Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina











SLA EEN STUK (D)


Sla een stuk van de tegenpartij. Waar moet je op letten? Je moet weten hoe de stukken bewegen en slaan. Kijk hier als je het nog niet weet. Kijk ook wie aan zet is: wit of zwart. Dat staat onder het schaakbord. Probeer het stuk te slaan dat het meeste waard is. Meestal is dat het beste. Maar kijk ook wat je tegenstander kan doen als jij iets hebt geslagen. Stel jij slaat een toren en je tegenstander kan daarna jouw dame slaan, dan is dat onvoordelig. Zoek dus naar de beste zet.
















Wit slaat een stuk

1. Dxa7 *








Wit slaat een stuk

1. Pxh3 *








Wit slaat een stuk

1. dxc6 *








Zwart slaat een stuk

1... Dxe1 *








Wit slaat een stuk

1. hxg8=D
Wit slaat niet alleen een paard, hij krijgt er ook nog een dame bij!
*








Zwart slaat een stuk

1... Lxa1
Wit kan de loper nog wel terugslaan, maar toch heeft zwart twee punten gewonnen. Hoe slaat wit terug?
*








Wit slaat een stuk

1. Dxa6+
Het is schaak.
*








Zwart slaat een stuk

1... Lxd4+
Het is niet goed om met de toren te slaan. Waarom niet? Wat kan wit dan doen?
*








Wit slaat een stuk

1. Dxa8#
Het is schaakmat. De koning staat schaak en daar is niets meer tegen te doen. Wit wint de partij.
*








Wit slaat een stuk

1. Dxg1 *








Zwart slaat een stuk

1... Txd1+
Deze is voor denkhoofden. Waarom is dit de beste zet??? Je zou toch zeggen dat de witte dame nu de zwarte dame kan slaan? Of niet soms?
*








Zwart slaat een stuk

1... Dxa4
Ook deze is moeilijk. Waarom slaat zwart met zijn dame de witte toren niet???
*

Opnieuw oplossen? Druk op F5 (pagina vernieuwen).





Jeugdschaakpagina
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | Stap 5 | Stap 6 |
volgende pagina | vorige pagina