Twee koningen -


Er zijn stellingen waarin het niets uitmaakt wat je doet. Op dit moment heeft wit een loper en een pion. Als wit wil winnen, dan moet hij zijn pion naar de overkant brengen. Maar kijk wat er gebeurt.

1... Kg2 2. Kc7 Kf3 3. Kd6 Ke2!

Zwart heeft goed gezien dat hij de pion moet veroveren. Want als wit alleen nog een loper overhoudt, dan kan hij niet meer winnen.

4. Ke6 Kxd3

Zwart slaat de belangrijke witte pion. Vanaf nu maakt het niets meer uit wat wit en zwart spelen. Wit staat drie punten voor (een loper), maar in deze stelling is dat niet genoeg meer.

5. Kf5 Kxd4

Ook de loper wordt geslagen. Zwart en wit wandelen eenzaam over het schaakbord:

6. Kf4 Kc4 7. Kf3 Kc5 8. Kg3 Kb6 9. Kh2 Ka6 10. Kh1 Ka5 11. Kg1 Kb4 12. Kf2 Ka3 13. Ke3 Kb4

Zo kan het nog uren doorgaan. Voortaan kun je meteen remise afspreken (gelijk spel). Tenzij je graag nog even doorwandelt. Ik zou zeggen: wandel gerust verder, ik ga naar huis. En vergeet de stukken niet op te ruimen.

*