[Event "ICC 3 1"]
[Site "Internet Chess Club"]
[Date "2005.12.15"]
[Round "?"]
[White "Smallville"]
[Black "NDShort"]
[Result "0-1"]
[ECO "?"]
[WhiteElo "?"]
[BlackElo "?"]
[Annotator "?"]
[PlyCount "78"]
[EventDate "2005.??.??"]
1. Nf3 d5 2. c4 d4 {Een principiële zet. Zwart vecht voor ruimte in het centrum.
Wit zou dit centrum het liefst aantasten, of, zoals in deze partij, eromheen
spelen via de flanken. Door het opschuiven van de d-pion komt de diagonaal g2-b7
open te liggen. Vandaar dat wit fianchetteert.} 3. d3 Nc6 {Een vertandige zet.
Met 3 ... c5 zou wit zeker meer kansen op aanval krijgen na 4 g3 en 5. Lg2, wat
in de partij ook gebeurt.} 4. g3 e5 5. Bg2 {Wit speelt het Konings-Indisch in de
voorhand. Meestal neemt zwart deze opstelling in. Met een tempo extra kan dit
systeem voor wit gevaarlijk zijn. Zwart heeft juist een tempo minder en hij moet
dus extra oppassen.} 5... Nf6 6. O-O Nd7 7. Na3 {Tegenwoordig geven
grootmeesters hun loper (en hun loperpaar) niet graag op. Zwart kan wit met 7...
Lxa3?! een geisoleerde dubbelpion bezorgen. Maar dan krijgt wit de open b-lijn
krijgt voor zijn toren. Samen met de witveldige loper op g2 is de witte druk op
pion b7 dan zeker onprettig voor zwart.} 7... Be7 8. Nc2 {Wit wil een keer b4
spelen, of misschien e3, om daarme de zwarte pionnenketen aan te tasten.} 8...
O-O 9. a3 { Wit bereidt b4 voor. En zwart doet daar iets tegen:} 9... a5 {Zwart
dreigt nu zelf a5-a4 te spelen. Het veld c5 is een mooi veld voor een zwart
paard in dit soort stellingen.} 10. b3 {Wit vindt de dreiging ... a4 kennelijk
lastig. Inmiddels staat zwart zeker niet slechter meer dan wit.} 10... Nc5 11.
Rb1 Bf5 $1 {Nu komt wit niet meer tot e3. Als wit nog kansen heeft, dan is het
op de damevleugel. Maar dan moet hij wel met b4 komen.} 12. Nd2 (12. b4 { ligt
meer voor de hand. Het is mij opgevallen dat Smallville de neiging heeft om veel
met zijn stukken te spelen en zijn pionnen juist achter te houden.} 12... axb4
13. axb4 Na4 14. Bd2 {ziet er logisch uit. Het zal ongeveer gelijk staan.})
12... Qd7 $1 {Wat is de bedoeling van deze zet? Als je naar de witte stelling
kijkt, dan valt op dat vooral de witveldige loper op g2 een sterk stuk is. Deze
loper staat onkwetsbaar en oefent druk uit op de zwarte damevleugel. Zwart wil
dit stuk graag ruilen en met zijn laatste zet dreigt hij 13 ... Lh3. Zo'n ruil
komt in dit soort stellingen veel voor. Het is een standaardplan.
Trouwens,
met zijn damezet maakt zwart ook ruimte vrij voor manoeuvres met zijn torens op
de onderste rij. En zwart dekt ook alvast het paard op c6. Een mogelijk plan
(voor in de toekomst, maar er zijn meer mogelijkheden) is een uitbreiding op de
damevleugel met ... Tfb8 (of ... Tab8, misschien veiliger) en dan ... b5. Zo'n
zet moet wel precies worden uitgerekend. Maar zoals gezegd, allereerst wil zwart
de witveldige lopers ruilen. Dan is hij van een hoop problemen af. Wit ziet het
plan. Vandaar zijn volgende zet, eveneens een standaardreactie:} 13. Re1 Bh3
{Zwart biedt ruil aan, maar omdat de toren zojuist wegging van veld f1 kan wit
de ruil vermijden:} 14. Bd5 Nd8 $1 {Zwart blijft de loper, die nu mooi staat op
d5 consequent insnoeren.} 15. Bb2 (15. Nf3 $2 c6 16. Be4 $2 f5) 15... c6 $1 {
Dit was de bedoeling van de vorige zet van zwart. Met de pion op c6 is de witte
fianchettoloper al veel minder gevaarlijk.} 16. Bh1 {Nog steeds weigert wit
loperruil. Maar inmiddels staat zwart beter. Hij heeft meer ruimte, meer
mogelijkheden om met zijn stukken te manoeuvreren, geen zwaktes en vooral meer
aanvalsplannen dan wit, zowel op de damevleugel als op de koningsvleugel. Wit
heeft op de vierde rij slechts een een enkele pion. Hij zal moeten afwachten wat
zwart gaat doen.} 16... Nde6 17. Nf3 f6 $1 {Zwart doet het rustig aan en dekt
zijn e-pion liever met een pion dan met zijn dame, die anders aan een
verdedigende taak gebonden is.} 18. Ba1 {Wit probeert er het beste van te maken
en geeft zijn toren wat meer mogelijkheden en hij houdt alvast rekening met een
zet als ... Pa4 met aanval op de loper. Toch zien de witte zetten er doelloos
uit. Wit is nu al een tijdje aan het achteruitschaken. Zijn stukken komen niet
beter te staan.} 18... a4 $1 { Nu de loper op a1 staat is deze zet
aantrekkelijker geworden...} 19. b4 Nb3 20. Nd2 (20. Bb2 {is taai, maar ook niet
meer dan dat. Het paard op b3 is een lastig stuk en wit kiest daarom voor
ruil.}) 20... Nxa1 {Weer een klein succesje voor zwart. Je zou zeggen dat de
loper op a1 niet veel doet. Waarom zou zwart die loper dan ruilen? Omdat zwart
later met zijn e-pion naar voren wil. In dat geval mag de zwarte d-pion niet te
vaak aangevallen staan. Mocht de stelling open komen, dan zal de witte loper op
a1 zeker gevaarlijk gaan meedoen. Vandaar dat zwart deze loper pakt.} 21. Rxa1 {
De witte toren staat hier natuurlijk niet goed.} 21... f5 {Het begin van een
plan om het centrum open te breken. De open stelling is gunstig voor de partij
met de beste ontwikkeling en het loperpaar, voor zwart dus. Vanaf nu moet wit
steeds rekening houden met de pionzetten ... e4 en ... f4. Vooral na die
laatste zet kan zwart opeens een sterke koningsaanval krijgen. Wit moet nu echt
met iet komen, anders wordt hij onder de voet gelopen.} 22. Nf3 Bf6 $1 {Zwart
doet het rustig aan en zet zijn loper op een ideaal veld. Een zet als 22 ... e4
was verleidelijk en goed. Maar in deze situatie is het voor wit sowieso
moeilijk om zijn stelling te verbeteren, terwijl zwart zijn stelling nog rustig
verder kan versterken. Zwart kan altijd later eens met ... e4 komen, onder nog
gunstiger omstandigheden dan nu.
}
({We bekijken een variant.} 22... e4 $5 {was interessant geweest. De volgende
zetten laten enkele sterke aanvalsmogelijkheden zien waartegen wit zich al niet
goed meer kan verdedigen:} 23. dxe4 (23. Ne5 $6 Qc7 24. f4 g5 $1 25. e3 dxe3 26.
dxe4 gxf4 27. gxf4 Nxf4 {is erg goed voor zwart}) 23... fxe4 24. Nfxd4 (24. Ne5
Qc7 25. f4 g5 $1 26. e3 dxe3 27. Qh5 gxf4 28. Qxh3 Qxe5) 24... Rad8 25. e3 Ng5
$1 26. Qd2 {Wit heeft nauwelijks nog behoorlijke zetten } (26. Qh5 $2 Bg4 27.
Qh4 Nf3+) 26... Be6 27. c5 (27. Qc3 $2 Nh3+ 28. Kf1 Rxf2#) 27... Nh3+ 28. Kg2
Rxf2+ {
})
23. e3 {Wit ziet de dreigingen en besluit de stelling te openen in de hoop op
chaos en een tactische kans. Goed is het niet, maar afwachten kon ook niet
meer.} 23... dxe3 24. Nxe3 Rfd8 $1 {Opnieuw een rustige zet.} (24... e4 {kan nog
niet vanwege} 25. dxe4 $1 Bxa1 $2 {Dit is wat zwart zou willen, echter er komt }
26. Qxd7 {Vandaar dat zwart zijn dame dekt met 24... Tfd8}) 25. Bg2 {Dit is pure
wanhoop. Wit wil ten koste van alles iets ruilen, om de geweldige druk op zijn
stelling te verminderen. Maar het is te laat. Er volgt nu een grote, maar niet
moeilijk te bedenken afwikkeling naar een gewonnen eindspel.} 25... Bxg2 26.
Nxg2 e4 { Nu wel.} 27. dxe4 Bxa1 28. Qxa1 fxe4 29. Rxe4 Qd1+ 30. Qxd1 Rxd1+ 31.
Nge1 { Zwart heeft de kwaliteit voor een pion. Dit kan nog knap lastig zijn om
te winnen. Maar zwart vindt hier een heel efficient middel om zijn stukken te
activeren en vooral zijn belangrijkste aanvalsdoel - de zwakke witte a-pion te
veroveren:} 31... Re8 $1 {Vrijwillig de penning in! Zwart wil nog meer afruilen}
32. Kf1 Nc7 33. Ne5 {Zo hoopt wit de stelling gesloten te houden. Als zwart niet
met een goed plan komt staat het paard, zeker na f2-f4 stevig in het centrum.}
({
We bekijken een variant:} 33. Rxe8+ {ruilen is niet goed voor wit. De
zwarte toren wordt te sterk, bijvoorbeeld na de volgende variant:} 33... Nxe8
34. Ke2 Rc1 $1 35. Kd3 Nd6 $1 36. c5 Nb5 $1 {Een sterk klein plan: pion a3 komt
onder druk te staan.} 37. Nc2 Rf1 {Een switch naar een ander zwakte!} 38. Ke2
Rb1 {En nog een switch. Er is nu niets meer tegen de dreiging ... Tb3 met
pionverlies. Daarna beslist de zwarte a-pion.
}) 33... Ra1 34. Re3 b5 $1
{Sterk gespeeld. Zwart is net op tijd met zijn actie op de damevleugel. Slaan is
niet aantrekkelijk. Laten slaan is niet aantrekkelijk. En doorschuiven is ook
niet aantrekkelijk.} 35. cxb5 Nxb5 36. f4 Rxa3 37. Re2 {Torenruil is nog steeds
verliezend.} 37... Rc3 { Dekt, en maakt ruimte voor de a-pion.} 38. Rd2 a3 39.
Nc2 a2 $1 {Er dreigt ... Txc2. Wit gaf op.
Een gave positionele partij van de zwartspeler. Hij heeft de hele partij
lang controle gehouden over de gebeurtenissen op het bord en kwam met elk klein
plan, met elk zetje, steeds iets beter te staan. De tegenstander werd daarbij
geen enkele tegenkans gegund.
Dit was een drie minuten snelschaakpartij. De zetten van goede schakers zien er
soms zo logisch en makkelijk uit. Maar als je zelf eens probeert zo te spelen,
dan mislukt het vanwege de sterke zetten van je tegenstander. Het zichtbare
gemak waarmee Short hier een voordelige stelling opbouwt en de partij wint,
bewijst zijn grote kracht en inzicht. Short speelde zo'n vijftien jaar geleden
een match om het wereldkampioenschap tegen een ander voormalig wonderkind, de
grote Gary Kasparov, die vorig jaar met schaken is gestopt. Short verloor zijn
match tegen Kasparov, maar hij was in de periode wel de nummer twee van de
wereld. Tegenwoordig zien we Short zo af en toe nog een potje schaken op
schaakserver ICC, gewoon voor de lol. Ik kijk altijd graag naar Short.
Vergeleken met zijn partijen ziet het spel van andere grootmeesters er rommelig
uit. Ook het spel van onze Nakamura, die toch echt zeer sterk is, oogt hulpeloos
in deze partij. Nakamura is iemand die in 0.2 seconden een combinatie van 5
zetten diep ziet en in dezelfde tijd weet te voeren met zijn muis. Misschien dat
ik bij een andere gelegenheid eens laat zien tot wat voor ongelooflijks deze
jongeman in staat is in een partijtje van slechts één minuut.
} 0-1
[Event "?"]
[Site "5-minutenpartij januari 2006"]
[Date "?"]
[Round "?"]
[White "Mijn tegenstander"]
[Black "Ik"]
[Result "0-1"]
[ECO "?"]
[WhiteElo "?"]
[BlackElo "?"]
[Annotator "?"]
[PlyCount "76"]
[EventDate "????.??.??"]
{Zoals ik al schreef, als je zelf eens probeert te spelen als Short, dan mislukt
dat meestal vanwege de sterke zetten van de tegenstander. Maar in de partij die
volgt, lijkt het er een beetje op. Mijn tegenstander helpt ook lekker mee. Let wel, we spelen slechts
"in de stijl van", niet op hetzelfde niveau. Mijn tegenstander en ik hebben ruim 1000 elopunten minder dan onze schaakidolen. Toch was het een aardig potje sierschaak met offers die goed ogen en niet eens heel slecht zijn.
} 1. g3
g6 2. Bg2 Bg7 3. d3 e6 4. Nf3 Ne7 5. Nc3 d5 6. Bd2 d4 7. Ne4 f5 8. Neg5 ( 8. Nc5
{is beter}) 8... h6 9. Nh3 g5 10. Nhg1 (10. Nhxg5 hxg5 11. Nxg5 { geeft wit te
weinig, denk ik.}) 10... c5 11. h4 $2 g4 {Deze zet moet je alleen spelen in
reactie op h2-h4. Anders gaat het witte paard naar h4. Wit
wordt hier aangesnoerd en staat al slecht.} 12. Nh2 { Wit kan mischien met f3
de stelling openen en zijn paarden bevrijden. Vandaar de volgende zet van
zwart:} 12... Qd6 $1 13. c4 (13. f3 $2 Qxg3+) 13... Nbc6 14. a3 a5 15. Qa4 {Een wilde zet, en ook niet goed.} 15... Bd7
16. Qb5 {Opnieuw het verkeerde plan.} 16... O-O (16... Nb4 { was ook mogelijk, maar ik had geen zin in} 17. Qxb7 Rb8
(17... Nc2+ { had ik echter niet gezien} 18. Kd1 Rb8 19. Kxc2 Rxb7 20. Bxb7 Qb6
21. Bg2 $2 Ba4+ $1 22. Kb1 Qb3 $1 {Het loopt mat.}) 18. Qxb8+ Qxb8 19. axb4 {hoewel dat gewoon goed is voor zwart.}) 17.
O-O-O Nb4 $1 18. Qxb7 Bc6 $2 {Deze zet is niet slecht, maar bij lange na niet de
beste.} ( {Ik had opnieuw geen zin in } 18... Rfb8 19. Qxa8 Rxa8 20.
Bxa8 { en ik had natuurlijk niet gezien dat zwart er mooi uitkomt na} 20...
Na2+ $1 21. Kb1 (21. Kc2 Qb8 22. Bg2 Ba4+ 23. Kb1 Nc3+ 24. Bxc3 dxc3 25. b4 c2+
26. Kc1 cxd1=Q#) 21... Qb8 $1 22. Bg2 $2 Qb3 (22... Nc3+ 23. Bxc3 dxc3 24. b4
cxb4 {is ook erg goed}) 23. Rc1 Nc3+ 24. Bxc3 dxc3 25. Rc2 Ba4 $1) (18... Rab8
$1 19. Qxb8 Rxb8 20. axb4 axb4 {is erg goed voor zwart.}) {Terug naar de partij:} 19. Bxc6 Nbxc6 20.
Qb3 Rfb8 21. Qa4 Nb4 $5 {Nu leek deze zet me opeens interessant, terwijl dit offer volstrekt niet nodig is en ook niet zo sterk als enkele zetten geleden. Het is een positioneel offer, waarvoor je niet meteen materiaal terugkrijgt. Ik beschouw mijn partijen vaak als een oefening of een experiment. De vraag is, hoe ver kun je gaan?} 22. axb4 axb4 23. Qb3 (23. Qc2 $2 Ra1+) 23... Ra5 {Zwart gaat verdubbelen. Wit kan daar niets tegen doen. Wit kan zijn stelling trouwens amper verbeteren. Hij zou een stuk moeten offeren om althans een
beetje los te komen. Zwart staat goed, maar hij moet nog wel bewijzen hoe hij kan winnen.} 24. Kc2 Rba8 25. f3 {Nu komt zwart dan eindelijk met een tegenoffer. Maar het is te laat.
Ook andere zetten waren niet voldoende meer:} ({-} 25. f4 Qc6) ({-} 25. Ngf3 Ra2 26. Ne1
R8a3 27. Ra1 Rxa1 28. bxa3 Qc6) ({-} 25. Rb1 { is nog een poging. Hoe komt zwart
eigenlijk verder? Ik denk zo:} 25... Ra1 26. Rxa1 Rxa1 27. Bc1 Nc6 $1 (27... h5 28. Bf4 e5
29. Bg5 Nc6 { is hetzelfde idee. Er dreigt ... Pa5}) 28. Kd1 h5 $1 {Er dreigt
... Lh6
}) 25... Qxg3 {Er dreigt ... Dxg2} 26. fxg4 fxg4 27. e3 (27. Nxg4 Qxg4
28. Nf3 { was een laatste kansje op tegenspel}) 27... dxe3 { Nu ligt de diagonaal g7-b2
open. Wit staat totaal verloren} 28. Ne2 Nf5 $1 {Ik was trots op deze zet. Maar ook andere zetten zijn goed. Ik speel sierschaak.} 29. Bc3 (29. Nxg3 Nd4+
30. Kb1 Ra1#) 29... Qf2 30. Rde1 bxc3 31. bxc3 Ra2+ 32. Kb1 Rxe2 (32... Ra1+ 33.
Kb2 Rxe1 {wint sneller}) 33. Nxg4 Rxe1+ 34. Rxe1 Qxe1+ 35. Kb2 Qa1+ 36. Kc2 Ra2+
37. Qxa2 Qxa2+ 38. Kc1 Bxc3 {en wit gaf op.} 0-1