Sinds het begin van de industriële revolutie halverwege de negentiende eeuw, is de CO2-concentratie in de atmosfeer met ruim dertig procent* gestegen. Men twijfelt niet* aan de antropogene oorzaak van deze toename. Dit betekent dat mensen 'verantwoordelijk' zijn voor de toegenomen CO2. Minder duidelijk is hoe groot het effect van de extra CO2 bij de opwarming van de aarde is, of hoeveel graden het warmer wordt als bijvoorbeeld de CO2-concentratie in de atmosfeer zou verdubbelen. Over deze kwestie werden de laatste jaren pittige debatten gevoerd. De wetenschappelijke tegenstellingen hebben de media gehaald en er werd soms stoere taal gesproken. Ook klimaatsceptici kwamen ruimschoots aan het woord. Er staat ontzaglijk veel op het spel en het klimaatdebat is volledig gepolitiseerd.*
Wij zullen de klimaatdiscussie hier echter niet volgen. Laten we - for the time being - slechts aannemen dat de aarde inderdaad opwarmt als gevolg van een versterkt* CO2-effect.* In dat geval is de heer Janse, de hoofdpersoon in dit verhaal die u zo aantonds zult ontmoeten, met zijn leefpatroon daadwerkelijk een veroorzaker van de opwarming van de aarde.* De vraag is dan wat Janse daartegen kan doen.
Maar eerst de feiten. Hoeveel CO2 stoot een gemiddelde wereldburger uit in de aardatmosfeer?
Antropogene uitstoot van CO2* per wereldburger per jaar | |
mondiale fossiele CO2-uitstoot | 7.109 ton per jaar* |
wereldbevolking* | 6,56.109 personen* |
CO2 per persoon = 7/6.56 | 1,07 ton per jaar per persoon |
mondiale CO2-uitstoot door ontbossing | 2.109 ton per jaar* |
CO2-uitstoot door ontbossing per persoon = 2/6,56 | 0,30 ton per jaar |
totale CO2-uitstoot per persoon | 1,37 ton per jaar |
De gemiddelde aardbewoner zullen we nu gaan vergelijken met meneer Janse, woonachtig in de woonkern H. ergens in het midden van Nederland. Dagelijks gaat Janse met de auto naar zijn werk in de stad A. De afstand H-A bedraagt 110 km. Janse rijdt in een middenklasser met een voor zijn type auto gemiddeld dieselgebruik.* Hoeveel CO2 brengt Janse jaarlijks in de atmosfeer, uitsluitend door zijn woonwerkverkeer?
Jaarlijkse CO2-uitstoot als gevolg van het woonwerkverkeer van Janse | |
woonwerkafstand | 110 km |
totaal aantal afgelegde kilometers per werkdag Janse | 220 km |
Janse werkt 5 dagen per week = 5/7 x 365,24 werkdagen per jaar | 260,89 werkdagen per jaar |
vakantiedagen Janse per jaar (-20 werkdagen) | 240,89 werkdagen per jaar |
overwerk Janse per jaar (1 werkdag) | 241,89 werkdagen per jaar |
in uren opgenomen vrije dagen: 3 Janse ging dus nog drie extra dagen naar zijn werk en werkte minder op andere dagen | 244,89 werkdagen per jaar |
ziekteverzuim Janse: 9 dagen | 235,89 werkdagen per jaar |
woonwerkverkeer Janse in km/jaar = 239,89 dagen x 220 km | 52776 km per jaar |
Janse rijdt alleen naar zijn werk - bezettingsgraad = 1 (hij heeft geen medepassagiers) | 1 persoon |
CO2-emissiefactor diesel bij gem. bezettingsgraad van 1,6 personen | 0,11 kg CO2/km* |
CO2-emissiefactor diesel van Janse 1,6 x 0,11 | 0,176 kg C02/km |
jaarlijkse CO2-emissie diesel van Janses woonwerkverkeer = 0,176 x 52776 km | 9289 kg CO2 per jaar |
jaarlijkse extra brandstofgebruik als gevolg van files = 45/60 x 1,5 x 239,54 Janse staat dagelijks 45 min. in de file extra brandstofgebruik als gevolg van files = 1,5 liter per uur* | 269,5 liter per jaar |
jaarlijkse extra CO2-emissie files = 2,62 x 269,4825 CO2-emissie factor 1 liter diesel= 2,62 kg per liter diesel | 706 kg CO2 per jaar* |
totale jaarlijkse CO2-emissie Janse woonwerkverkeer als gevolg van files = 706 + 9289 | 9995 kg CO2 per jaar |
verhouding CO2-emissie Janse tov totale emissie gem. wereldburger = 9995 / 1070 | 9,341 |
verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk* is = 9/4 x 9,183 | 21,02 |
Door met de auto naar zijn werk te gaan brengt Janse ruim 9 keer meer CO2 in de atmosfeer dan de gemiddelde wereldburger met zijn totale CO2-uitstoot. Die wereldburger zit zelf een factor 2,25 (9/4) te hoog ten opzichte van wat wenselijk* wordt geacht (Archer 2006): "If we were to cut emissions by about half, from a total of 9 down to about 4 Gton C per year, the CO2 concentration of the atmosphere would stop rising for awhile."
Ten opzichte van de wenselijk geachte uitstoot van een wereldburger, zit Janse een factor 21 te hoog alleen al vanwege zijn woonwerkverkeer. Dat is fors.
Janse is nu op zijn werk aangekomen. Over een uurtje of acht kan hij weer naar huis zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn CO2-factor. Maar Janse heeft nog niets uitgevoerd. Wij zien hem zijn auto uitstappen en over het parkeerterrein naar het kantoorpand lopen. Hij gaat naar binnen door de automatische draaideur (CO2), groet de receptioniste, pakt een kop koffie uit de automaat (CO2), loopt door de verlichte gangen (CO2) naar de lift (CO2), en arriveert in zijn voor(CO2)verwarmde(CO2) en geventileerde (CO2) werkkamer, pakt de krant (CO2) uit zijn tas, leest wat, neemt plaats achter zijn PC (CO2), begint een e-mail te tikken, enzovoort (CO2), enzovoort (CO2). Janse werkt. Bij alles wat hij doet loopt een CO2-tellertje mee. Dat gaat van rikketikketik, nu eens iets sneller, dan weer iets langzamer. Maar het tellertje staat nooit stil. Zelfs als hij alleen maar ademt of even zit na te denken, is Janse wat zijn CO2-uitstoot betreft - dit moet men wel steeds netjes blijven toevoegen - schadelijk aanwezig op de planeet. Janse ademt zuurstof in en kooldioxide (CO2) uit. En dat moeten we nu juist niet hebben.*
We zullen Janse niet de hele dag blijven volgen. Hij zou nog kunnen denken dat wij hem bespieden of afluisteren, terwijl we alleen maar een onderzoekje doen. Beneden in de hal wachten wij Janse op. We besluiten onze onderzoeksdoelstelling naar beneden bij te stellen en ons Janse-onderzoek te beperken tot diens autogebruik. Deze Janse-specifieke gegevens kunnen we later altijd nog samenvoegen bij de niet-verkeergerelateerde CO2-gegevens van de gemiddelde Nederlander uit zijn sociale klasse. Zo krijgen we toch de hele Janse in één getal.
Voor de zaak gaat Janse regelmatig op bezoek bij werkrelaties. Jaarlijks rijdt hij nog eens 28.000 km. Soms zit Janse samen met een collega in de auto. Die hogere bezettingsgraad is gunstig voor de CO2-balans van Janse en zijn collega.
Thuis, in de privésituatie, gebruikt Janse de auto liever niet. Hij rijdt al zo veel voor zijn werk. Bovendien, het moet gezegd, Janse is milieubewust, en een natuurliefhebber bovendien. Liever pakt hij de fiets als het even kan, en als het weer het toelaat. Toch rijdt Janse privé jaarlijks nog zo'n 12.000 km. De grootste post is hier familiebezoek. De bezettingsgraad ligt echter vrij hoog, ruim boven de 2 en dat is weer relatief gunstig.
We kunnen nu de totale CO2-balans voor het autogebruik van Janse opmaken waarin woonwerk, werk en privé bij elkaar zijn opgeteld.
totale jaarlijkse CO2-uitstoot van Janse door gebruik van de auto | |
totale jaarlijkse CO2-emissie Janse woonwerkverkeer zie hierboven | 9995 kg CO2 per jaar |
gemiddelde bezettingsgraad autogebruik op het werk | 1,2 |
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik op het werk: 1/1,2 x 28.000 x 0,176 kg C02/km | 4107 kg CO2 per jaar |
gemiddelde bezettingsgraad autogebruik privé | 2,2 |
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik privé: 1/2,2 x 12.000 x 0,176 kg C02/km | 906 kg CO2 per jaar |
totale jaarlijkse CO2-emissie autogebruik woonwerk, werk en privé: 906 + 4107 + 9995 | 15008 kg CO2 per jaar |
verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van de gemiddelde wereldburger = 15008 / 1070 | 14,03 |
Verhouding CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk is | 31,56 |
Met zijn autogebruik zit Janse 14 keer hoger dan de totale CO2-productie van een gemiddelde aardbewoner en een factor 31,5 te hoog ten opzichte van wat wenselijk wordt geacht. Als CO2 het klimaat opwarmt, en als daaraan iets moet gebeuren, dan heeft Janse een probleem. Hoe moet hij dat probleem oplossen?
Maar we zijn nog niet klaar met het autogebruik van Janse. Zijn auto moet nog geproduceerd worden, gerepareerd, gewassen, onderhouden en uiteindelijk gesloopt. Daaraan zijn kosten verbonden en opnieuw een portie CO2 (bouw en sloop zijn samen goed voor 3% energieverlies, MIRA 2006). Ook hebben wij verlichting en apparaten aan boord nog niet meegenomen. De airco is de grootste energieverslinder. Maar Janse gaat daar zuinig mee om. Veel autobezitters realiseren zich niet dat een airco het brandstofgebruik aanzienlijk laat oplopen, soms tot wel 20% van het totale brandstofgebruik. Bij zuinig gebruik is 10% een normale waarde. Deze percentages gelden - neem ik aan - voor elke gereden kilometer dat de airco aan staat. Op jaarbasis zou het extra brandstofgebruik dan uitkomen op 3 tot 10%. Zelfs als de airco niet wordt gebruikt, kost dit jaarlijks nog 30 liter brandstof, puur door het gewicht van het apparaat. Een VROM-brochure Uw autoairco, het milieu en uw portemonnee adviseert: "Vergeet niet de ramen te sluiten bij het aanzetten van de airco. Want deze heeft alleen effect met gesloten ramen." Kennelijk is het nodig om zoiets triviaals te vermelden. Diezelfde brochure vermeldt ook iets minder bekends. Als het koudemiddel van een airco weglekt, dan heeft dit een broeikas-effect vergelijkbaar met 6000 km autorijden. Dit aspect valt echter niet onder het CO2-hoofdstuk, maar onder 'overige broeikasgassen'. We zullen het niet meetellen. Op een airco zou al met al een hoge milieuheffing moeten zitten, als het tenminste nodig is om aan alles een prijskaartje te hangen omdat de consument anders niet 'geprikkeld' wordt. Enige kennis van de milieukosten van autogebruik zou eigenlijk een verplicht onderdeel van het rijexamen moeten zijn, en een bijvak op school. Vanaf de vierde klas natuurkunde kunnen leerlingen de berekeningen in dit stuk zelf maken. Maar veel automobilisten, ook de hoog opgeleide, realiseren zich bijvoorbeeld niet dat rijden op zachte banden het brandstofgebruik aanzienlijk doet toenemen (bronnen zijn niet eensluidend, het scheelt 2%, 4% of 10%). Sommige automobilisten hebben wel die kennis, maar staan toch niet graag 's winters regelmatig hun bandenspanning te controleren op een winderig tankstation, zeker niet als ze haast hebben, wat meestal het geval is. Ook het rijgedrag is bepalend voor het brandstofgebruik. Zo is hard optrekken bij een stoplicht om tweehonderd meter verder abrupt te remmen, nogal verspillend. Rijden en stilstaan in een drukke de stad is sowieso slecht. Hetzelfde geldt voor snelheden boven de 90 km/uur. Op internet klagen autobezitters dat hun nieuwe aanschaf, die voor 1:20 werd aangeprezen in de praktijk slechts 1:13 blijkt te halen. Dat is 54% meer brandstof dan in de folder vermeld staat. Wie een auto van de zaak heeft, krijgt daarbij dikwijls een gratis tankpasje. Ook Janse heeft zo'n pasje. En hoewel hij er geen misbruik van maakt, is zo'n regeling natuurlijk geen 'prikkel' om het zuinig aan te doen. Tot slot - dit is geen volledige opsomming -, ook de publieke voorzieningen zijn nog niet meegenomen. De wegen moeten worden aangelegd en onderhouden. Ook daaraan hangt een CO2-prijskaartje (asfalteren, stoplichten, verlichte borden met fileaanduiding, enzovoort).
Welk traject legt ruwe olie af voordat die in de tank van Janse zit? Op een olieveld ergens in het Midden-Oosten gaat 10% energie verloren door het affakkelen van methaan.* Bij het olietransport naar een haven gaat 2% (van de beginhoeveelheid) verloren. Van daaruit naar een raffinaderij 6%. Bij het transport van raffinaderij naar benzinepomp gaat nog eens 2% verloren. In het hele traject gaat er 20% af van de oorspronkelijke hoeveelheid aangeleverde energie (MIRA 2006). Die 20% komt vrij in de vorm van extra CO2 en leggen wij lafhartig op het bord van meneer Janse.
Voor wat de hierboven genoemde aspecten en factoren betreft, zit Janse aan de zuinige kant. Hij kent de feiten en houdt er zo veel mogelijk rekening mee. Maar het effect van zijn milieubewuste rijgedrag is marginaal. Dus ook hij ontkomt niet aan zo'n extra 30% die we moeten optellen bij zijn 'kale' CO2-uitstoot.
EINDUITSLAG CO2-uitstoot van Janse's auto | |
kale CO2-emissie Janse ten opzichte van wat wenselijk is | 31,56 |
extra factoren | 30% |
totale CO2-factor: 130% x 31,20 | 41,03 |
Het totale autogebruik van Janse komt daarmee op 41* keer de totale wenselijk geachte uitstoot van een wereldburger. Dat is heel veel. Het betekent bijvoorbeeld dat 80 wereldburgers eerst hun eigen CO2-uitstoot met een factor 2,25 moeten zien te reduceren om op een wenselijk niveau te komen. Maar daarna moeten ze het nog halveren om het jaarlijks brandstofgebruik van Janse te compenseren. Dit zullen ze niet leuk vinden. Als deze mensen bij Janse in de straat zouden wonen, zouden zij hem op zaterdagochtend om 7.00 uur eens uit zijn bed moeten trommelen met claxons en spandoeken met daarop leuzen als "Janse word wakker!" en "Janse sta op!" Maar in de straat van Janse wonen gezinnetjes die in dezelfde situatie zitten als Janse zelf. Onze 80 wereldburgers wonen verspreid over de globe en voor het grootste deel in arme landen. Het zou zeer milieubelastend zijn om hen per vliegtuig naar de woonkern H. te halen. Over het vliegverkeer van Janse hebben we het nog niet gehad. Slechts een enkel feitje. Een retourvlucht binnen Europa komt uit op gemiddeld 300 kg CO2. Een retourtje Verenigde Staten komt uit op 1200 à 2000 kg CO2, afhankelijk van de bestemming (M01). Voor alle niet-verkeergerelateerde CO2-uitstoot (huis, hobby, enzovoort), moet Janse nog een flink bedrag bijtellen. We zullen de hele Janse maar niet verder uitsplitsen. Een dieselauto die 1/15 rijdt bij een snelheid van 120 km/uur heeft een vermogen van 80.000 Watt. Daar kan geen spaarlamp tegenop. Het scheerapparaat en de electrische tandenborstel van Janse zijn dan ook geen noemenswaardige posten. Janse heeft een zuinige CV-ketel en dat is goed. Maar op vrijdagavond gaat hij naar de sauna en dat genereert weer veel warmte (CO2). Op internet vind je talloze rapporten en tabellen met zeer specifieke gegevens. Deze calculator geeft snel een aardig beeld. Of bekijk deze lijst huishoudelijke apparaten, of deze van milieucentraal.nl
. We moeten ook het impliciete energiegebruik van alle door Janse aangeschafte producten en diensten niet vergeten. Gelukkig woont Janse niet in Zeeland, want in die provincie ligt de CO2-uitstoot per inwoner maar liefst op 40 ton per jaar.
Je vraagt je af of er in Nederland wel mensen bestaan met een wenselijke CO2-factor. Misschien de daklozen in de grote steden. Zij slapen in kartonnen dozen en één keer per week nemen ze een douche bij het Leger des Heils. Maar dat is geen aantrekkelijk bestaan.
Janse, die een technische studie deed, heeft in de jaren tachtig gewerkt als milieuambtenaar. Sinds begin jaren negentig zit hij bij een milieuadviesbureau dat overheden en bedrijven als klant heeft. Vanwege zijn technische knobbel weet hij heel goed hoe de CO2-vork in de autogebruiksteel zit. (Wat een lelijke vergelijking.) Het rekensommetje dat wij zojuist voltooiden is voor Janse een fluitje van een cent. Toen een jongere collega hem eens wees op zijn jaarlijkse autokilometers, heeft Janse zich er als volgt uitgered: "Door het werk dat wij doen realiseren overheidsinstellingen en bedrijven een energiebesparing van 4 tot soms wel 20 procent. Ruwweg levert dat een energiebesparing op die overeenkomt met 2000 keer mijn jaarlijkse CO2-emissie. Deze prestatie komt op rekening van ons hele bureau waar wij met vijf man werken. Een vijfde deel is mijn aandeel en daarmee maak ik zo'n 400 keer mijn CO2-uitstoot goed." Dat was een handig staaltje redeneren.
Het weerwoord van Janse lijkt op de argumenten voor de verhandelbare emissierechten, waarbij de rijke landen (Janse) de minder ontwikkelde landen (wereldburgers zonder auto) helpen om hun CO2-uitstoot terug te dringen, zodat de rijke landen hun eigen CO2-uitstoot kunnen handhaven of zelfs iets opschroeven.* Zodra in eigen land de brandstofkraan wordt dichtgedraaid, zou er onmiddellijk economische schade dreigen ('oververhitting'). De gedachte achter de emissieruil is dat er in arme landen gemakkelijker een grote CO2-winst geboekt wordt tegen veel lagere kosten omdat men in die landen nog zeer inefficiënt en milieu-onvriendelijk produceert. Het netto-effect van de emissieruil is dus positief en draagt bij aan de bescheiden milieudoelstellingen van het Kyoto-protocol die de rijke landen kunnen halen zonder al te grote economische schade. Je kunt zeggen dat de emissieruil tot doel heeft om een economisch-klimatologisch optimum te bereiken. Je zou ook kunnen zeggen dat het klimaatbeleid pas gestalte kan krijgen als het meelift op een krachtig bloeiende economie. Of dat de zorg voor het klimaat in een sterke economie moet leiden tot een 'win-win-situatie'.* Dit is precies wat Bush en andere Amerikaanse presidenten altijd hebben bepleit. Maar ook de Nederlandse staatssecretaris Van Geel (CDA) van VROM (het ministerie voor Milieuzaken is afgeschaft tijdens Balkenende I) kwam met een variant: "In een situatie van economische tegenspoed zoals de laatste jaren, betekent dat misschien op korte termijn 'milieu: nu even niet!'" (CDA-duurzaamheidsdebat op 4 september 2004).
Klimaatbeleid is dus alleen mogelijk als de economie soepel blijft draaien. Daar hoort ook de verplichte groei bij. Lijkt dit pleidooi niet op de redenering van Janse? Janse voelt zelf wel aan dat zijn redenering slechts de halve waarheid is. Eigenlijk komt het er op neer dat men het een niet wil opgeven en toch het ander bereiken. Dit geldt ook voor Janse. Hij heeft een gezin te onderhouden. Moet hij soms zijn baan opgeven en zijn kinderen van de tennisclub halen? En wat levert dat dan op? Dat een ander er met de baan van Janse vandoor gaat?
Als de gehele Nederlandse beroepsbevolking uit alleen maar Janses zou bestaan die ieder hun schadelijke autogebruik 400 keer compenseerden, dan zouden alle zevenmiljoen Janses - die toch slechts een schijntje vormen op de totale mondiale beroepsbevolking van enkele miljarden zielen - het wereldklimaat doen afkoelen tot het niveau van een ijstijd.* Dit is een volstrekt hypothetische mogelijkheid. De werkelijkheid is dat er maar zeer beperkt plaats is voor mensen als Janse. Wereldwijd kunnen er misschien zo'n zevenduizend man in milieuadviesbureaus terecht. Want er moet ook geproduceerd worden. Er moet olie uit de grond. Er moeten containers vervoerd, er moeten aardappels geoogst enzovoort. De oliemaatschappij waar Janse zijn diesel tankt en de autofabriek waar Janse zijn auto kocht, beweren dan ook terecht dat Janse zonder hun producten niet eens op zijn werk aankomt. En je moet het nog breder zien. Iedereen die economisch actief is, draagt direct of indirect bij aan de mogelijkheid dat Janse zijn werk kan doen. Zo helpen alle economisch actieven Janse en elkaar in een groot synergisch systeem, waarbinnen iedereen van iedereen afhankelijk is. Binnen dat systeem heeft Janse niet meer recht van spreken dan een ander. Wie zich buiten het systeem begeeft (Janse neemt ontslag) heeft helemaal geen recht van spreken meer, geen stem en ook geen invloed op het gedrag van anderen. Janse is een radertje in een groot geheel. De 'vervuilende', maar hard werkende burgers van ons land creëren het surplus om mensen als Janse aan een baan te helpen waardoor hij op zijn beurt mag proberen om iets aan de CO2-uitstoot te doen, maar zó dat de bedrijven doorgaan met produceren en groeien. Dit is nodig omdat wij anders onze concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland verliezen. Dan zakt het systeem in elkaar en verdwijnt het surplus waaruit Janse wordt betaald. Van het terugdringen van de CO2-emissies alleen kan niemand leven. Janse weet het. Het klinkt bizar, maar als je zo zuiver doorredeneert, dan zou je zelfs kunnen stellen dat niet de werkenden, maar de ouden van dagen, de gehandicapten, de langdurig zieken en werklozen het schadelijkst zijn omdat zij namelijk wel consumeren maar niets produceren. Dankzij de improductieven neemt het surplus af. Eenzelfde redenering gaat op voor de vrij levende dieren in het veld, de konijnen in de duinen, de ratten in de dijken en de vogels in de lucht. Deze 'schadelijke' dieren stoten CO2 uit zonder daarvoor een wederprestatie te leveren, of het moet hun vermaakswaarde zijn voor degenen die op zondagmiddag gaan wandelen in de vrije natuur. De landbouwdieren daarentegen zijn wél nuttig omdat zij voedsel leveren aan degenen die de economie hier draaiende houden, dit ondanks de astronomische flatulentie van bijvoorbeeld koeien: goed voor 14% van de mondiale uitstoot van het broeikasgas methaan.* Veel nuttiger nog dan landbouwdieren zijn daarom de bomen en planten die CO2 consumeren en daarvoor schijnbaar belangeloos zuivere zuurstof terugschenken aan de planeet.*
Alles werkt dezelfde kant op. Als de voet groeit, wringt de schoen. Wat kun je doen? Je kunt de schoen niet weggooien, want dat sta je op blote voeten. Je kunt de voet niet amputeren. Je kunt alleen maar nieuwe schoenen kopen. Dat is de normale oplossing. Iedereen doet mee aan het proces van productie en vervuiling. Men wil het een zonder het ander op te geven. Men wil ook steeds meer. We zijn niet alleen gewend aan luxe, maar ook aan groei van luxe. Van die groei willen we wel iets inleveren. Maar terugval (krimp) of stilstand (nulgroei) zijn volstrekt onacceptabel, zelfs ondenkbaar. Je kunt je niet voorstellen dat de baas van Shell op de eerstkomende aandeelhoudersvergadering glunderend aankondigt dat er voor de komende jaren gewerkt wordt aan een jaarlijkse krimp van 5%. Of dat de minister van Economische Zaken zou zeggen: "Economie, nu even niet." Kijk hoe trots regeringen rapporteren over hun groeicijfers. En omgekeerd, hoe jaren van economische malaise worden gezien als jaren van tegenspoed, werkloosheid en algehele misère, waarvoor ministers schaamtevol rekenschap hebben af te leggen. Het valt niet te ontkennen dat het leven er in veel opzichten inderdaad aangenamer op wordt wanneer de economie blijft groeien. Ook is er dan in theorie meer geld en aandacht voor belangrijke zaken als zorg, onderwijs, cultuur of ontwikkelingssamenwerking, ook voor milieuvriendelijke technologie. In arme landen is economische groei bittere noodzaak en je kunt alleen maar hopen dat de winsten uit de groei niet in de zakken verdwijnen van een corrupte elite. Toch is er een snel groeiend besef dat de negatieve bijwerkingen van de mondiale economische groei het totaalplaatje gaan overheersen. Je ziet het aan individueel gedrag. Gepensioneerden trekken weg uit de regio's met hoge economische activiteit. Soms emigreren zij naar dunbevolkte gebieden waar nog rust is, ruimte en natuur. Het kapitaal voor die sprong is wel het resultaat van noeste arbeid: "We hebben er hard voor gewerkt." Op globale schaal begint men zich zenuwachtig te maken over de onvoorstelbaar hard groeiende economie van China (11%), dat nog in 2007, veel eerder dan verwacht, de CO2-uitstoot van de VS zal inhalen. Het schijnt dat de Chinese zwavelzuurwolken de Amerikaanse kusten inmiddels bereiken. Geen land kent grotere milieuproblemen dan China.
China heeft vier keer zoveel inwoners als de Verenigde Staten. Wat zouden de gevolgen voor het milieu zijn als elke Chinees dezelfde levensstandaard zou halen als de gemiddelde Amerikaan, die per saldo vele malen vervuilender is dan een Chinees, of Indiër? En wat als hetzelfde gebeurt in India of in de andere Aziatische economieën? Men kan het deze landen niet kwalijk nemen dat zij hun eigen industriële ontwikkeling doormaken, vergelijkbaar met die van de westerse landen in de 19e en 20e eeuw. De vraag is wel wat de bijwerkingen van die groei zullen zijn. Hoeveel kan de aarde nog hebben? De debatten hierover zijn niet uitgewoed, maar de zorgen nemen toe. Een ding lijkt onvermijdelijk. Er moeten eerst rampen gebeuren voordat het systeem van roekeloze groei op de schop gaat. Zulke rampen vinden op dit moment al plaats. Iedereen kent de journaalbeelden van mensen in Oost-Azië die met doekjes voor hun mond en neus door een dikke laag smog naar het werk gaan, of de krantenberichten van zwaar vervuilde Chinese rivieren. Maar CO2 zie je niet en ruik je niet, het is onschadelijk voor de mens. En zo maken de meesten zich wél zorgen om een vlek op hun T-shirt, maar niet om de opwarming van de aarde. Tussen de uitersten van zorgeloze economische groei en radicale sloop van het systeem liggen de gematigde scenario's: kalme, diplomatieke koerswijzigingen die nog het beste aansluiten bij de tradities van de westerse democratieën waar men weloverwogen, maar altijd langzaam tot besluitvorming komt. Zulke processen blijven ook traag als er eens radicale maatregelen nodig zijn. Dan neigt men naar conservatisme en vindt men een oproep tot een breed maatschappelijk debat al gewaagd. Aan de klimaatscenario's kun je een beetje rekenen, zoals is gedaan in de rapporten van het IPCC.
Al naar gelang de uitgangspunten en uitgangsfeiten, de reacties van de regeringsleiders, bedrijven en burgers en de instelling van parameters in klimaatmodellen, zullen de toekomstscenario's verschillen. Dat geeft stof voor heftige discussies. Waar de een staande houdt dat het allemaal zal meevallen of zelfs prachtige kansen ziet voor wijnbouw op Groenland, daar vreest de ander grote, onafwendbare gevaren voor de globe. Sommigen gaan daarbij zo ver te concluderen dat de wereldbevolking te groot is geworden en dat de mens leeft op te grote voet. Breng die boodschap maar eens aan de man. Het betekent dat u en ik te veel zijn. En ook meneer Janse.
Vraag. De titel van dit stuk luidt: 'De antropogene CO2-uitstoot van meneer Janse'. Is dat niet dubbelop? Is niet alle uitstoot van Janse antropogeen? Ja, dat klopt. Het is dubbelop en zelfs meer dan dat. Uitsluitend vanwege zijn autogebruik zit Janse met een factor 41 tot over zijn oren in de antropogene CO2. Er bestaat geen zonnebrandolie met een hogere beschermingsfactor. Janse kent het probleem, maar hij ziet geen uitweg. Biobrandstof helpt niet, een Toyota Prius ook niet. Deze 'milieubewuste' auto heeft ironisch genoeg een ecologische voetafdruk die anderhalf keer hoger ligt dan die van de verfoeide Hummer. Maar wat moet Janse dan? Janse zit gevangen in een leefpatroon en een manier van denken die hij niet straffeloos kan opgeven. Zonder auto was Janse niet aangenomen bij een milieuadviesbureau dat zijn werknemers jaarlijks 80.000 kilometer laat rijden. Janse zou er op zijn beurt niet hebben willen werken. In zijn hart zou Janse willen dat alles anders was. Aan goede bedoelingen ontbreekt het hem niet. Met liefde brengt hij zijn lege flessen naar de glasbak. Dat kleine beetje extra moeite geeft hem een goed gevoel. Aan zijn kinderen legt hij uit hoe het zit met de opwarming van de aarde. Een mens doet graag het goede. En ik geloof dat alle Janses stilletjes hopen* op een deus ex machina. Dat was een truc van de oude toneelschrijvers om een in de soep gedraaid plot bevredigend af te wikkelen. Daarbij lieten zij goden aan koorden afdalen op het toneel die vervolgens krachtdadig handelend optraden zodat de hele zaak alsnog werd vlotgetrokken. Een beetje ongeloofwaardig vond het publiek zo'n oplossing wel. Vandaar dat latere toneelschrijvers die truc liever niet toepasten...
o o o o o [U bevindt zich thans in de wensdroom van meneer Janse.] Een man stapt bij het hoofdkantoor van Philips door de roldeuren naar de balie. Het flesje in zijn fietstas bevat een nieuwe stof die het antropogene CO2-effect met een factor 2 x 106 tegengaat. Het spulletje is volkomen onschadelijk voor mens en milieu en is bovendien vrijwel kosteloos te vervaardigen uit ruwe olie of afvalplastic. In zijn haast de globe te redden is de solitaire uitvinder vergeten om patent aan te vragen voordat hij het spul bij Philips in de kelder van het laboratorium aflevert, waar hij trouwens niet al te enthousiast wordt ontvangen. Maar dan blijkt dat het spul echt werkt. De wereld is gered!!! o o o o o
Ach, dit is slechts een droom. De werkelijkheid verloopt cynischer. Toch is ook hier goed nieuws. De dingen lopen namelijk altijd anders dan optimisten en pessimisten voor mogelijk hielden. Zo kan het best eens zijn dat er op dit moment ergens in het diepste geheim wordt gewerkt aan een wonderflesje.* Er is zelfs een prijs van 25 miljoen dollar uitgeloofd voor de eerlijke uitvinder en de eerste inzending is al binnen. De ironie van het hele verhaal zou best eens kunnen zijn dat de stof die ons gaat redden wordt ontwikkeld in het laboratorium van de meest vervuilende industrie van de globe, een grote oliemaatschappij bijvoorbeeld, waar men natuurlijk niet vergeten zal om eerst octrooi aan te vragen voor de gehele klasse van stoffen en toepassingen van het nieuwe microfiber alvorens het op de markt te brengen. En als dit nu eens echt zou gebeuren, precies op tijd, op de tipping point van een aanstaande abrupte klimaatverandering, dan zullen de generaties die na ons komen de 21e eeuw freewheelend afmaken met een stralende toekomst voor zich. Er is dus hoop. En je zult trouwens zien, ook ná de uitvinding van de klimaatthermostaat zullen er toch weer pessimisten opstaan. Zij loeren slechts op het volgende probleem, op de volgende no analogue situation die de wereld bedreigt en misschien zullen zij het nog meemaken dat ook dit nieuwe probleem, nét als er weer een catastrofe dreigt, als een donderslag bij heldere hemel wordt opgelost. "Tjongejonge, wat een mazzel weer!" zullen de pessimisten dan opmerken. Terecht! Maar het probleem met pessimisten is dat zij wel vaak gelijk hebben, maar nog veel vaker pech. Ook dat is de ironie van de geschiedenis. Maar wacht even, dit is geen wet van meden en perzen, want we zitten ook nog met een concurrerende wet van Murphy. En hoe ging die ook alweer?
Jeroen Vuurboom - 7 januari 2007 (bijgewerkt 25 sep 2007)
Fig. 1 - CO2-curve http://www.planktos.com/educational | Fig. 2 - Temperatuurcurve met de vorm van een 'hockeystick' http://www.geography.hunter.cuny.edu |
Fig. 3 - De temperatuurcurve volgens de klimaatsceptici McIntyre en McKitrick, volgens henzelf evenmin voldoende zeker. De strijd spitst zich toe op de vraag of het in de middeleeuwen warmer was dan in 1980. http://www.uoguelph.ca/~rmckitri/research/trc.html |
beroepsbevolking Nederland | 7,344.106 |
besparingsfactor van Janse min zijn eigen CO2-uitstoot | 400-1 |
de jaarlijkse CO2-emissie Janse's diesel | 14 ton CO2 |
totale uitsparing van alle Janses | 41 Gton CO2 |
The next piece of the equation is to define "dangerous climate change". This is a bit of a guessing game, but 2°C has been proposed as a reasonable danger limit. This would be decidedly warmer than the Earth has been in millions of years, and warm enough to eventually raise sea level by tens of meters. A warming of 2 °C could be accomplished by raising CO2 to 450 ppm and waiting a century or so, assuming a climate sensitivity of 3 °C for doubling CO2, a typical value from models and diagnosed from paleo-data. Of the 450 ppm, 170 ppm would be from fossil fuels (given an original natural pCO2 of 280 ppm). 170 ppm equals 340 Gton C, which divided by the peak airborne fraction of 60% yields a total emission slug of about 570 Gton C.Voor nadere uitleg zie de 'Response' van Archer bij deelnemersbijdrage #8 en #11 aan het forum, hier overgenomen:
I just calculated an equivalent CO2 of 465 ppm. I assumed a radiative forcing of 3.4 W/m2 for doubling CO2, and that CO2 accounts for 60% of the total greenhouse gas forcing (no aerosols or anything like that). And that the real pCO2 is now 380 ppm. [Response #8]«Terug naar de tekst
Doublings = ln (380/280) / ln (2)
CO2WattsPerM2 = 3.7 * Doublings
GHGWattsPerM2 = CO2WattsPerM2 / 60%
CO2EquivalentDoublings = GHGWattsPerM2 / 3.7
CO2EquivalentPPM = 280 * 2^(CO2EquivalentDoublings) [Response #11]
Wereldbevolking en CO2
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rangorde | Land | Bevolking mln | CO2 per persoon in 2002 verhoudingsgewijs, met India = 1 www.dti.gov.uk | ton CO2 per persoon in 2005 NRC Next 9-3-2007 1
| China
| 1318,-
| 2.6
| 2 | India
| 1103,-
| 1.0
| 3
| Verenigde Staten
| 299,-
| 19.7
| 4
| Indonesië
| 247,-
| 1.4
| 5
| Brazilië
| 189,-
|
| 59
| Duitsland
| 82,4
|
| 9,8
| 59
| Groot-Brittanië
| 57,4
|
| 9,7
| 59
| Italië
| 58,2
|
| 7,5
| 59
| Nederland
| 16,3
|
| 10,6 | Binnen de EU heeft Nederland de hoogste CO2-uitstoot NRC Next 9 mrt2007
| EU-15
| 381,-
| 8.4
|
| wereldbevolking
| 6.560,-
| 3.9
| |