de negatieve bijwerkingen van de mondiale economische groei het totaalplaatje gaan overheersen. Je ziet het aan individueel gedrag. Gepensioneerden trekken weg uit de regio's met hoge economische activiteit. Soms emigreren zij naar dunbevolkte gebieden waar nog rust is, ruimte en natuur. Het kapitaal voor die sprong is wel het resultaat van noeste arbeid: "We hebben er hard voor gewerkt." Op globale schaal begint men zich zenuwachtig te maken over de onvoorstelbaar hard groeiende economie van China (11%), dat nog in 2007, veel eerder dan verwacht, de CO2-uitstoot van de VS zal inhalen. Het schijnt dat de Chinese zwavelzuurwolken de Amerikaanse kusten inmiddels bereiken. Geen land kent grotere milieuproblemen dan China.




"De zonsondergang boven Peking is wegens smog alleen zichtbaar in het spiegelglas van het zakencentrum Jing Guang Center."
Foto: Webblog NRC 1 september 2006


China heeft vier keer zoveel inwoners als de Verenigde Staten. Wat zouden de gevolgen voor het milieu zijn als elke Chinees dezelfde levensstandaard zou halen als de gemiddelde Amerikaan, die per saldo vele malen vervuilender is dan een Chinees, of Indiër? En wat als hetzelfde gebeurt in India of in de andere Aziatische economieën? Men kan het deze landen niet kwalijk nemen dat zij hun eigen industriële ontwikkeling doormaken, vergelijkbaar met die van de westerse landen in de 19e en 20e eeuw. De vraag is wel wat de bijwerkingen van die groei zullen zijn. Hoeveel kan de aarde nog hebben? De debatten hierover zijn niet uitgewoed, maar de zorgen nemen toe. Een ding lijkt onvermijdelijk. Er moeten eerst rampen gebeuren voordat het systeem van roekeloze groei op de schop gaat. Zulke rampen vinden op dit moment al plaats. Iedereen kent de journaalbeelden van mensen in Oost-Azië die met doekjes voor hun mond en neus door een dikke laag smog naar het werk gaan, of de krantenberichten van zwaar vervuilde Chinese rivieren. Maar CO2 zie je niet en ruik je niet, het is onschadelijk voor de mens. En zo maken de meesten zich wél zorgen om een vlek op hun T-shirt, maar niet om de opwarming van de aarde. Tussen de uitersten van zorgeloze economische groei en radicale sloop van het systeem liggen de gematigde scenario's: kalme, diplomatieke koerswijzigingen die nog het beste aansluiten bij de tradities van de westerse democratieën waar men weloverwogen, maar altijd langzaam tot besluitvorming komt. Zulke processen blijven ook traag als er eens radicale maatregelen nodig zijn. Dan neigt men naar conservatisme en vindt men een oproep tot een breed maatschappelijk debat al gewaagd. Aan de klimaatscenario's kun je een beetje rekenen, zoals is gedaan in de rapporten van het IPCC.




IPCC temeratuurscenario's voor de 21e eeuw.
Grafiek: IPCC 2001 for Policymakers


Al naar gelang de uitgangspunten en uitgangsfeiten, de reacties van de regeringsleiders, bedrijven en burgers en de instelling van parameters in klimaatmodellen, zullen de toekomstscenario's verschillen. Dat geeft stof voor heftige discussies. Waar de een staande houdt dat het allemaal zal meevallen of zelfs prachtige kansen ziet voor wijnbouw op Groenland, daar vreest de ander grote, onafwendbare gevaren voor de globe. Sommigen gaan daarbij zo ver te concluderen dat de wereldbevolking te groot is geworden en dat de mens leeft op te grote voet. Breng die boodschap maar eens aan de man. Het betekent dat u en ik te veel zijn. En ook meneer Janse.

Vraag. De titel van dit stuk luidt: 'De antropogene CO2-uitstoot van meneer Janse'. Is dat niet dubbelop? Is niet alle uitstoot van Janse antropogeen? Ja, dat klopt. Het is dubbelop en zelfs meer dan dat. Uitsluitend vanwege zijn autogebruik zit Janse met een factor 41 tot over zijn oren in de antropogene CO2. Er bestaat geen zonnebrandolie met een hogere beschermingsfactor. Janse kent het probleem, maar hij ziet geen uitweg. Biobrandstof helpt niet, een Toyota Prius ook niet. Deze 'milieubewuste' auto heeft ironisch genoeg een ecologische voetafdruk die anderhalf keer hoger ligt dan die van de verfoeide Hummer. Maar wat moet Janse dan? Janse zit gevangen in een leefpatroon en een manier van denken die hij niet straffeloos kan opgeven. Zonder auto was Janse niet aangenomen bij een milieuadviesbureau dat zijn werknemers jaarlijks 80.000 kilometer laat rijden. Janse zou er op zijn beurt niet hebben willen werken. In zijn hart zou Janse willen dat alles anders was. Aan goede bedoelingen ontbreekt het hem niet. Met liefde brengt hij zijn lege flessen naar de glasbak. Dat kleine beetje extra moeite geeft hem een goed gevoel. Aan zijn kinderen legt hij uit hoe het zit met de opwarming van de aarde. Een mens doet graag het goede. En ik geloof dat alle Janses stilletjes hopen* op een deus ex machina. Dat was een truc van de oude toneelschrijvers om een in de soep gedraaid plot bevredigend af te wikkelen. Daarbij lieten zij goden aan koorden afdalen op het toneel die vervolgens krachtdadig handelend optraden zodat de hele zaak alsnog werd vlotgetrokken. Een beetje ongeloofwaardig vond het publiek zo'n oplossing wel. Vandaar dat latere toneelschrijvers die truc liever niet toepasten...

o o o o o [U bevindt zich thans in de wensdroom van meneer Janse.] Een man stapt bij het hoofdkantoor van Philips door de roldeuren naar de balie. Het flesje in zijn fietstas bevat een nieuwe stof die het antropogene CO2-effect met een factor 2 x 106 tegengaat. Het spulletje is volkomen onschadelijk voor mens en milieu en is bovendien vrijwel kosteloos te vervaardigen uit ruwe olie of afvalplastic. In zijn haast de globe te redden is de solitaire uitvinder vergeten om patent aan te vragen voordat hij het spul bij Philips in de kelder van het laboratorium aflevert, waar hij trouwens niet al te enthousiast wordt ontvangen. Maar dan blijkt dat het spul echt werkt. De wereld is gered!!! o o o o o

Ach, dit is slechts een droom. De werkelijkheid verloopt cynischer. Toch is ook hier goed nieuws. De dingen lopen namelijk altijd anders dan optimisten en pessimisten voor mogelijk hielden. Zo kan het best eens zijn dat er op dit moment ergens in het diepste geheim wordt gewerkt aan een wonderflesje.* Er is zelfs een prijs van 25 miljoen dollar uitgeloofd voor de eerlijke uitvinder en de eerste inzending is al binnen. De ironie van het hele verhaal zou best eens kunnen zijn dat de stof die ons gaat redden wordt ontwikkeld in het laboratorium van de meest vervuilende industrie van de globe, een grote oliemaatschappij bijvoorbeeld, waar men natuurlijk niet vergeten zal om eerst octrooi aan te vragen voor de gehele klasse van stoffen en toepassingen van het nieuwe microfiber alvorens het op de markt te brengen. En als dit nu eens echt zou gebeuren, precies op tijd, op de tipping point van een aanstaande abrupte klimaatverandering, dan zullen de generaties die na ons komen de 21e eeuw freewheelend afmaken met een stralende toekomst voor zich. Er is dus hoop. En je zult trouwens zien, ook ná de uitvinding van de klimaatthermostaat zullen er toch weer pessimisten opstaan. Zij loeren slechts op het volgende probleem, op de volgende no analogue situation die de wereld bedreigt en misschien zullen zij het nog meemaken dat ook dit nieuwe probleem, nét als er weer een catastrofe dreigt, als een donderslag bij heldere hemel wordt opgelost. "Tjongejonge, wat een mazzel weer!" zullen de pessimisten dan opmerken. Terecht! Maar het probleem met pessimisten is dat zij wel vaak gelijk hebben, maar nog veel vaker pech. Ook dat is de ironie van de geschiedenis. Maar wacht even, dit is geen wet van meden en perzen, want we zitten ook nog met een concurrerende wet van Murphy. En hoe ging die ook alweer?


Jeroen Vuurboom - 7 januari 2007 (bijgewerkt 25 sep 2007)



Naschrift

  • Nét op het moment dat dit stuk geschreven werd, kwam de Europese Commissie met een 'strategierapport' waarin ervoor gepleit wordt dat de EU-landen voor 2020 hun kooldioxide-uitstoot en die van andere broeikasgassen met minimaal 20% gaan beperken ten opzichte van het niveau van 1990 (Volkskrant 10 jan 2007). De besparingen zijn weliswaar nog steeds onvoldoende, maar nooit eerder werd zo'n grote en eenzijdige stap gezet, buiten de Verenigde Staten om.

  • En alsof het was afgesproken volgden een week later de 'Asean-landen' op de conferentie in het Filipijnse Cebu. Tot deze groepen behoren Indonesië, Thailand, Maleisië, Singapore, de Filipijnen, Vietnam, Brunei, Laos, Cambodja en Birma. Ook China, Japan, Zuid-Korea, India, Australië en Nieuw-Zeeland hebben getekend. Er zijn echter geen streefcijfers genoemd (Volkskrant 16 jan 2007).

  • Drie dagen later kondigde de Europese Commissie aan grenzen te willen stellen aan de CO2- uitstoot van auto's met 120 gram per gereden kilometer als maximum. Dat is een kwart minder dan de uitstoot van een gemiddelde auto nu (Volkskrant 19 jan 2007). Als dit lukt, zakt de CO2-factor van Janse van 41 naar 31. Het is een begin.

  • En weer enkele dagen later kwam ook Bush met plannen: "Let us build on the work we've done and reduce gasoline usage in the United States by 20 percent in the next 10 years" (President Bush Delivers State of the Union, 23 jan 2007).





    Noten

    1. De genoemde 30% is alweer een verouderd gegeven. De laatste jaren is de CO2-concentratie blijven stijgen (21,5% in de periode 1990-2005, WMO), en ook de stijging is toegenomen. Uitgaande van een CO2-concentratie van 380 ppm (parts per million, dus het aantal CO2-moleculen per miljoen luchtmoleculen) (379 ppm in 2005, WMO, IPCC 2007) ten opzichte van 280 ppm in de late achttiende eeuw, komt de stijging van CO2 uit op een factor 1,357 (380/280), dus 35,7%.


      De laatste stand bij het meetstation Mauna Loa - http://www.esrl.noaa.gov/gmd/ccgg/trends/co2_trend_mlo.png

    2. Over gepolitiseerde klimaatwetenschap, zie deze voordracht van Frits Bolkestein uit 2005. En van het andere kamp, zie bijvoorbeeld Black 2006b, ExxonMobil's War on Science of exxonsecrets.org.
      De zorg om het klimaat is plotsklaps terug in de politiek, nadat het onderwerp jarenlang verwaarloosd was geweest, in ieder geval in Nederland. We waren 'milieu-moe'. Ook kregen klimaatsceptici ruimschoots de aandacht. De wetenschappelijke gemeenschap was verdeeld. Zo'n 17.000 wetenschappers ondertekenden in 1998 de Oregon Petitie, waarin de conclusies van het IPCC werden aangevochten. Eerder ondertekenden Europese wetenschappers de verklaring van Leipzig (1995-97) tegen de voorstellen op de klimaatconferentie in Kyoto. Daarna heeft de Engelse vertaling van het boek van de econoom Bjørn Lomborg, The Skeptical Environmentalist: Measuring the Real State of the World (2001)(Deense versie 1998) aan een sterke scepsis bijgedragen. Tegen de stroom van sombere klimatologische voorspellingen in, stelde Lomborg dat het niet slechter, maar juist steeds beter ging met de aarde, al waren er nog wat problemen op te lossen. In de jaren die volgden op de publicatie van het boek, is er veel kritiek gekomen van wetenschappers en in 2003 kreeg Lomborg een standje van de Deense commissie voor wetenschappelijke oneerlijkheid (Udvalgene Vedrørende Videnskabelig Uredelighed, UVVU).

      Het jaar 2006 bracht misschien wel een definitieve ommekeer. De mondiale temperatuur is de afgelopen tien jaar blijven oplopen. De 11 warmste jaren traden op in de afgelopen 12 jaar, met 2005 en 1998 als absolute hoogtepunten. Hoewel de zon een concurrent blijft (zie bijv. hier) van het versterkte broeikaseffect (maar zie ook hier, of hier), worden de klimaatsceptici ("contrarians") verder in de verdediging teruggedrongen terwijl bezorgde klimaatwetenschappers ("alarmisten" volgens hun tegenstanders) aan de winnende hand zijn. Vooral het onderzoek naar positieve vormen van feedback waardoor de opwarming van de aarde in een gevaarlijke stroomversnelling terecht kan komen, is zorgwekkend. Voorbeelden zijn het verdwijnen van de permafrost en het kleiner wordend lichtweerkaatsend vermogen van de ijskap op de Noordpool als gevolg van smeltend ijs. Zie het overzichtsartikel in de Independent (Connor 2006). Zelfs de Zuidpool - voorheen stevig in handen van de sceptici - is gedeeltelijk terugveroverd: de Zuidpool warmt op en smelt waarschijnlijk toch een klein beetje (Velicogna & Wahr 2005). Het verdwijnen van het zeeijs op de Noordpool gaat in verhoogd tempo door, drie keer sneller dan in het IPCC-Rapport (2007) werd gesteld.

      «Terug naar de tekst

    3. Het antropogene broeikaseffect wordt ook wel het versterkte broeikaseffect genoemd. Je kunt dus ook spreken van een versterkt CO2-effect. Er bestaan ook andere broeikasgassen dan CO2, zoals methaan (CH4), lachgas (N2O) en ozon (O3).

      «Terug naar de tekst

    4. Dat de aarde opwarmt is inmiddels met het blote oog waar te nemen. Denk aan terugtredende gletsjers (een soort reusachtige thermometers), het smelten van bergpieken (idem) en de Noordpool (idem), het verdampen en opwarmen van meren, een onafgebroken reeks van lokale temperatuurrecords, de vroege en late bloei van bomen en planten, de import van uitheemse soorten of het verdwijnen van permafrost waaruit het broeikasgas methaan opborrelt. In Zwitserland is men begonnen met het inpakken van gletsjers in 'hightech-folie'. Een professor is enthousiast over de resultaten. Met folie en kunstsneeuw hoopt men het wintersporttoerisme nog een tijdje op te rekken (Klimaatnieuws 31 mrt 2005). Uit de zichtbare bewijzen van de opwarming van de aarde mag je echter niet concluderen dat de trend blijvend van aard is ('It's cold today in Wagga Wagga') of veroorzaakt wordt door door menselijke activiteit. Sommigen denken dat de gewijzigde zonne-activiteit een belangrijke factor is, hoewel er onderzoeken zijn waaruit blijkt dat de zon slechts een 'minor player' is (BBC News 3 mei 2000). Volgens het laatste IPCC-rapport van 2007 is de kans dat broeikasgassen de voornaamste oorzaak zijn van de huidige opwarming van het klimaat groter dan 90% ("The net effect of human activities in the last 250 years has very likely exerted a warming influence on climate", Climate Change 2007: The Physical Science Basis). Je kunt je afvragen wat gunstiger is: dat de aarde opwarmt door onze eigen CO2 of door de zon. Als de zon van slag is en bijvoorbeeld de komende duizend jaar actiever blijft dan voorheen - het zou zomaar kunnen - dan staan we machteloos. Wel prettig is dat we dan een excuus hebben om niets te doen (hoewel...). Maar de effecten van de opwarming zullen er niet minder om zijn. Alle warmte is gelijk. Een belangrijk verschil is dat, als de zon de hoofdverdachte is, er hoop is dat de temperatuur op aarde vanzelf weer gaat dalen, en mogelijk al op korte termijn.

      De belangrijkste troef van McIntyre & McKitrick (2005), die kritiek hadden op de beroemde hockeystickgrafiek van Mann et al. 1998 (Fig. 2 - temperatuurcurve), is inmiddels uitgespeeld. Hun kritiek heeft een correctie opgeleverd waardoor het officieel niet meer zeker is dat de huidige warme periode ook de warmste is van de afgelopen duizend jaar (zie bijv. het commentaar van de Groene Rekenkamer). Het blijft overigens wel waarschijnlijk. En de temperatuurstijging in de 20e eeuw, met name sinds de jaren zeventig, blijft opmerkelijk. De grafiek van Mann et al. liep trouwens tot 1980, en we zijn inmiddels 27 jaar verder met een gemiddelde temperatuurstijging van 0,18C per decennium sinds 1976.

      Een poging tot samenvatting van de stand van zaken: "There is now a sense that the world community has achieved a broad consensus that:
      1) the atmospheric concentration of carbon dioxide (CO2) is increasing,
      2) this increase is due largely to the combustion of fossil fuels, and
      3) this increase is likely to lead to changes in the global climate" (MB01). Maar punt 3 ligt erg gevoelig.

      Hieronder een weergave van historische CO2-concentraties en temperaturen vanaf het jaar 1000. De twee eerste grafieken lijken op elkaar. Maar onzekerheden in de temperatuurgrafiek (rechts) vóór het jaar 1850 zijn echter vrij groot, en dat komt in de figuur niet tot uitdrukking. De figuren dienen slechts om het sterke vermoeden dat er een verband bestaat tussen CO2 en temperatuur, te illustreren. De derde grafiek toont een herberekening door twee klimaatsceptici, uitgaande van dezelfde data, maar met behulp van een andere statistische methodiek waarin aan gemeten waarden een ander gewicht wordt toegekend.

            
      Fig. 1 - CO2-curve
      http://www.planktos.com/educational

      Fig. 2 - Temperatuurcurve met de vorm van een 'hockeystick'
      http://www.geography.hunter.cuny.edu

      Fig. 3 - De temperatuurcurve volgens de klimaatsceptici McIntyre en McKitrick, volgens henzelf evenmin voldoende zeker. De strijd spitst zich toe op de vraag of het in de middeleeuwen warmer was dan in 1980.
      http://www.uoguelph.ca/~rmckitri/research/trc.html

      «Terug naar de tekst

    5. We kijken in dit stuk slechts naar de rol van het broeikasgas CO2. Aangenomen wordt (Archer 2005) dat de antropogene CO2 voor 60% verantwoordelijk is voor het versterkt broeikaseffect. Ook andere broeikasgassen spelen mogelijk een belangrijke rol bij de opwarming van de aarde, vooral methaangas. Zie bijvoorbeeld van Dorland & van Ulden zj en Hansen et al. 2000.

      «Terug naar de tekst

    6. In de vakliteratuur is nu eens sprake van de uitstoot van de hoeveelheid koolstof (C), dan weer van de hoeveelheid kooldioxide (CO2). Maar meestal wordt in dit laatste geval slechts het aandeel van koolstof bedoeld. Omgerekend komt 1 ton koolstof (C) overeen met 3,67 ton CO2. En 7 Gton koolstof komt overeen met 25,67 Gton CO2.

      «Terug naar de tekst

    7. Het gaat om geschatte waarden met een grote onzekerheid. De CO2-emissies door ontbossing verschillen per bron en per jaar. Ontbossing is een zeer grote factor in het totale CO2-budget. "De hoeveelheid koolstof die geconsumeerd wordt bij vegetatiebranden [in] de periode van 1997 - 2004 [...] varieert tussen 2 en 3.1015 gram koolstof per jaar" (van der Werf 2006). Dit is 2 - 3 gigaton.
      Opvallend is het enorme aandeel van de veenbranden op Sumatra en Kalimanton (Indonesië). De branden zouden in sommige 'topjaren' tot 40% van de totale mondiale CO2-uitstoot hebben veroorzaakt (Woestenburg 2004 en Wetlands International 2006). Het slechte nieuws is dat dit niet had hoeven gebeuren. Het goede nieuws is dat met goed beleid daaraan iets gedaan kan worden en dat men daarmee ook al een begin heeft gemaakt. Door de veenbranden staat Indonesië op de 3e plaats van de meest CO2-vervuilende landen ter wereld.
      Opvallend is het grote aandeel van Afrika bij de vegetatiebranden: ongeveer de helft van de totale globale emissie (van der Werf 2006).

    8. "Het extra verbruik van 1 uur filerijden (snelheid lager dan 30 km/u) bedraagt voor een gemiddelde personenwagen 1,5 liter - voor een vrachtwagen 3 liter" (VAB). Er wordt van deze cijfers geen bron gegeven. Zijn ze geschat?

      «Terug naar de tekst

    9. De CO2-waarden voor diesel en benzine verschillen niet veel (M01), slechts enkele procenten. Een liter diesel produceert meer CO2 bij verbranding, maar levert ook meer energie. Diesel is schadelijker dan benzine vanwege de uitstoot van fijne roetdeeltjes, niet zozeer vanwege de CO2-waarde.

      «Terug naar de tekst

    10. 7 Gton. (Een gigaton = 1015 gram, het gewicht van een (kubieke) km3 water) Er worden ook andere waarden genoemd: 8 Gton. De laatste twee jaar is de antropogene CO2-uitstoot met 3% per jaar gestegen, en dat was meer dan gemiddeld.

      "Humankind is releasing CO2 at a rate of about 7 Gton C per year from fossil fuel combustion a further 2 Gton C per year from deforestation Because the atmospheric CO2 concentration is higher than normal, the natural world is absorbing CO2 at a rate of about 2 or 2.5 Gton C per year into the land biosphere and into the oceans, for a total of about 5 Gton C per year The CO2 concentration of the atmosphere is rising because of the 4 Gton C imbalance If we were to cut emissions by about half, from a total of 9 down to about 4 Gton C per year, the CO2 concentration of the atmosphere would stop rising for awhile" (Archer 2006).

      «Terug naar de tekst

    11. We gooien er nog een tabelletje tegenaan. Als de beroepsbevolking uit alleen maar uit Janses zou bestaan die ieder 400 keer hun eigen CO2-emissie zouden goedmaken ...

      beroepsbevolking Nederland 7,344.106
      besparingsfactor van Janse min zijn eigen CO2-uitstoot400-1
      de jaarlijkse CO2-emissie Janse's diesel14 ton CO2
      totale uitsparing van alle Janses 41 Gton CO2

      ... dan zouden alle Janses tezamen ruim vier keer meer CO2 reduceren dan de gehele wereldbevolking uitstoot, inclusief het antropogene deel dat door ontbossing ontstaat. Niet slechts de antropogene, maar alle CO2 zou spoedig uit de atmosfeer verdwenen zijn. Het resultaat is een ijstijd waar geen plant meer groeit.

      «Terug naar de tekst

    12. Overgenomen uit Archer 2006. Een andere bron, de NASA, bevestigt de genoemde waarde van 9/4 (60%): "Greenhouse emissions have grown all over the world by 26% since 1990, and must be reduced by more than 50%" (NASA-tutorial). De klimaatwetenschapper Stefan Rahmstorf noemt een reductie van 40% - 70%, het IPCC-Rapport 2007 een reductie van 60-80%. Er bestaan geen harde cijfers over een acceptabele CO2-uitstoot. Voor een deel is dat een beleidskeuze: bij welke grens wordt de opwarming 'gevaarlijk'? Om tenminste met een richtgetal te kunnen werken, wordt een temperatuurstijging van 2 °C ten opzichte de pre-industriële temperatuur (voor 1850) wel als uiterste grens gehanteerd (bijv. door de Europese Unie). Die waarde is niet arbitrair volgens dit artikel. Op de 2°C-grens zou de aarde zelfs de hoogste temperatuur hebben van de laatste miljoen jaar (maar dit is onderwerp van debat). Uitgaande van deze richtwaarde probeert men nu te berekenen hoeveel CO2 de atmosfeer ten hoogste zou mogen bevatten en hoeveel de uitstoot dus moet verminderen om tenminste de temperatuur niet verder te laten oplopen. De maximale CO2-concentratie zou rond de 450 ppm uitkomen. Op dit moment zitten we op 380 ppm.
      Velen vinden een temperatuurverhoging van 2° C echter te hoog. Een mondiale stijging van 2° C kan lokaal veel hoger uitvallen, met name op de hogere breedten, zoals bij de polen. Anderen menen dat een dergelijke temperatuurverhoging niet noodzakelijkerwijs problematisch is, of zelfs voordelig kan uitwerken. Zie bijv. CO2 Science, waar vrolijk betoogd wordt dat zelfs een honderdvoudige CO2-concentratie voordelig kan zijn voor de vegetatie op aarde. David Archer gaat in de geciteerde forumbijdrage op realclimate.org uit van de volgende koppeling tussen CO2-concentratie en temperatuur.
      The next piece of the equation is to define "dangerous climate change". This is a bit of a guessing game, but 2°C has been proposed as a reasonable danger limit. This would be decidedly warmer than the Earth has been in millions of years, and warm enough to eventually raise sea level by tens of meters. A warming of 2 °C could be accomplished by raising CO2 to 450 ppm and waiting a century or so, assuming a climate sensitivity of 3 °C for doubling CO2, a typical value from models and diagnosed from paleo-data. Of the 450 ppm, 170 ppm would be from fossil fuels (given an original natural pCO2 of 280 ppm). 170 ppm equals 340 Gton C, which divided by the peak airborne fraction of 60% yields a total emission slug of about 570 Gton C.
      Voor nadere uitleg zie de 'Response' van Archer bij deelnemersbijdrage #8 en #11 aan het forum, hier overgenomen:
      I just calculated an equivalent CO2 of 465 ppm. I assumed a radiative forcing of 3.4 W/m2 for doubling CO2, and that CO2 accounts for 60% of the total greenhouse gas forcing (no aerosols or anything like that). And that the real pCO2 is now 380 ppm. [Response #8]

      Doublings = ln (380/280) / ln (2)
      CO2WattsPerM2 = 3.7 * Doublings
      GHGWattsPerM2 = CO2WattsPerM2 / 60%
      CO2EquivalentDoublings = GHGWattsPerM2 / 3.7
      CO2EquivalentPPM = 280 * 2^(CO2EquivalentDoublings) [Response #11]
      «Terug naar de tekst

    13. Het is opzienbarend, maar ik las ergens dat alle aardbewoners tezamen jaarlijks 2,5 gigton CO2 uitademen en dat is meer dan de 2 gigaton door het gebruik van auto's. Dit grote bedrag komt overeen met 1 kg uitgeademde CO2 per dag per persoon. En dat komt weer ruwweg overeen met het handmatig voortduwen van een auto naar de dichtstbijzijnde benzinepomp over een afstand van enkele kilometers. Als je een beetje aan sport doet, ga je over dat bedrag heen. Op dit onvermijdeljke aandeel van de antropogene uitstoot valt echter nauwelijks zinvol te besparen, of men moet aan bevolkingsbeperking willen doen. Een belangrijk verschil met de uitstoot van fossiele brandstoffen is wel dat adem ontstaat na het opnemen van voedsel dat gemaakt is van planten die CO2 uit de atmosfeer hebben geabsorbeerd. Dit proces maakt dus deel uit van de natuurlijke koolstofcyclus. Fossiele brandstoffen daarentegen zijn afkomstig uit diepere aardlagen. Als deze brandstoffen niet zouden worden verbrand, zouden ze onder het oppervlak van de aarde blijven rusten.
      Bij het opwarmend klimaat wijzen velen als eerste naar de benzine slurpende SUV van meneer Pieterse. Maar een andere vorm van CO2-uitstoot krijgt vrijwel geen aandacht, hoewel het in kleine kring reeds lang bekend is dat "the livestock business generates more greenhouse gas emissions than all forms of transportation combined" (Climate Ark 29 aug 2007). In cijfers: "the production of 1 kg of beef releases greenhouse gases with a warming potential equivalent to 36.4 kg of carbon dioxide" (Guardian 19 jul 2007).

      «Terug naar de tekst

    14. Door het affakkelen gaat er wereldwijd jaarlijks 400 miljoen ton extra CO2 de atmosfeer in (IPS 31 aug 2007).

      «Terug naar de tekst

    15. De hele berekening is nog eens overgedaan. Het meest recente resultaat pakt nog iets ongunstiger uit. Als ergens een waarde wordt bijgesteld, wijzigt de hele klimaatsom van Janse's autogebruik. Het meest recente resultaat wordt bijgehouden in dit excelletje.

      «Terug naar de tekst

    16. Ook Nederland haalt zijn klimaatdoelstellingen in het verre buitenland. En niet steeds netjes. De Nederlandse overheid draagt bij aan het in stand houden van twee sterk vervuilende chemiefabrieken in China, berichtte de Volkskrant (4 januari 2007). Het artikel staat nog online op de site van Ravage. In het blad Elsevier van 5 january 2007 klaagt de rechtse klimaatscepticus Simon Rozendaal, die niets liever wil dan Nederland vol leggen met tienbaanssnelwegen, hoe mede door toedoen van ons land het regenwoud op Borneo verdwijnt voor de productie van palmolie die in Nederlandse elektriciteitscentrales wordt opgestookt en als groene stroom wordt verkocht.
      Ook deelt Nederland te veel emissierechten uit aan de eigen industrie. De Europese Commissie heeft het Nederlandse plan voor emissierechten daarom afgekeurd. Nederland moet haar voorgenomen uitgifte van rechten korten met ruim 5 procent, het equivalent van de CO2-uitstoot van ongeveer 2 miljoen personenauto's. Daarnaast mogen de Nederlandse bedrijven van de Europese Commissie minder emissiereductie in ontwikkelingslanden behalen dan de Nederlandse overheid had voorgesteld in haar allocatieplan 2008 – 2012. Het officiële 50/50 beleid, waarin tenminste 50 procent van de reductie in het binnenland moet worden gerealiseerd is al lang losgelaten en wordt steeds verder opgerekt (Natuur en Milieu 16 jan 2007).
      In de periode 2005-2006 daalde Nederland van plaats 15 naar 29 op de internationale index voor klimaatprestaties (CCPI). "Die lage klassering is voor een groot deel terug te voeren op het beleid van de afgelopen jaren" (Klimaatnieuws 14 nov 2006).

      «Terug naar de tekst

    17. Voor een kritische beschouwing over emissierechten, zie Smith 2006.

    18. Vandaar dat men probeert om de CO2-uitstoot van het sterk groeiend vliegverkeer te compenseren door het aanplanten van bos. Een initiatief op dit gebied is greenseat.com. Wie intekent kan zijn vliegreis goedmaken door middel van 'compensatieprojecten' in Nederland en elders in de wereld. Ook hier dezelfde redenering (die bovendien niet klopt). Men hoeft het vliegen niet op te geven als men in ruil daarvoor de goede werken doet. De kosten bedragen gemiddeld 2 tot 5 procent van de ticketprijs. "Je vliegtuigstoel is nu een groene stoel. En je kan zonder te vervuilen gaan genieten van je vakantie." Je kunt natuurlijk ook het vliegtuig niet nemen, maar bos gaan planten in je vakantie.

    19. Werd er een paar jaar geleden nog openlijk getwijfeld aan de opwarming van het klimaat, van het ene op het andere moment zitten ministers met ingenieurs aan tafel kaarten te ontvouwen met 'spannende' plannen tegen het wassende water. In het programma Buitenhof van 31 december 2006, dat begon met een introductie dat de feiten nu onomstotelijk vaststaan, was demissionair minister Winsemius (VROM) te gast om mee te praten over de gevaren van te diepe polders en het overlopen van de Betuwe. Winsemius, die er nog maar net zit en bovendien demissionair is, valt niet veel te verwijten. Hij bleef wel erg omzichtig formuleren, alsof hij toch nog twijfelt. Hij zei tenminste te hopen dat we het fout hebben: "Nog steeds hopen we dat we het hartstikke fout hebben." Veel concreets kwam er niet uit de minister. Hij kon slechts de bandbreedte aangeven waarbinnen zijn opvolger naar een oplossing moet zoeken. "Er moeten grote slagen worden gemaakt." Maar ook zei de minister dat Nederland het voortouw moet nemen. En zulke woorden waren lang niet meer gehoord.

      Na het zien van de film An Inconvient Truth ging de premier om. "Balkenende heeft een film nodig om de werkelijkheid te zien", schreef de SP op haar website: "De minister-president blaast samen met zijn Engelse collega Tony Blair hoog van de toren over klimaatverandering. Waar was hij de afgelopen jaren toen het over het klimaat ging? Balkenende heeft zich sinds zijn aantreden als premier slechts één keer laten zien bij een debat over duurzaamheid en klimaat, pas nadat hij daar uitdrukkelijk door de Kamer om werd verzocht. Door te investeren in het buitenland koopt Nederland zijn CO2-reductie goedkoop af en de vervuilende industrie in Nederland blijft buiten schot. Hetzelfde gebeurt met de handel in CO2-emissierechten. [...] Als klapper op de vuurpijl trokken de ministers Wijn en Zalm nog eens de fiscale aftrekmogelijkheden en subsidies voor duurzame energie in. Initiatieven die door met name het midden- en kleinbedrijf worden ondernomen om op duurzame energie over te stappen zijn in één klap door het kabinet de nek omgedraaid" (SP Nieuws 23 oktober 2006).
      Groenlinks klaagt: "Er is de afgelopen jaren bijna een miljard euro bezuinigd op het milieubeleid. [...] De subsidie om groene stroom te stimuleren, is net afgeschaft. Eerder werd de subsidie voor burgers met zonnepanelen afgeschaft. Er worden nieuwe vuile kolencentrales gebouwd. Grootverbruikers betalen nauwelijks ecotax op energie. Al het geld gaat naar asfalt, niks naar OV. De luchtvaart mag ongeremd groeien en betaalt nog steeds geen belasting op kerosine. Er is niet eens een milieuminister. Van Geel is vooral bekend van zijn slogan: 'milieu, nu even niet' en zijn ruzies met de milieubeweging. Balkenende schreef een mooie brief met Blair, maar zei na het zien van de film van Al Gore: dit is geen reden om mijn beleid aan te passen" (Energieportal.nl 13 november 2006).

      Waar de politiek van het ene op het andere moment kan omslaan, zie je bij wetenschappers en critici op zijn best een langzame verschuiving optreden. Je zou kunnen zeggen dat de opwarming als gevolg van CO2 steeds iets waarschijnlijker wordt. Maar er blijft ruimte voor scepsis. Zie dit commentaar van de klimaatscepticus Hans Labohm. Een kritische beschouwing van de film van Al Gore staat in dit commentaar. Is het dan voorbarig om te wijzen op de gevaren van verhoogd CO2? Nee, want je mag niet gokken dat het allemaal wel meevalt. De krachtige maatregelen die wij nu kunnen nemen, zullen misschien pas over vijftig jaar effect sorteren. Zo lang is de remweg van het klimaat.

    20. "There are 1.4 billion cows worldwide, each producing 500 litres of methane a day and accounting for 14% of all emissions of the gas. [...] Now scientists at the Rowett Research Institute in Aberdeen say they have developed a diet that has done the most to reduce the amount of methane produced by cows. [...] Between 9% and 12% of the energy that a cow consumes is converted into methane, depending on diet, barn conditions and whether the cow is producing milk. The problem of wind is an expensive one for farmers — producing methane instead of milk or beef means that 10% of cattle feed is wasted" (War on climate change targets flatulent cows - Sunday Times December 04, 2005).

      «Terug naar de tekst

    21. Het voorstel op de klimaatconferentie van Kyoto (1997) was slechts een druppel op een gloeiende planeet. De voorgestelde 5% CO2-reductie ten opzichte van het niveau van 1990, bleek te hoog gegrepen. De maatregel zou slechts een onmeetbare temperatuurdaling van de aarde als resultaat hebben, merkte de econoom Klaus Heiss op: "Even if the mandatory targets for emission reduction were enforced and one were to accept the computer simulations underlying the IPCC speculations as to the next 100 years, global temperature in 2050 would be reduced by only 0.05 degrees Celsius an amount too small to measure with standard thermometers." Het Verdrag van Kyoto werd niet ondertekend door de grootste energieconsumenten ter wereld, de Amerikanen. Zij werden daarbij geadviseerd door de klimaatscepticus Richard Lindzen. Vier jaar later werd in Bonn 2001 een dun compromis bereikt met een temperatuurwinst die spot met de nauwkeurigheidsgraad in De Bilt: 0,02 °C. De tegenstanders van de klimaatmaatregelen merken daarbij op dat de kosten van die maatregelen nog steeds astronomisch zijn. Dit was ook het hoofdargument van de econoom Lomborg (zie deze noot), die concludeerde dat je voor dat geld maar beter andere problemen kunt oplossen. In de woorden van Lindzen: "If we view Kyoto as an insurance policy, it is a policy where the premium appears to exceed the potential damages, and where the coverage extends to only a small fraction of the potential damages" (www.meervrijheid.be). Als een reductie van 5% te duur is, wat gaat een reductie van 50% of zelfs 80% dan niet kosten? En zo roept de ene groep klimaatwetenschappers "Gevaar!" en de andere groep economen "Te duur!" Je kunt je daarbij ook afvragen wat het gaat kosten als we niets doen tegen de opwarming van de aarde. Ook daaraan zit een prijskaartje.

      «Terug naar de tekst

    22. Het concept van 'geoengineering' is niet nieuw. Ten tijde van de Koude Oorlog zocht men in het diepste geheim naar middelen om de oogsten van de vijand door middel van klimatologische massavernietigingswapens te laten mislukken. Sindsdien onderzoeken wetenschappers de mogelijkheden om het klimaat te beïnvloeden. De motieven zijn nu puur economisch: "Dit is het juiste moment om serieus de mogelijkheden te onderzoeken van 'geoengineering' waarbij men welbewust iets wijzigt aan de toestand en de chemie van de atmosfeer om zo iets te doen tegen broeikasgassen; liever dit dan roepen om vermindering van, of een verbod op de uitstoot. De vraag moet zijn hoe men een dergelijke experiment het beste kan ontwerpen, zodat de baten maximaal zijn en de kosten minimaal" (Benford 1997). Benford beschrijft enkele 'goedkope' mogelijkheden om het klimaat te reguleren. Een methode is het verstrooien van ijzerpoeder in het oceaanwater bij de polen. Hierdoor neemt fytoplankton meer CO2 op uit de atmosfeer. Een andere mogelijkheid is het weerkaatsen van zonlicht vanaf de aarde of vanuit de ruimte met een grote parasol. Ook kan men bossen aanplanten. Een laatste mogelijkheid is het injecteren van stoffen in de hogere lagen van de atmosfeer, door middel van kanonnen of vliegtuigen. Daardoor wordt zonlicht geabsorbeerd en ontstaan er wolken. Zwavelzuur zou een zeer geschikte kandidaat zijn.
      Het griezelige van geoengineering is dat mensen misschien gaan denken dat zij kunnen doorgaan met grote hoeveelheden energie consumeren omdat de klimaatingenieurs, mocht het te heet onder onze voeten worden, de effecten van hun broeikasgassen alsnog ongedaan kunnen maken. Als men daar eenmaal aan begint, is er ook geen weg meer terug.

      Laatste nieuws op dit gebied: "The US government wants the world's scientists to develop technology to block sunlight as a last-ditch way to halt global warming [...]. It says research into techniques such as giant mirrors in space or reflective dust pumped into the atmosphere would be 'important insurance' against rising emissions, and has lobbied for such a strategy to be recommended by a major UN report on climate change, the first part of which will be published on Friday" (Guardian 27 jan 2007). De originele tekst: "Modifying solar radiance may be an important strategy if mitigation of emissions fails for one reason or another" (U.S. Government Review 2006). Het nieuwste van het nieuwste op dit gebied is het verspreiden van stofwolken in een baan om de maan.

      Mijn opinie? Ik zou graag willen dat de maan blijft zoals hij is. Ik ben geen klimaatscepticus of klimaatalarmist. Ik ben eerder een klimaatromanticus en ik zou mijn gevoelens als volgt verwoorden - maar hoe krijg ik het wetenschappelijk rond? Het mooiste wat een mens kan bezitten is niet een zoon of dochter, ook niet een geliefde of een beste vriend, en ook niet een trouw huisdier of een alomvattend kunstwerk. Als zulke dingen waardevol zijn, moet datgene waardoor dit alles bestaat, waardoor het leeft, ademt, komt en gaat het des te meer zijn. En dit is eenvoudig onze aarde en hoe zij staat ten opzichte van de zon en de andere hemellichamen. De leuze van Greenpeace is ook de mijne: "Handen af van het klimaat!" De aarde is van ons allemaal en is ons enig bezit. Een experiment met de aarde of de atmosfeer kan maar één keer mislukken. We moeten er daarom zuinig op zijn. Op een onbewolkte lentedag genieten armen en rijken van hetzelfde zachte briesje en van hetzelfde jonge groen en over alles straalt het licht van de zon. De wereld is op zo'n mooie dag een en al schittering. Zou het niet zijn als een vloek uit de hemel wanneer er dan vliegtuigen zwavelzuur kwamen uitstrooien in de blauwe lucht en bruingele zwavelwolken een schaduw kwamen werpen over het land? Wie zoiets bedenkt is knettergek. Of men moet vrezen dat er anders een ramp gebeurt ...

      «Terug naar de tekst


    Bronnen

  • Adam 2007
  • Archer 2006
  • Broeikasgasemissies
  • CBS
  • Calculator voor consumenten (KlimaatNeutraal)
  • CDIAC
  • Fuel and Energy Source Codes and Emission Coefficients (Energy Information Administration)
  • M01: Menkveld 2001
  • MB01: Marland & Boden 2001
  • MIRA 2006
  • MNP - Feiten en cijfers (MNP)
  • RIVM
  • TNO
  • Minder hinder: een prioriteit bij wegenwerken en evenementen (VAB)
  • VROM
  • World Climate News (WMO)






    Wereldbevolking en CO2
    De vijf grootste landen, Europa en Nederland

    Rangorde Land Bevolking
    mln
    CO2 per persoon in 2002
    verhoudingsgewijs, met India = 1
    www.dti.gov.uk
    ton CO2 per persoon in 2005
    NRC Next 9-3-2007
    1 China 1318,- 2.6
    2India 1103,- 1.0
    3 Verenigde Staten 299,- 19.7
    4 Indonesië 247,- 1.4
    5 Brazilië 189,-
    59 Duitsland 82,4 9,8
    59 Groot-Brittanië 57,4 9,7
    59 Italië 58,2 7,5
    59 Nederland 16,3 10,6
    Binnen de EU heeft Nederland de hoogste CO2-uitstoot
    NRC Next 9 mrt2007
    EU-15 381,- 8.4
    wereldbevolking 6.560,- 3.9



    HOME | Klimaatverandering
    j e r o e n v u @ x s 4 a l l . n l