Tweepaardenspel in de nahand - Traxlervariant


Een zeer complexe opening ontstaat na

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5 Lc5

(Vaker wordt hier 4... d5 gespeeld. Zie hierboven.)

5. Pxf7


5. Lxf7+ Deze voorzichtige aanpak is minder spectaculair, maar ook hier moet wit goed weten wat hij doet. Hij behoudt dan een klein voordeeltje (en zwart komt niet tot ... d5).

5... Lxf2+!

Een tegenoffer. Het wordt nog veel gekker!

6. Kxf2

6. Kf1 gold vroeger als een goede zet. Maar na 6... De7 7. Pxh8 d5! (onze zet weer) 8. exd5 Pd4 9. d6 cxd6 10. c3 Lg4 11. Da4+ Kf8! 12. cxd4 exd4 staat zwart gewonnen, volgens de encyclopie.

6... Pxe4+ 7. Ke3

Dit is zeer riskant. Het is leuk om enkele varianten met onze zet ... d5 te laten zien:

Maar 7. Kg1 is ook niet voldoende 7... Dh4 8. g3 Pxg3 9. Pxh8 en nu onze zet: 9... d5!? Na 10. Df3 Pf5! staat zwart goed.

7... De7

Hier houdt de variant in mijn encylopedie alweer op! De stelling is krankzinnig ingewikkeld. Er staat slechts dat zwart voordeel heeft. Ik geloof - maar weet niet zeker - dat het zo verder moet:

8. Pxh8 Dg5+ 9. Kxe4

Zoals gezegd, het wordt steeds gekker.

9... d5+!

Daar is onze zet, het is zwarts enige kans op actief spel.

10. Lxd5 Lf5+ 11. Kf3 Lg4+

Zwart wint een dame, maar wit heeft veel stukken. Na

12. Kf2

moet zwart wel eerst een paar schaakjes geven, geloof ik:

12... Dh4+

12... Lxd1? is slecht vanwege de tussenzet 13. Lxc6+!

13. g3 Df6+! 14. Kg2

en nu mag zwart de dame slaan:

( 14. Lf3 kan ook nog, dan volgt 14... Pd4 )

14... Lxd1

Nadere studie is gewenst, want het blijft zeer ingewikkeld...

*