[Event "Basisscholierentoernooi SGA 1999"]
[Site "?"]
[Date "????.??.??"]
[Round "?"]
[White "Daniel van Wijngaarden"]
[Black "Tegenstander"]
[Result "*"]
[SetUp "1"]
[FEN "r7/5p2/8/7K/k7/8/8/8 b - - 0 1"]
[PlyCount "11"]
{Deze stelling kwam op het bord tussen twee spelers uit Stap 3. De zwartspeler
was een betere schaker dan de witspeler. Maar de witspeler gaf nooit op. Zwart
is aan zet en speelde
} 1... Rg8 $1 {Een goede zet. Zo voorkomt zwart
dat de witte koning naar de pion loopt.} 2. Kh6 f5 3. Kh5 {De koning loopt mee.
Maar het heeft eigenlijk geen nut. Er is alleen één ding, waaraan de zwartspeler
niet dacht en de witspeler wel. Daniël hoopte dat zwart haast zou maken. En dat
is precies wat er gebeurde...} f4 4. Kh4 f3 5. Kh3 f2 6. Kh2 f1=Q {Pat. "Yes!"
riep Daniël hard, alsof hij zojuist een doelpunt had gescoord. Hij was echt héél
blij met de remise en vond die eigenlijk nog leuker dan een winstpartij. Hij
liet iedereen het einde van zijn partij zien. Zijn tegenstander zat er beteuterd
bij - begrijpelijk. Knap was dat Daniël het pat had zien aankomen.} *