Een toren is vijf punten waard. Torens gaan recht. Ze mogen zo ver ze willen. Maar torens mogen niet over andere stukken springen. We bekijken een echte partij. Klik op de vetgedrukte letters hieronder (1. Tc1 enz) en kijk wat er links op het schaakbord verandert. Lees de uitleg bij de zetten.

1. Tc1

Twee velden opzij.

1... Tg4

Vier velden naar onderen.

2. Tc7

Zes velden naar boven. Zwart is nu aan zet. Hij kan iets slaan:

2... Txf4

Een pion gewonnen. Wit doet hetzelfde:

3. Txd7

Zwart is nu aan de beurt. Hij kan opnieuw een pion slaan. Niet de zwarte pion een veld naar boven, want je eigen stukken mag je niet slaan. Wel de witte pion op links:

3... Txb4

Weer een pion geslagen. De toren kon niet verder opzij: want hij mag niet over een stuk springen. Alleen paarden springen. Het spel gaat verder:

4. Te7 Txa4 5. Txe6 Ta5 6. Tf6 Txe5 7. Txf5

Dit is niet handig, want kijk wat zwart nu doet:

7... Txf5

De witte toren werd geslagen. Wit heeft nog een pion over, maar niet voor lang:

8. d7

De pion gaat lopen.

8... Td5 9. d8=T+

Een pion aan de overkant wordt een ander stuk. Wit kiest een toren voor zijn pion. Zwart is nu aan zet en slaat:

9... Txd8

Zwart heeft vijf punten gewonnen. Het spel is afgelopen. Wil je het nog een keer zien? Druk op F5 (beeld vernieuwen) of gebruik de besturingsknoppen hier links.

*