Koning achter pion (2) - remise
Toch hebben we nog niet alle mogelijkheden bekeken. Wit kan ook anders proberen beginnen:
21. Kd5
(In het vorige voorbeeld speelde wit Kd6.) Maar ook dit helpt niet. Zwart moet nu wel de enige goede zet vinden:
21... Ke7!
Alleen dit is goed. Twee andere mogelijkheden verliezen:
A) 21... Kd8? is niet goed vanwege 22. Kd6! Zwart is aan zet. Als wit aan zet was, dan was het remise (zoals op het eerste bord. Helaas, zwart is aan zet en dat is een nadeel: 22... Ke8 23. e7 (Het wordt nu geen pat!) 23... Kf7 24. Kd7 Wit promoveert en wint de partij.
B) 21... Kf8 is ook niet goed vanwege 22. Kd6 Ke8 23. e7! Kf7 24. Kd7 Wit promoveert.
22. Ke5
Wit moet terug, en hij is niets opgeschoten. Maar let op! Er is nu maar één goede zet voor zwart, namelijk:
22... Ke8!
Zwart wacht op het moment dat wit met zijn koning naast zijn pion gaat staan. Op dát moment moet hij tegenover de witte koning kunnen gaan staan:
23. Kf6
Wit is naast zijn pion gaan staan. En pas nu gaat zwart tegenover de witte koning staan:
23... Kf8!
Er kan weer volgen
Pat.