STAARTJE -


Sommige doorslagvarianten zijn simpel. Jij slaat, hij slaat, jij slaat, hij slaat... Dan beoordeel je de situatie op het bord. Maar aan het einde van een doorslagvariant zit soms een venijnig staartje.:

1. c4 e5 2. Pc3 Pf6 3. Pf3 Pc6 4. g3 Lb4 5. Pd5 Pxd5 6. cxd5 e4?

Zwart, de Nederlandse grootmeester die in de jaren zeventig successen oogste, begint een onschluldig ogend doorslagje. Wit, ex-wereldkampioen, gaat doet graag mee:

7. dxc6

Pak

7... exf3

Pak, en nu...

8. Db3!

Het venijnige staartje. Zwart kon meteen opgeven in T Petrosjan - H Ree 1971. De loper op b4 mag niet weg wegens cxb7. En na 8 ... De7 komt 9 a3.

1-0