Twee koningen -


Twee koningen kunnen elkaar tot op één veld naderen, maar ze mogen elkaar niet kunnen slaan. Ze mogen elkaar niet aanvallen. De koningen lopen naar elkaar toe:

1. Kh2 Kh7 2. Kh3 Kh6 3. Kh4
De zwarte koning mag nu niet verder naar de witte koning toe. Dan zou hij zichzelf schaak zetten en dat is verboden. Zwart speelt daarom maar
3... Kg6
En ook wit mag niet naar de zwarte koning toe lopen. Hij gaat mee naar links, maar blijft op afstand:
4. Kg4
Zwart kan ook alleen maar op afstand bijven, zo bijvoorbeeld:
4... Kf6
De twee koningen mogen elkaar niet naderen. Ze blijven als het ware om elkaar heen draaien zonder dat ze elkaar aanraken. Zo:
5. Kf4 Ke6 6. Kg5 Ke5 7. Kg6 Kf4 8. Kf6
De koningen hebben van plaats gewisseld zonder bij elkaar in de buurt te komen. De koningen kunnen nu verder doen wat ze willen, maar ze zullen elkaar nooit slaan of schaak zetten. Dit spel kan daarom nog wel een tijdje doorgaan, maar er gebeurt niets belangrijks meer op het schaakbord:
8... Ke3 9. Kg7 Kd2 10. Kh8 Kc1 Het heeft geen nut meer om door te spelen. De twee koningen kunnen nog tot in de eeuwigheid over het bord blijven wandelen. Geen van beide partijen kan nog winnen of verliezen. Daarom is een stelling met alleen twee koningen op het bord voortaan gelijk spel. Dat heet remise. Beide spelers krijgen een half punt: ½-½. *